‘De bankenoorlog gaat gewoon voort’

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

Met Centea erbij verzekert Landbouwkrediet zich van een steviger positie op de Belgische bankenmarkt, net achter de grootbanken. En dat is nodig want de markt wijzigt de komende jaren grondig, voorspelt CEO Luc Versele. “Ik denk dat er tegen 2015 veel minder banken zullen overblijven .”

De grote stap voorwaarts. Dat is de overname van Centea voor Landbouwkrediet. De KBC-bankdochter moest de deur uit ter compensatie van de gekregen staatssteun, zo had de Europese commissie beslist. KBC zocht een oplossing in eigen land en Landbouwkrediet hapte maar al te graag toe. Al moet de bank daar wel 527 miljoen euro voor op tafel leggen.

“Het blijft een opportuniteit die zich maar één keer in een mensenleven voordoet”, vindt Luc Versele, de CEO van Landbouwkrediet. “Centea is een goede, rendabele bank, die ons de mogelijkheid biedt een hele inhaalbeweging te maken.” Het aantal klanten stijgt met meer dan 600.000 boven het miljoen, het balanstotaal van Landbouwkrediet verdubbelt, het aantal kantoren verdrievoudigt tot 900 en het marktaandeel stijgt van 2 tot 4 à 5 procent.

“Daardoor zijn we veel beter geplaatst op de Belgische markt”, zegt Versele. “Ik verwacht me aan grote veranderingen in de bankensector. Dankzij ons coöperatieve model hadden wij ook zonder schaalvergroting kunnen overleven, maar het zou moeilijker geweest zijn. Met Centea erbij is de toekomst van beide banken beter verzekerd dan ervoor.”

Versele zit op een tiental dagen van de definitieve bezegeling van de koopovereenkomst. Begin juli moet die ‘closing’ rond zijn en kan hij het nieuwe directiecomité officieel voorstellen. “Verandering begint aan de top”, zegt hij. Details kan Versele nog niet kwijt, maar de grote lijnen voor de integratie van Centea zijn uitgetekend.

Welke kritische massa heeft een bank nodig op de Belgische markt?

LUC VERSELE. “Je moet streven naar een marktaandeel van ten minste 3 tot 5 procent. Als je kleiner bent… Dat ging tot hiertoe, maar de strengere BaselIII-normen voor liquiditeit en solvabiliteit maken het voor de kleine banken moeilijker. Al die nieuwe regels leiden tot hogere kosten.

“Bovendien worden de grootbanken door de Europese commissie wel verplicht hun activiteiten af te bouwen, maar die afbouw gebeurt grotendeels in het buitenland. In België stijgt het balanstotaal van de grote banken nog, waardoor de commerciële druk op de thuismarkt groter wordt.”

VERSELE. “Lange tijd waren de vier grootbanken elkaar min of meer waard. Nu heb je BNP Paribas Fortis als enige echt grote bank, gevolgd door drie banken die je steeds meer als ‘middelgroot’ kunt omschrijven: KBC, Dexia en ING België. In die context verbaasde het mij dat de nieuwe topman van BNPP Fortis waarschuwde voor een prijzenoorlog, terwijl ze verdorie zelf marktverstorend werken. BNPP Fortis heeft zijn eerder verloren positie al lang heroverd en toch blijft het commercieel bijzonder agressief, vooral met zijn beleggingsproducten. De bankenoorlog gaat gewoon voort.”

Wat betekent dat op termijn?

VERSELE. “Ik denk dat er tegen 2015 heel wat minder banken zullen zijn. Er zullen minder kleine banken overblijven, terwijl sommige grootbanken nog groter worden en andere juist kleiner en meer gespe- cialiseerd worden. De Belgische markt zal grondig wijzigen. Ik verwacht een verregaande consolidering. Als kleine bank is het heel moeilijk geworden om het renteresultaat te laten groeien. Je wordt verplicht om de tarieven in de markt te volgen. Dat kun je een tijdje volhouden, maar als het te lang duurt, ontstaat er een structureel probleem.

“Voor de financiële crisis was er een heel scherpe concurrentie in kredieten, wat resulteerde in lage marges. Maar de marges op deposito’s waren goed. Doordat heel wat banken nood hebben aan liquiditeiten is het nu ook oorlog aan de kant van de deposito’s. Terwijl de marges op kredieten niet stijgen.”

En toch publiceren onze grootbanken winstcijfers van grosso modo een miljard euro op jaarbasis. Zo groot kan de margedruk toch niet zijn?

VERSELE. “Ik heb de indruk dat hun winst toch vooral een gevolg is van lagere kredietprovisies – en zelfs de terugname van provisies – en van de waardeverhoging van hun beleggingsportefeuilles die tijdens de financiële crisis zware klappen kregen. Het is niet in de retailactiviteit dat de grote winsten gemaakt worden.”

Is er aan de kostenkant nog ruimte om te snoeien?

VERSELE.Cost cutting gebeurt altijd ten nadele van je organisatie. Ik ben er zelf geen voorstander van. Landbouwkrediet probeert dat zo veel mogelijk te vermijden. We zijn er vorig jaar in geslaagd onze winst te verhogen en tezelfdertijd het aantal personeelsleden, agenten en klanten te verhogen. Wij zijn een bank die blijft investeren. Daarom is een bepaalde kritische grootte voor ons zo belangrijk. Je moet kunnen meestrijden om je plaats op de markt te consolideren. Niet alle banken kunnen dit waarmaken. Vandaar dat een aantal zich specialiseert in een bepaald domein of clientèle.”

Hebt u de synergievoordelen van de overname van Centea al becijferd?

VERSELE. “We bezitten Centea nog niet. De closing van de deal gebeurt naar alle verwachting tegen begin juli. Pas daarna zullen we weten welke schaalvoordelen we precies kunnen realiseren. In een eerste fase zullen er vooral integratiekosten zijn. Alle processen moeten van het informaticaplatform van KBC naar het onze getransfereerd worden. Dat is een eerste grote uitdaging. Die IT-migratie zal naar schatting 40 miljoen euro kosten. In totaal becijferen we de integratiekosten op 70 tot 75 miljoen euro, te spreiden over twee à drie jaar.

“De tweede grote uitdaging wordt het organisatorisch ineenschuiven van de twee banken. De modellen zijn gelijklopend. Centea werkt net als wij met een net van zelfstandige agenten, dus daar zie ik weinig problemen. Voor producten, waarden en filosofie zitten we op dezelfde golflengte.”

Het nadeel is natuurlijk dat er na de fusie te veel agenten zijn?

VERSELE. “Er zullen inderdaad overlappingen zijn – agenten in dezelfde ge-meente. Maar voor ons is dat geen punt. Het gaat hier niet om een net van loontrekkenden. Er zijn relatief weinig structurele kosten verbonden aan de agentschappen; de zelfstandige agenten zijn zelf eigenaar van de kantoren. De agenten werken op commissie. Als ze een goede productie hebben, verdienen ze goed. Ik ga ervan uit dat er een natuurlijke selectie zal plaatsvinden, dat agentschappen fuseren, en dat de agenten met de sterkste productie overblijven.

“Vanuit efficiëntie-overwegingen hebben wij inderdaad geen behoefte aan 900 kantoren. Ik voorzie een afkalving in de volgende vijf jaren. Het lijkt me realistisch dat er een stuk of 700 agentschappen overblijven. Maar dat is niet mijn eerste bekommernis. De prioriteit ligt bij de integratie van de twee banken in de interne organisatie.”

Hoe snel zullen Landbouwkrediet en Centea op één lijn zitten?

VERSELE. “Bij de closing stellen we een nieuw directiecomité voor. We starten de integratie aan de top, waarna de hele organisatie volgt. Een volledig organogram moet tegen eind dit jaar klaar zijn. Voorlopig blijven de twee netten naast elkaar bestaan, maar commercieel zullen we zo snel mogelijk de tarieven gelijkstellen zodat er geen wrevel ontstaat. Het commercieel beleid volledig op elkaar afstemmen, zal wellicht niet meer voor dit jaar zijn. Die oefening willen we samen met het personeel en de agenten van Centea maken. We willen echt een nieuwe bank creëren waarbij zowel de mensen van Landbouwkrediet als die van Centea betrokken worden.”

Twee organisaties in elkaar schuiven betekent ook overlappende functies schrappen. Moeten we ons aan een ingrijpende reorganisatie verwachten?

VERSELE. “Neen, door de fusie ontstaat een groep van iets meer dan 1000 personeelsleden en we denken dat we na de integratie evenveel mensen zullen nodig hebben. Zo is er een aantal functies dat momenteel door KBC uitgeoefend wordt, bijvoorbeeld in IT, dat wij moeten overnemen. Daarvoor werven we 50 informatici aan. Het personeelsaantal vermindert dus niet, maar bepaalde mensen zullen wel een andere functie of een andere opdracht moeten uitvoeren. Er zal functionele mobiliteit nodig zijn, dat is duidelijk.”

Fidea, die andere KBC-dochter, kon en wilde u niet mee overnemen. Maar hoe lastig is het dat er nog altijd geen overnemer voor de verzekeringsgroep is?

VERSELE. “Een gemeenschappelijk project voor Centea en Fidea ware ideaal geweest. Maar KBC heeft op een gegeven moment die gesprekken losgekoppeld, waardoor we een commer-ciële overeenkomst voor vijf jaar gesloten hebben met Fidea. De toekomstige eige-naar van Fidea zal dat engagement ongetwijfeld met ons willen bespreken. Fidea is een belangrijke factor in de relatie met de agenten. In die zin had ik graag een structurele oplossing gezien, maar ik had ook geen zin om het dossier-Centea te laten afhangen van wat er met Fidea zou gebeuren.”

PATRICK CLAERHOUT

“Vanuit efficiëntie- overwegingen hebben wij inderdaad geen behoefte aan 900 kantoren”

“In totaal becijferen we de integratiekosten op 70 tot 75 miljoen euro, te spreiden over twee à drie jaar”

” Doordat heel wat banken nood hebben aan liquiditeiten is het nu ook oorlog aan de kant van de deposito’s. Terwijl de marges op kredieten niet stijgen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content