De bekering van Renaat Landuyt

Achter Vlaams minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt ( SP.A) gomt de ex-kerk van zijn partijgenoot, pastoor-senator Staf Nimmegeers, de zon uit. Ons gesprek is mals en eensporig. Landuyt laat teksten fotokopiëren, roept kabinetsmedewerkers op voor de jongste informatie en scheurt om 19.30 uur tevreden de hoofdstad uit, op weg naar de gemeenteraad van Brugge.

Patricia Ceysens ( VLD), Vlaams minister van Economie, heeft een intellectuele verhouding met de Amerikaan Richard Florida van het boek ‘The Creative Class’ (2001). Landuyt zweert bij de Brit Simon Zadek en ‘The Civil Corporation: the New Economy of Corporate Citizenship’ (2001). Landuyt: “Zadek legt op een fascinerende wijze de brug tussen het op het eerste gezicht zachte gedoe over corporate social responsibility – dat ik vertaal door ‘verantwoord ondernemen’ – en het bredere verhaal: de kenniseconomie, de kweek van talent, de zorg voor het goede product of dienst, de aandacht voor de markt, het schrappen van de paperassen. Dit is gezond brood voor een Vlaamse socialist van 2003. Zadek leert dat je netwerkend met gelijkaardige bedrijven die hun best doen om verantwoord te ondernemen een markt kan innemen, een voorbeeld kan neerzetten en imitatoren kan vinden.”

Stomme verbazing

In juli 2003 publiceerde Landuyt de brochure ‘Trivisi’, het “relaas over menselijk, maatschappelijk en duurzaam ondernemen”, over gedurfd ondernemen in Vlaanderen. In de aanloop naar het congres van het Vlaams Economisch Verbond ( VEV) op 18 november – “Samen ondernemen is groeien” – is hij nijdig dat de ondernemersvereniging na enkele hoopgevende pogingen de belangstelling voor verantwoord ondernemen parkeert bij de ondergeschoven kinderen.

“Op de VEV-congressen is de aandacht voor het thema weggevallen, tot mijn stomme verbazing. Afdelingen van multinationals handhaven zich met verantwoord ondernemen beter in hun concern, zo blijkt uit studies. Weliswaar ligt de klemtoon van Trivisi op de deelnemende bedrijven eerder dan bij de bedrijfstakorganisaties of de vakbonden. Bij de vakbonden was er in het begin wantrouwen, omdat we niet de klassieke paden van het sociaal overleg bewandelen maar procesmatig iedereen bijeenroepen. Wie belangrijk is voor het succes van verantwoord ondernemen brengen wij samen, ongeacht de traditionele structuren. De vakbonden kunnen helpen door het verantwoord ondernemen van onderuit te stimuleren.”

De momentopname van juli is een kanteling naar Trivisi 2. Landuyt: “In de eerste etappe ontwikkelde Trivisi bijvoorbeeld middelen voor ondernemingen om zichzelf te auditen rond diversiteit en de combinatie van werken en leven. In de tweede etappe bekijken we of er wegen zijn om labels toe te kennen aan organisaties zoals Investors in People en, belangrijker nog, hoe we verantwoord ondernemen kunnen populariseren bij de KMO’s. Een internationale onderneming heeft meer middelen, meer antennes en meer mensen om verantwoord ondernemen te exploreren en doet het in een eerste fase vaak om zijn reputatie te ondersteunen. Niet zo de KMO.”

Meer dan padvinderij

Blijft uiteraard de vraag of corporate social responsibility meer is dan padvinderij voor ondernemers in goede tijden. Is 2003 niet te guur voor bijkomstigheden? Landuyt: “Hoe valt verantwoord ondernemen samen met competitiviteit? Ik zie een band, ik weet dat er een band moet zijn. Er is nood aan onderzoek dat aansluit bij de nieuwste school van het denken over verantwoord ondernemen, namelijk de inbedding van verantwoord ondernemen in de markt ( nvdr – dit zou werk kunnen zijn voor de Vlerick Leuven Gent Management School). Verantwoord ondernemen bestaat niet uit losse stukken, dus niet uit individuele ondernemingen die people en planet even hoog achten als profit, maar uit een geheel van verantwoordelijke ondernemingen die als een cluster van betere performantie, producten, mensen een voorbeeldrol spelen.”

Simon Zadek, The Copenhagen Centre en AccountAbility stimuleren het debat over de band tussen competitiviteit en verantwoord ondernemen. Landuyt: “Ondernemers zullen met genoegen horen dat het debat en het onderzoek leunen op het boek van Michael Porter over de competitiviteit van naties. Hij ontdekte de clusters als essentiële poten onder de welvaart van een regio of land. Een cluster is een spontane klontering van kennis en mensen op een geconcentreerde locatie, die daardoor trendsettend wordt voor haar sector. Voortbordurend op die theorie ontstaat een stroming die zegt: tiens, dezelfde redenering kan gelden voor clusters van verantwoord ondernemen. Die zijn de motors van betere producten en diensten die op een verantwoorde manier – dus met eerbied voor de mens, de natuur én de onderneming – toegevoegde waarde en vernieuwing brengen.”

Een recent verslag van SustainAbility en Instituto Ethos haalt voorbeelden aan. De groep Hua Hui in China verhoogde haar bestellingen met 30 % na het SA8000-certificaat te behalen. De Indiase autonijverheid werd opgejaagd door de milieubeweging en moest zich neerleggen bij strenge emissienormen. De branche was kwaad. Zij vond de nodige technologie en is nu competitiever in de hele regio.

Ford Genk

Ford Genk was goed mee met het Trivisi-beleid en toch vallen daar de klappen, stelt minister Landuyt vast. “Het eerste wat zes maanden geleden stil viel bij Ford Genk was het verantwoord ondernemen en dat is een serieuze ontgoocheling voor mij. Ford Genk was een voortrekker voor de buurt en de omgeving. Het op de waakvlam zetten van het verantwoord ondernemen was de voorbode van de herstructurering, blijkt nu. Ford Genk werkt met ons samen in een Trivisi-project en ik weet vandaag niet of dat verlengd zal worden. Ik wil bewijzen dat verantwoord ondernemen nog meer noodzakelijk is in woelige tijden, omdat het gaat over competitiviteit en meerwaarde, niet over goede daden. Het wortelen van een onderneming, het opleiden en omscholen van het talent, het netwerken met gelijkgestemden is allemaal verantwoord ondernemen. Hoe kan ik die ervaring met Ford Genk ombuigen tot een beleid in samenspraak met het middenveld: de syndicalisten, de ondernemers, de civiele maatschappij?”

Op het kabinet kweekt Renaat Landuyt het embryo van zijn “netwerkpolitiek”. De netwerkpolitiek – verantwoord ondernemen ondersteund door het middenveld en de markt – moet mee naar de Vlaamse regeringsonderhandelingen van de zomer 2004. Landuyt: “Ik vecht om dat in een Vlaamse regeerverklaring te krijgen. De tegenstelling met de federale regering is hier kenschetsend. Zij zal werken met quota’s om minderheidsgroepen in het arbeidsproces te krijgen, ik kies voor sensibilisering.”

Renaat Landuyt neemt de bedrijven die verantwoord ondernemen ernstig en wil ze promoten als rolmodel. “Het marktmechanisme valt voor mij niet karikaturaal samen met het dumpen van sociale rechten,” biecht hij op. “Ik stel de volgende vragen: wie breng ik samen, hoe kan ik helpen, wat moet in een wettekst en wordt die wettekst eventueel ingevoerd als de markt dat toelaat? Er zijn weinig regeringen in Europa op die manier bezig met deze thematiek, misschien in Denemarken. In een wereldeconomie is een wet ergens hypocriet. Verantwoord ondernemen à la Zadek geeft mij het recept om de samenleving te duwen naar sociale vooruitgang, zonder dat ik wetten moet opleggen. Dat is ook wat de Europese Unie doet met haar Multi-stakeholder Dialogue rond verantwoord ondernemen. Vlaanderen lijkt op Denemarken, dat land heeft de sterke punten van zijn kenniseconomie op een rij gezet en probeert die te dompelen in een bad van verantwoord omgaan met mensen en kennis.”

Stevaerts gratispolitiek

Via het begrip connectiviteit uit het boek van Richard Florida, dat de bijbel is van het nieuwe kabinet van de Vlaamse minister van Economie, meent Landuyt dicht te zitten bij wat Patricia Ceysens beoogt: “Wat hier gebeurt, is erg New Labour. Wij Vlaamse socialisten gaan niet langer de markt bestrijden, wij gaan de markt verleiden.”

Renaat Landuyt ziet een groot verschil tussen zijn kabinetsleden van twintig tot dertig jaar en die van 35 tot 45 jaar. “De twintigers van nu zijn ongeremd sociaal. Het doel vinden zij belangrijk, niet de methode. Wat onze partijvoorzitter, Steve Stevaert, doet met zijn gratispolitiek is inderdaad een vorm van herverdeling en daarvoor zijn wij niet beginnen te zeuren over de publieke en de privé-initiatieven.”

De SP.A verlaat het klassieke terrein voor nieuwe invalshoeken, bijvoorbeeld de mobiliteit en de Talentenbank. De oudere generatie van de Vlaamse socialisten is daarover onwennig. Landuyt: “Wij gaan niet meer uit van een overheid die plant, dat woord ligt nog bestorven in de mond van een bepaalde generatie die alles plant ( nvdr – de minister doelt op de generatie van Norbert De Batselier). De jongere socialisten denken dat zij voldoende leep zijn om de mechanismen, ook de marktmechanismen, te sturen in de richting van de doelstellingen. Een mooi voorbeeld is de politiek van gratis openbaar vervoer voor ouderen. Daar hebben wij niet volgens een plan bepaalde categorieën uitgesloten of bevoordeeld. Wij hebben evenmin gezegd: eerst de meest behoeftigen. We hebben ook niet betreurd dat gepensioneerde X, Y of Z een Rolls-Royce heeft. Hij mag ook gratis op de bus. Het is een generieke maatregel waarvan wij wisten dat het grootste effect bij de juiste doelgroep zou komen. Dat is het enige dat telt. Het gratis openbaar vervoer voor ouderen laat toe het doel veel vlugger, veel eenvoudiger, veel socialer, veel draaglijker te bereiken. Een prima slogan van Steve op het voorzitterscongres was: alles voor iedereen, maar niet te veel. We gaan de mensen niet dwingen tot gelijkheid, we gaan hen verleiden tot gelijkheid. Ik geef toe dat het afwimpelen van een plan chaotisch overkomt bij de oudere socialistische generatie.”

Spelen op de beurs

De Talentenbank zal gevoed worden door de dividenden van de Gimv. “Wij spelen als socialisten mee op de beurs en steunen het vrije risicokapitaal, maar met zijn opbrengst voor de Vlaamse overheid doen we iets nieuws,” lacht Landuyt. “De Talentenbank combineert een idee en een ondernemer. De Gimv kan volledig geprivatiseerd worden, ook voor mij, omdat de Gimv niet essentieel is. De doelstelling van de politiek is wél essentieel. Het aanwakkeren van het risico en de financiering daarvan kan zonder de Gimv, maar het zou vandaag vanwege de marktomstandigheden niet wijs zijn om volledig uit de Gimv te vertrekken. Aandelen en rendementen zijn voor de Vlaamse socialisten van nu en voor deze regering belangrijk.”

Verantwoord ondernemen moeten we kunnen meten, vindt Renaat Landuyt. Trivisi ontwikkelt daar de instrumenten voor, specifiek voor de Vlaamse KMO’s. Maar van verplichte auditsystemen wil hij niet weten. “De boodschap is: verantwoord ondernemen is een goed op zich en, indien verstandig gehanteerd, ook een brug naar winstgevendheid. De sterkte van verantwoord ondernemen is dat het wordt overgenomen door de concurrentie, want zij ziet het de pionier gebruiken voor zijn imago, zijn omzet, zijn winst. De toetssteen is de markt.”

Frans Crols

“Verantwoord ondernemen is nog meer noodzakelijk in woelige tijden, omdat het gaat over competitiviteit en meerwaarde, niet over goede daden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content