De baron die geld doet rollen

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Zijn het adellijke netwerken? Of is het de onstuimigheid van de jonge financier, op zoek naar steeds weer een nieuwe opportuniteit in het zakenleven? Thibaut van Hövell, nauwelijks 34, werkte zich de voorbije week in de kijker als mogelijke overnemer van Lunch Garden, een filiaal van cateraar Carestel.

Het gaat om een toch wel erg zwaar te verteren brok van 59 restaurants, eind 2002 een werknemersbestand van 1659 mensen, en een omzet van 76,8 miljoen euro, maar evenzeer met een positief nettoresultaat en dito cashflow. “Ik heb altijd veel dingen tegelijk gedaan. Je moet snel gaan, want op die manier grijp je kansen,” aldus Van Hövell. “Voeding is een interessante business, met weinig conjunctuurschommelingen.” Veel meer rolt er niet over zijn lippen. De transactie zou eind mei beklonken moeten zijn. “De financiering gebeurt via een bank.”

Tja, moeten we het daarmee stellen? Zijn naam omvat meer woorden dan zijn commentaar (haalt u even diep adem): baron Thibaut Raoul Bayard Nathan van Hövell tot Westerflier. In de dertiende eeuw dook de adellijke familie op in het oosten van Nederland. Waar de naam Van Hövell vandaan komt, blijft een raadsel. De naam Westerflier refereert aan een landhuis in de provincie Overijssel. De familietak van baron Thibaut is afkomstig van het landhuis Gnadenthal gelegen bij Kleve, net over de Duitse grens.

De diaspora zit Thibaut in het bloed. Vader Rolof werd in Indonesië geboren, als zoon van een beheerder van theeplantages. Grootvader overleefde de Japanse interneringskampen niet, Rolof voer na de Tweede Wereldoorlog vaderloos op een boot van het Rode Kruis naar het Oude Europa. Moeder Corinne trok in de jaren zestig naar Curaçao en beheerde een apotheek. Daar werd Thibaut geboren. Zijn parcours voerde hem naar Nederland, België, Rusland, Chili, Londen, Parijs, Amsterdam. En sinds kort Brussel, want aan de riante Molièrelaan in Vorst betrekt de baron een optrekje.

Dat kosmopolitisme leidde tot een passie voor talen. De baron spreekt er acht. In 1974 kwam Thibaut van Hövell naar Europa, waar hij als leerling op het internaat van de Brugse abdijschool van Zevenkerken zijn Nederlands bijspijkerde. “Ik was de enige Nederlander op school, dat gaf een raar effect.” Tijdens zomerkampen in Frankrijk en Zwitserland schaafde hij aan zijn Frans.

Rechten en Filosofie studeerde hij aan de universiteit in Leiden. Als tussendoortje stampte Thibaut in 1991 de eenmanszaak van Hövell Trading uit de grond. De polyglot voerde vanuit Antwerpen kunstmest naar Chili – zijn tante Elna is getrouwd met een Chileense diplomaat – en tabak naar het toenmalige Tsjecho-Slovakije. Nederland kreeg op zijn beurt houten speelgoed geïmporteerd. Tussendoor leerde de baron aan de universiteit van Lomonosov de Russische taal.

In 1992, na het einde van de studies, volgde een jaartje Santiago de Chile. Voor het investeringsfonds Robeco lokte hij als private banker rijke Chilenen. Thibaut van Hövell tot Westerflier hield het algauw voor bekeken. In 1993 was hij terug in Europa, nu als investment banker. Drie jaar lang was hij in Londen aan de slag bij Dresdner Kleinwort Wasserstein. Op het menu stonden onder meer projectfinanciering in Zuid-Amerika, fusies en overnames in de farmacie en de beursintroductie van een bedrijf uit de telecommunicatie.

En de rode draad doorheen dat investeringsgeweld? “Het bleef kriebelen. Ik wou mijn eigen zaak starten,” aldus Van Hövell. Toch zou de baron nog een jaar geduld moeten hebben. In 1997 trok hij naar Parijs voor een MBA aan Insead. Zelfs voor de kosmopoliet was dat een erg internationale omgeving. “Met collega’s uit Sjanghai tot Californië,” herinnert hij zich. En ook dichter bij huis, want Thibaut zwoer er eeuwige trouw aan zijn echtgenote, de Belgisch-Italiaanse Allegra. Met de sinds kort jongste partner van McKinsey in Brussel keuvelt Thibaut in de taal van Dante.

Op Insead smeedde hij een misschien nog belangrijker vriendschap met Grégoire de Spoelberch, een telg van één van de adellijke sleutelaandeelhouders van de biergigant Interbrew. Samen met de 38-jarige Grégoire de Spoelberch is Thiebaut van Hövell de belangrijkste financier achter de overname van Lunch Garden. De aandeelhouder van de biergigant voelt zich blijkbaar thuis bij Carestel. Eerder dit jaar werd hij al mede-eigenaar van Restel Residences, de keten van seniorieën, geleid door Isabelle Van Milders.

Eind mei zou de deal rond zijn. Maar waar haalt baron Thibaut de centen vandaan? De balansen van zijn vennootschappen – gespreid over België en Nederland – ogen niet meteen rooskleurig. Crock’In werd gekocht via het Nederlandse investeringsfonds BlueFount Investments. Volgens de financiële-informatieverschaffer Dun&Bradstreet had dit bedrijf einde 2002 een negatief eigen vermogen van 23.387 euro. Het bedrijf maakte in dat jaar een verlies van 21.980 euro.

Twee andere Belgische BVBA’s, Belgravia Holding en Festina Lente, werden slapende vennootschappen. Via die vehikels heeft de baron naar eigen zeggen een vervelend avontuur achter de rug. De twee BVBA’s investeerden in het failliete computeranimatiebedrijf Djungo. Het voormalige Imagination in Motion behoorde tot het conglomeraat Think Media en zijn verguisde topman Maurice De Velder. Voormalige medewerkers herinneren zich de baron als een loyaal en fijn heerschap, maar misschien wat naïef. En met een gebrek aan praktijkervaring, want zakendoen is meer dan een businessplan schrijven.

Op zijn conto staan dan weer zijn neus voor opportuniteiten en zijn netwerk in de financiële wereld. Hij weet met andere woorden hoe hij aan geld kan geraken. Doet blauw bloed sneller geld vloeien?

Eigenaar van broodjesketen Crock’In

Mogelijke overnemer van Lunch Garden

Wolfgang Riepl

De baron heeft een neus voor opportuniteiten en een netwerk in de financiële wereld. Kortom: hij weet hoe hij aan geld kan geraken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content