‘De banksector lijkt sterk op de Sovjet-Unie in de jaren tachtig’

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

Na twee jaar een blog te hebben bijgehouden over de zakenbankiers in Londen, publiceert de Nederlandse journalist Joris Luyendijk nu een boek over zijn ervaringen. En hij is niet mals: “Wat is Noord-Korea? Gesubsidieerde bedrijven die niet failliet kunnen gaan. Wat zijn westerse banken? Gesubsidieerde bedrijven die niet failliet kunnen gaan.”

De Nederlandse journalist en antropoloog Joris Luyendijk begon in juli 2011 voor de Britse krant The Guardian een blog over de bankiers die werken in het financiële hart van Londen: de City. Anoniem vertelden ze over hun werk en leven. De bedoeling was inzicht te verschaffen in een wereld die in 2008 op de rand van de afgrond balanceerde en de hele samenleving dreigde mee te sleuren.

“Ik wist echt geen bal van de banksector toen ik eraan begon”, vertelt Luyendijk bij een flat white in een Londense boekhandel annex koffiehuis. “De blogs waren de weerslag van iemand die niet weet wat hij moet vragen. Daarom liet ik de mensen vertellen wat zij belangrijk vonden.”

En zo stootte Luyendijk op een inzicht dat in weinig boeken over de financiële sector aandacht krijgt: het gebrek aan werkzekerheid. “In de City kun je binnen de vijf minuten ontslagen worden. Daardoor zijn die bankiers zo op de korte termijn gefocust. Hun horizon reikt niet verder dan vijf minuten. Maar het creeert ook een cultuur van angst en wantrouwen. Alles staat in het teken van het eigen overleven. Iedereen is heel defensief. Wat je krijgt is een enorm kuddegedrag.”

Werken in de City was geen pretje, merkten lezers van de blog. Het beeld van de bankiers als slechteriken en schurken bleek niet helemaal te kloppen. Luyendijks oordeel is redelijk mild: het zijn ook maar mensen, vaak het slachtoffer van een ontwricht en dolgedraaid systeem.

En nu is er dus een boek. “Het verslag van een ontdekkingsreis”, noemt Luyendijk het. “Kuifje bij de bankiers: het boek van een naïeve jongen die in de grote stad aankomt en ontdekt hoe het allemaal in zijn werk gaat. En hoe meer mensen begrijpen hoe gevaarlijk die sector is, hoe minder de banken zich kunnen terugtrekken achter de muren van de City.”

Is de City geen ver-van-mijn-bedshow voor Vlamingen en Nederlanders?

JORIS LUYENDIJK. “Helemaal niet. Elke grote bank heeft er een Nederlandstalige Beneluxdesk, die producten en diensten wil verkopen aan Belgische investeerders, gemeenten, pensioenfondsen en bedrijven. Wanneer is de grote baas van AB InBev echt zenuwachtig, denk je? Als hij naar Londen moet om zich tegenover dat leger van analisten te verantwoorden. Want daar wordt bepaald hoeveel geld AB InBev kan lenen, hoe kredietwaardig de onderneming is, en wat het beleggingsadvies voor het aandeel wordt. Alles wat op de internationale kapitaalmarkt gebeurt, passeert via Londen. Het idee dat er nog fundamentele financiële beslissingen vallen in België, is lang achterhaald. Dit is het financiële centrum van Europa. Als hier zeven mensen oordelen dat België er financieel veel slechter voorstaat dan iedereen denkt, kan het heel snel gaan. Drie artikels in de Financial Times en je bent het kneusje van Europa.”

Wat was een van uw eerste ontdekkingen als financiële leek?

LUYENDIJK. “Dat het concept van een too big to fail beurgesnoteerde bank die zowel zakenbank- als consumentenbankactiviteiten combineert, nog heel nieuw is. Dat is een ontwikkeling van de jongste decennia. En daarvoor waren er gewoon veel minder bankcrisissen.

“Zakenbanken waren tot de jaren tachtig aparte firma’s in Wall Street en de City, en dat was volkomen logisch. Nu adviseert een bank zowel de ondernemer die naar de beurs gaat, als de investeerders die de aandelen kopen, en bovendien koopt of verkoopt ze ook nog eens voor eigen rekening. Dat zijn gigantische belangenconflicten. Bovendien was de zakenbank georganiseerd als een partnership, waardoor de bankiers hoofdelijk aansprakelijk waren. Er was geen risico en compliance-afdeling nodig, de bankier zelf was de riskmanager. In het huidige systeem is de bankier geëvolueerd tot iemand die pakt wat hij pakken kan, terwijl de risico’s gedragen worden door iemand anders: de aandeelhouder of de belastingbetaler.”

Is er dan niets veranderd sinds 2008? Bankiers beweren van wel.

LUYENDIJK. “Er zijn veel regels bij gekomen, en er is meer aandacht voor risico’s. Maar dat betekent niet dat de oorzaken van het probleem zijn weggenomen. Sommige banken zijn zelfs nog groter dan zeven jaar geleden, de verwevenheid en de belangenconflicten zijn er nog altijd, net als de perverse prikkels. Dit jaar verklaarde twee derde van de aanwezigen in Davos niet te geloven dat het financiële systeem al tegen een stootje kan. Zeven jaar na de crisis, dat kan tellen.

“Wat mij nog het meeste choqueert is dat toezichthouders en politici beweren dat de toestand veel veiliger is. Zolang zij hun eigen onmacht niet benoemen, zijn we niet op het goede pad. Als je ziet welke schade deze sector kan aanrichten, vind ik het onverantwoord te doen alsof het probleem is opgelost.”

Wat is volgens u de kern van het probleem?

LUYENDIJK. “Dat er geen vrije markt bestaat in de financiële sector. In de meeste landen vormen de grootbanken oligopolie dat met de winst gaat lopen en de risico’s doorschuift naar de belastingbetaler. Wat je in de jaren tachtig leerde over de Sovjet-Unie, doet sterk denken aan wat je vandaag in de financiële sector ziet: instellingen die door de overheid op de been gehouden worden, met een carrousel van bankiers, toezichthouders en politici die elkaars handelingen toedekken.

“Zolang we het huidige bancaire systeem als een vrije markt blijven omschrijven, zal er nooit iets veranderen. Liberale en conservatieve politici verdedigen een systeem dat werkelijk niets met hun idealen te maken heeft. Too big to fail banken staan haaks op de kern van het kapitalisme. Philippe Lamberts van de Groenen is een van de weinige politici die voor de vrije markt is. Hij wil een systeem waarin banken geen subsidies krijgen en failliet kunnen gaan. Wat is Noord-Korea? Gesubsidieerde bedrijven die niet failliet kunnen gaan. Wat zijn westerse banken? Gesubsidieerde bedrijven die niet failliet kunnen gaan.”

Politici zouden zo’n kartel kunnen openbreken. Waarom doen ze dat niet?

LUYENDIJK. “Een deel van de politici ziet het niet, en een ander deel wil het niet zien. Nogal wat politici krijgen op een gegeven moment een mooie job bij een of andere bank. Gerrit Zalm is daarvan het mooiste voorbeeld. Als minister van Financiën heeft hij jarenlang toegekeken hoe ABN Amro evolueerde tot wat men in de City omschrijft als een van de grootste drollen uit de financiële geschiedenis. Vervolgens gaat hij er voor 1 miljoen euro per jaar de tent leiden. En voor een bank is het natuurlijk interessant politici in je raad van bestuur te hebben. Zij kunnen snel bellen als er weer eens staatssteun moet komen.”

Wat moet er gebeuren om de banksector veiliger te maken?

LUYENDIJK. “Als we het systeemrisico willen beheersen, moeten we banken weer verknippen tot allemaal aparte bedrijfjes. Als we dat niet doen, zullen studenten ons over twintig jaar vragen waarom we dat niet gedaan hebben.

“Ik geloof ook in het optrekken van de kapitaalbuffers. Tot 20 procent, waarom niet? Want daar zit een fundamenteel probleem: een bank probeert een zo hoog mogelijke return op zijn eigen vermogen te realiseren. Dat is eigen aan de financiele wereld, dat bestaat niet in andere sectoren. Een industrieel bedrijf als Philips probeert zo veel mogelijk winst te maken, maar dat staat los van het kapitaal. Bij de banken maakt de drive naar efficiënter gebruik van het kapitaal het hele systeem fragiel. We moeten banken verhinderen nog meer winst uit hun kapitaal te halen, want het kapitaal vormt net de buffer.”

Als we grotere kapitaalbuffers moeten aanleggen, kunnen we de reële economie niet meer financieren, luidt het klassieke tegenargument van de bankiers.

LUYENDIJK. “Dat is een mooi voorbeeld van bewuste misleiding. Lees er het boek The Bankers’ New Clothes maar op na. Waarom zouden bankiers niet meer eigen vermogen kunnen aantrekken en daaruit een groter deel van hun kredietverstrekking financieren? Daar kunnen maar twee redenen voor zijn: of ze begrijpen hun eigen businessmodel niet of ze liegen. Ik weet niet wat ik enger moet vinden. In het eerste geval is het de incompetentie van een financiële kernreactor, in het tweede geval kun je nog hopen dat ze er ooit mee ophouden.

“Door uit te pakken met een ander verhaal, van een nieuwe cultuur in de sector, zijn de bankiers erin geslaagd de aandacht van het systeem af te leiden. Terwijl dat blijft kampen met constructiefouten. Maar door er een cultuurverhaal van te maken is het alsof het systeem voort kan functioneren — mits de mensen maar wat aardiger zijn.”

Het beeld dat u in uw boek gebruikt om de onveiligheid van het financiële systeem te beschrijven is dat van een lege cockpit: er is geen piloot in het vliegtuig.

LUYENDIJK. “De publieke opinie denkt vaak dat men weet hoe het systeem gered kan worden, maar dat corrupte politici dat verhinderen. Wel, dat is niet zo. De realiteit is dat niemand weet hoe het vliegtuig aan de grond gezet kan worden.”

Geloof je dat regulering effectief tot resultaat kan leiden?

LUYENDIJK. “Eigenlijk heeft de regulering van de banksector een soort Gulliver gemaakt: een reus die we niet in stukken snijden, maar proberen vast te binden. Maar de verleidingen voor Gulliver zijn niet weggenomen. Alsof je tegen je kinderen zou zeggen: daar staat een kast vol chocolade, maar je moet beloven dat je er afblijft. Die belofte, dat is dan de hervorming. Voor mij volstaat die bankierseed niet, ik vind dat je gewoon de verleidingen moet wegnemen.”

Ik ken bankiers die opgetogen zijn met de nieuwe regels.

LUYENDIJK. “Natuurlijk. De vele regels zorgen ervoor dat nieuwe spelers nauwelijks een kans krijgen. Het bestaande bankenlandschap wordt als het ware in stand gehouden. De kans dat er een nieuwe concurrent opduikt, is nihil. Fantastisch toch? En ook de toezichthouders zijn tevreden. Het laatste wat zij willen, is nog eens een bank erbij. Het is zo al moeilijk genoeg met die grootbanken. Willen we er nog een stelletje cowboys doorheen? Neen, liever niet. In Nederland had je met DSB zo’n nieuwe bank, en die bleek toch minder goed in elkaar te zitten dan gedacht. Nou, dan krijgt de toezichthouder weer de schuld.”

‘Dit kan niet waar zijn’, Joris Luyendijk, Uitgeverij Atlas Contact, 2015.

PATRICK CLAERHOUT

“Zolang we het huidige bancaire systeem als een vrije markt blijven omschrijven, zal er nooit iets veranderen”

“Drie artikels in de Financial Times en je bent het kneusje van Europa”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content