De banken staan in hun blootje

Banken zijn nog altijd veel te fragiel en bankiers gebruiken valse argumenten tegen hervormingen, schrijven de economen Anat Admati en Martin Hellwig. Een verplicht hoger eigen vermogen voor banken is de belangrijkste stap naar een veiliger financieel stelsel.

Wie in de Verenigde Staten een huis wil kopen, moet 20 procent van de koopsom in eigen geld inleggen om voor een hypotheek in aanmerking te komen. De gedachte daarachter is dat de huiseige-naar dan tegen een stootje kan als het huis in waarde daalt. Pas als het pand meer dan 20 procent in waarde daalt, is de hypotheek of de schuld hoger dan de waarde van het huis. Zeker na de crisis, die in 2008 ontstond op de Amerikaanse huizenmarkt, is het begrijpelijk dat banken dat van hypotheekaanvragers verlangen.

Maar voor hun eigen leningen — banken lenen meer dan welk ander soort bedrijf ook — verlangen banken een heel andere behandeling. Net als andere be-drijven financieren banken hun inves-teringen via leningen, aandelenemissies of door winst te herinvesteren. Maar banken financieren hun investeringen vaak voor 97 procent met geleend geld. Dat mag. In de jongste Bazel-akkoorden is afgesproken dat het eigen vermogen van banken slechts 3 procent van de activa hoeft te bedragen.

Daardoor is het voor banken lastiger dan voor andere bedrijven om verliezen op te vangen. En zoals de financiële crisis heeft uitgewezen, kan dat leiden tot kostbare bail-outs en grote maatschappelijke schade. Daarom stellen de economen Anat Admati (Stanford) en Martin Hellwig (Max Planck Instituut in Bonn) in hun onlangs verschenen boek The bankers’ new clothes voor banken een ratio eigen vermogen tot activa van minimaal 20 procent op te leggen. Op dat ietwat willekeurig aandoende getal komen ze door banken gelijk te stellen aan het fictieve personage van huiseigenaar Kate: “Als Kate 20 procent eigen geld moet inleggen, waarom zou Jamie dat dan niet ook moeten?” De Jamie waarvan sprake is Jamie Dimon, de CEO van JPMorgan Chase.

Bankierslobby

Banken verwijzen graag naar hun belangrijke rol als hoeders van spaartegoeden en managers van het betalingsverkeer, wanneer ze aanvoeren dat eigen vermogen duur is: aandeelhouders verlangen een hoger rendement dan bijvoorbeeld obligatiehouders. Daarmee gaan de banken voorbij aan het feit dat ze goedkoper kunnen lenen, omdat de markt heel goed weet dat de overheid altijd garant zal staan voor de leningen van de banken, juist door de cruciale rol die ze in de economie spelen. Admati en Hellwig noemen dergelijke voordelen subsidies. “Laten we wel wezen”, zegt Admati. “Hogere kapitaalvereisten hebben maar één nadeel: ze zijn slecht voor de mensen die bij banken werken. Maar niet voor de maatschappij.” Het voordeel voor de maatschappij is een veiliger financieel systeem. Bovendien kunnen goed gefinancierde banken ook tijdens recessies leningen verstrekken, weet Admati.

Dat bankiers graag het status-quo bewaren, heeft te maken met de manier waarop ze beloond worden, leggen de auteurs uit. De hoogte van de beloningen is gekoppeld aan het rendement op eigen vermogen (return on equity of REO). En de eenvoudigste manier om dat te vergroten, is door zo veel mogelijk te lenen. Het creëren van extra eigen vermogen, zoals Admati en Hellwig bepleiten, bijvoorbeeld door de uitgifte van nieuwe aandelen, zou het REO — en daarmee het inkomen van de bankiers — automatisch omlaag halen. Bovenstaand mechanisme verklaart de fanatieke lobby van bankiers tegen hervormingen.

Het leidt ook tot het gebruik van valse argumenten, schrijven Admati en Hellwig. Zo mogen bankiers graag het vergroten van het eigen vermogen gelijkstellen aan het opzijzetten van kapitaal, dat dan volgens hen ‘onttrokken wordt aan de economie’. Dat laatste is eenvoudigweg niet waar: kapitaal dat op de aandelenmarkt is betrokken, kan net zo goed worden uitgeleend als kapitaal dat via een lening is verkregen. Admati begrijpt het wel: “Het systeem genereert de prikkels voor dat gedrag. In een vrije samenleving hebben bankiers het recht hun mening te uiten. Maar dat betekent niet dat we ons door deze door eigenbelang gevoede argumenten moeten laten misleiden. Mijn klacht is daarom vooral gericht tegen regelgevers en politici.”

U schrijft dat politici, maar ook journalisten, zich makkelijk laten misleiden door bankiers.

ANAT ADMATI. “Als analist kan je beter niet negatief zijn over banken, want dan beantwoorden ze je telefoontjes niet meer. Journalisten willen hun contacten behouden. Hetzelfde geldt voor politici. Larry Lessig, hoogleraar rechten aan Harvard,noemt het ‘corrupte afhankelijkheden’. Het is niet goed voor de zaken om te zeggen dat de keizer naakt is.”

Wat vindt u van de aanstelling van Mary Jo White als hoofd van de beurswaakhond SEC? Haar man werkt op Wall Street en ze heeft als advocaat topbankiers vertegenwoordigd.

ADMATI. “Mensen die haar kennen en wiens oordeel ik vertrouw, suggereren dat ze integer is. Dus ik vel geen oordeel. Ik maak me wel zorgen over verklaringen als die van president Barack Obama bij de bekendmaking van de benoeming van Jack Lew als minister van Financiën. Obama stelde dat de Dodd-Frank-wet een einde heeft gemaakt aan toekomstige bail-outs en crisissen. Want door de manier waarop die wet wordt toegepast, blijft het bancaire stelsel te fragiel en gevaarlijk.”

Pleit u behalve voor een kapitaalvereiste van 20 procent ook voor het opbreken van grote banken, zoals bijvoorbeeld Simon Johnson doet?

ADMATI. “Daarmee los je de kern van het probleem niet op, want ook kleine, slecht gefinancierde banken vallen om en zijn verbonden met de rest van het systeem. Natuurlijk maken de grote banken het systeem het kwetsbaarst. Zij ontvangen de meeste subsidies en krijgen de grootste bail-outs als het misgaat.”

Vindt u dat proprietary trading of handelen voor eigen rekening verboden moet zijn?

ADMATI. “Het probleem is: hoe bepaal je of een transactie voor eigen rekening is of niet. Ook het nut van het scheiden van investeringsbanken en gewone banken zie ik niet. Lehman Brothers en Bear Stearns waren investeringsbanken en waren een gevaar voor het systeem. Maar AIG, een verzekeringsmaatschappij, was dat ook. Het gaat er niet om welke stempel een bank heeft. Belangrijker is de schuldenlast in het systeem terug te dringen. Wat trading betreft, wil ik vooral transparantie zien, opdat we zicht hebben op de risico’s.”

Als we bedenken dat banken in hun huidige vorm niet eens zouden kunnen bestaan zonder overheden, is het eigenlijk verbazingwekkend hoe moeilijk het is het financiële systeem te hervormen.

ADMATI. “Er is vooral een gebrek aan politieke wil. De banken en de overheden hebben een erg gecompliceerde relatie, met wederzijdse afhankelijkheden. Op een of andere manier zijn ze daarbij het publieke belang — een gezond financieel systeem — uit het oog verloren.”

Het lijkt vooral moeilijk internationaal harde afspraken te maken. De Bazel-akkoorden leidden tot een kapitaalvereiste van 3 procent.

ADMATI. “Dat is belachelijk. Om te beginnen, zouden landen zich niets moeten aantrekken van het argument van bankiers dat er een zogenaamd level playing field zou moeten zijn. Dat doen we in de auto-industrie toch ook niet? Als in het buitenland andere veiligheidsvoorschriften gelden, dan trek je je daar niets van aan. Banken moeten met hun eigen geld spelen en het kan me niet schelen of dat betekent dat ze globaal niet succesvol zijn. De Duitsers en de Fransen hebben in Bazel het hardst gelobbyd voor lage kapitaalvereisten voor hun banken. Ik vrees dat de Fransen op pijnlijke wijze zullen ontdekken hoezeer hun regering vervlochten is met hun banken.”

U schrijft dat we zeker een nieuwe crisis krijgen als we niet van koers veranderen. Ziet u al tekenen van een crisis?

ADMATI. “Dit systeem is ook zonder crisis al ongezond: het verstoort de economie dagelijks omdat het niet de juiste leningen verstrekt en subsidies aan de maatschappij onttrekt, waardoor het oneigenlijk met andere sectoren concurreert. In de VS zou een crisis kunnen ontstaan wanneer bijvoorbeeld de rente stijgt. Dan komen lage overheden, die enorm veel geleend hebben, in de problemen. Als die hun leningen niet meer terugbetalen, dan weet ik niet zo zeker of de banken daartegen bestand zijn. In Europa kijk ik vooral met angst naar Spanje: daar hebben misschien zowel de overheid als de zwakke banken straks een bail-out nodig.”

Anat Admati & Martin Hellwig, The Bankers’ New Clothes: What’s Wrong with Banking and What to Do about It, Princeton University Press, 392 blz., 29,95 dollar.

MARS VAN GRUNSVEN

“Een kapitaalvereiste van 3 procent is belachelijk” Anat Admati

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content