De Belgische bunkers van Saddam Hoessein

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Ondanks de Golfoorlog blijft de Belgische bouwgroep Besix het goed doen in het Midden-Oosten. Vroeger trok Besix bunkers op voor Saddam Hoessein, vandaag bouwen de Belgen jachthavens en hotels in opdracht van sjeiks. Toch dreigen de genocidewet en de zwakke resultaten op het thuisfront roet in het eten te gooien.

Belgische bouwbedrijven in het Midden-Oosten. Als we de Vlaamse Confederatie Bouw ( VCB) mogen geloven, ziet de toekomst er voor de Belgen allesbehalve goed uit. “Bij de wederopbouw van Irak dreigen onze aannemers en baggeraars uit de boot te vallen,” waarschuwt Marc Dillen. “Er bestaat veel kans dat we onze stevige positie in de regio gedeeltelijk zullen kwijtspelen.”

De directeur-generaal van de VCB vreest vooral dat de houding van de Belgische overheid in de aanloop naar het Irakese conflict niet zonder gevolgen zal blijven. Dillen: “Het spreekt voor zich dat de Verenigde Staten een belangrijke rol zullen spelen bij de aanbesteding van de werken. De vraag is of zij dan nog de weg naar de Belgische bouwgroepen zullen vinden.”

In ieder geval heeft de oorlog in Irak tot dusver geen negatieve gevolgen gehad voor het Belgische bouwbedrijf Besix. Integendeel: de stijging van de olieprijzen doet momenteel de inkomsten van de Golfstaten aanzwengelen en dat heeft alleen maar positieve gevolgen voor het bouwklimaat daar. De Belgen konden sinds begin dit jaar al voor 100 miljoen euro opdrachten in het Midden-Oosten in de wacht slepen.

Besix, een dochter van de Belgische Betonmaatschappij, bouwt momenteel ‘s werelds grootste ontziltingsinstallatie in Fujairah in de Verenigde Arabische Emiraten. De bouw van de installatie, die per dag tot 550 miljoen liter water kan ontzilten, zal Besix zo’n 60 miljoen euro opleveren. Daarnaast zijn de Belgen ook verantwoordelijk voor enkele nieuwe LNG-gasterminals in Libië (contracten ter waarde van 100 miljoen euro) en Egypte (22 miljoen euro). En de ruwbouw van het Conference Palace Hotel annex jachthaven in Abu Dhabi is zo goed als klaar (contract van 150 miljoen euro).

Minder positief is dat de Amerikanen hun houding tegenover Besix hebben herzien. Gedelegeerd bestuurder Johan Beerlandt: “Hoewel onze genocidewet intussen wordt aangepast, blijft hij voor argwaan zorgen bij de Amerikaanse investeerders. Zij begrijpen niet waar België het vandaan haalt om presidenten van grootmachten voor de rechtbank te dagen.” Een New Yorkse klant blies al de onderhandelingen af over een reeks infrastructuurwerken in Centraal- en Zuid-Amerika. Een vervelende zaak voor Besix, omdat de groei van de bouwfirma zich vooral buiten de eurozone situeert.

Zakendoen met prins Al-Whalid

Het Midden-Oosten is altijd een belangrijke groeipool geweest voor Belgiës belangrijkste bouwgroep. Toen de Arabieren in 1964 de olie ontdekten, trok Roger Lemaire naar de Golfregio op prospectie. Eén jaar later sleepte de legendarische exportdirecteur van Besix er zijn eerste opdracht in de wacht: de aanleg van de Corniche-dijk in Abu Dhabi (Verenigde Arabische Emiraten). Later volgden de havens van Doha (Qatar), Daman (Saudi-Arabië) en Mina Qaboos (Oman). Ook bouwde Besix in opdracht van de Navo een achttal bunkers voor de vliegtuigen van Saddam Hoessein.

“De kans is groot dat we eind deze maand groen licht krijgen voor de bouw van een 1300 meter lange gasleiding in zee die aansluit op de nieuwe terminal voor de kust van Tripoli in Libië,” zegt directeur Jules Janssen. Janssen, die verantwoordelijk is voor de internationale operaties van Besix, schat de waarde van dat contract op 15 miljoen euro. De aanlegsteiger voor LNG-tankers in Libië zou normaal in april volgend jaar gereed moeten zijn. Prijskaartje van die opdracht: 100 miljoen euro. Tegelijk werkt Besix aan een gelijkaardig project in het Egyptische Damietta (waarde: 22 miljoen euro). “En op termijn willen we ook meedingen naar de megawindmolenparken op zee in Europa,” zegt Janssen.

Voorlopig ondervindt de aannemer in het Midden-Oosten dus nog geen negatief effect van de tweede Golfoorlog. In de Verenigde Arabische Emiraten alleen al werden de afgelopen maanden drie contracten getekend: de uitbreiding van twee luchthavens ( Amira Slight in Abu Dhabi en de Dafra Airbase in Dubai – goed voor een gezamenlijke waarde van 30 miljoen euro) en de bouw van een waterzuiveringsstation in Ajman (85 miljoen euro).

Wel krimpen de activiteiten van Besix in Egypte, traditioneel een succesmarkt voor de groep. Over enkele maanden zal het Nile CityProject (een contract met een waarde van 150 miljoen euro) zijn afgewerkt. En behalve de aanleg van een LNG-terminal in de haven van Damietta (22 miljoen euro) liggen er weinig of geen nieuwe opdrachten in het verschiet.

Beerlandt: “Het toerisme in Egypte – dé belangrijkste bron van inkomsten – kreeg de afgelopen jaren zware klappen. Tegelijk devalueerde het Egyptische pond met bijna 100 %. Dat zet een zware rem op de investeringen. Dit betekent dat wij voor onze groei meer dan ooit zullen aangewezen zijn op de Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Qatar en Bahrein. Die landen beschikken nog over belangrijke oliereserves en dus over geld om hun infrastructuur uit te bouwen. Dubai heeft intussen de plaats van Singapore en Hongkong ingenomen als respectievelijk financieel en toeristisch centrum. We hebben dan ook plannen om er in de immobiliën te stappen, iets waarover we een principieel akkoord hebben ondertekend met prins Al-Whalid van Saudi-Arabië, een grootaandeelhouder van onder meer Disney World en Citibank.”

Flinke deuk in de reputatie

Minder goed vergaat het Besix op zijn klassieke thuismarkt. Het gebied tussen Amsterdam en Parijs lijdt fel onder de huidige laagconjunctuur. Gelukkig kon de Belgische aannemer de jongste jaren wel een sterke positie in Nederland verwerven. Besix bouwde niet alleen mee aan de Piet Heintunnel (een opdracht van 150 miljoen euro), maar concentreerde zich ook op spoorwegwerken. Zo realiseert Besix voor de Betuwelijn de overkapping van Barendrecht (een contract van 125 miljoen euro). Ook de bouw van het Bijlmerstation in Amsterdam ging naar de Belgen (contract van 67 miljoen euro), evenals de aanleg van de verkeerswisselaar Vaanplein in Rotterdam (45 miljoen euro).

Beerlandt: “Wij hebben tijdelijk kunnen profiteren van de opstoot in publieke investeringen eind vorig decennium, toen de vraag groter was dan het aanbod. Maar vandaag zijn alle grote infrastructuurwerken voor de spoorwegen toegewezen. We richten ons nu op de privé-sector. Vorige maand startten we in opdracht van ING Vastgoed bijvoorbeeld met de bouw van de Montevideotoren in Rotterdam.” Kostprijs hiervan: 62,5 miljoen euro.

Begin 2003 kreeg de reputatie van de Belgen ook een flinke deuk. Volgens de schaduwboekhouding van concurrent Koop Tjuchem zou Besix zich hebben bezondigd aan kartelafspraken. Maar dat wordt door Gerard Van Acker, voorzitter van de Belgische Betonmaatschappij, resoluut ontkend. “Met zijn beschuldiging verwees Koop Tjuchem naar een openbare aanbesteding voor het traject Landen-Berloz van de hogesnelheidslijn tussen Brussel en Keulen. Maar onze combinatie haalde die Belgische opdracht helemaal niet binnen. Na onderzoek van het gerecht zijn wij volledig vrijgepleit.” Dat wordt ook door onafhankelijke bronnen bevestigd. Zo is de naam Besix nergens terug te vinden in het eindrapport van de Nederlandse onderzoekscommissie naar bouwfraude.

Wel stelde adviseur-generaal Marie-ThérèsePeeters van de Raad voor de Mededinging in het NRC Handelsblad dat er in de Belgische bouwsector mogelijk wél diverse kartels actief zijn. Alleen lopen ze volgens haar weinig risico, omdat haar dienst over te weinig ambtenaren beschikt en de politieke prioriteit te laag is om effectief te controleren.

Van Acker: “Sinds begin jaren negentig geldt hier de wet op de openbare aanbestedingen. Dit betekent dat elke ondernemer die over de nodige erkenningen beschikt een bod mag doen. Uiteindelijk haalt degene die de laagste prijs biedt de opdracht binnen. Zo wordt fraude tot een minimum beperkt. Door de hevige concurrentieslag in België zijn de marges tot nul herleid, waardoor we niet langer de algemene kosten kunnen dekken. Hierdoor zijn onze activiteiten in de burgerlijke bouwkunde de jongste jaren gehalveerd en zelfs verliesgevend.”

Lessen uit het verleden

Eveneens slecht nieuws bij onze zuiderburen. Op 9 december 2002 moest Muller TP, sinds eind 1998 een Franse dochter van Besix, de boeken neerleggen. Gisteren, 9 april, sprak de rechtbank zich uit over de overnamebiedingen. Van Acker: “Na een grondig financieel onderzoek besloten wij de activiteiten van Muller TP stop te zetten en het verlies van 17,2 miljoen euro onmiddellijk af te boeken. We kozen voor de korte pijn en trokken lessen uit de zwakheden van een gedecentraliseerde structuur. Voortaan zal de holding haar dochters scherper in het oog houden.”

Dat wordt een van de taken van John Van Hecke (52), de gewezen topman van het vastgoedconcern Bernheim-Comofi die Van Acker begin juni opvolgt als gedelegeerd bestuurder van de groep.

De deconsolidatie van het bedrijf Muller TP drukte in ieder geval fel op de resultaten. Zo verwaterde de nettogroepswinst tot 6,1 miljoen euro. Dat is meer dan 76 % minder dan in 2001. Van Acker: “Maar dat was een uitzonderlijk resultaat, omdat we toen een aantal voorzieningen hebben kunnen recupereren.”

De geconsolideerde omzet van Besix daalde in 2002 van 961,5 naar 812,2 miljoen euro, een daling van 15,53 %. Van Acker: “Dat is hoofdzakelijk te wijten aan de deconsolidatie van Muller TP. Bovendien zakte de waarde van de dollar. Ten slotte passen wij nieuwe boekhoudnormen toe, zodat we in 2005 volledig op de International Accounting Standards kunnen overschakelen. Dat verklaart het verschil. Toch waren de operationele resultaten beter dan ooit. Ook het orderboek ziet er goed uit, namelijk 778 miljoen euro eind 2002. Die contracten moeten een productie van minimum 636 miljoen euro toelaten, waarvan 42 % buiten de eurozone.”

Diversificatie naar hoogbouw

Besix heeft ook besloten zich meer toe te leggen op hoogbouwprojecten in de thuismarkt. In september 2002 is het bedrijf alvast begonnen met de bouw van een 140 meter hoog kantorencomplex in La Défence, het zakencentrum van de Franse hoofdstad. Een opdracht waaraan een prijskaartje van 100 miljoen euro hangt.

Maar al evenzeer hoopt de aannemersgroep dat de Belgische overheid eindelijk werk maakt van publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS). Van Acker: “Daar wordt wel veel over gepraat. Maar realisaties zijn er maar bitter weinig. Kijk maar naar het uitblijven van een concreet project voor het mobiliteitsplan van Antwerpen.”

Eric Pompen

Minder goed vergaat het Besix op zijn klassieke thuismarkt. John Van Hecke, ex-topman van het vastgoedconcern Bernheim-Comofi, volgt Gerard Van Acker begin juni op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content