‘De banken kunnen niet eeuwig aan ons infuus liggen’

De Europese Centrale Bank vindt dat het stilaan welletjes is geweest. Zelfs al draait de Amerikaanse centrale bank de geldkraan nog verder open, en zelfs al doorworstelt de euro een Ierse crisis, de gulle steun van de ECB aan de Europese banken is eindig. “Een exit uit het heel soepele geldbeleid is heel goed te verdedigen”, zegt ECB-bestuurder Nout Wellink.

Heel serieus, bijzonder bekwaam, ontzettend aardig en de Hollandse nuchterheid zelve. Dat maatpak krijgt Nout Wellink aangemeten van zijn medemens. Toch was uitgerekend hij het slachtoffer van een uit de hand gelopen studentengrap. Wellink belandde in een Leidse gracht, liep een levensgevaarlijke beeninfectie op en hield er voor altijd een weerbarstige knie aan over. Last van migraine heeft hij ook, al sinds de kleutertijd, maar dat blijft onder controle met medicatie.

Tot zover het gezondheidsbulletin van Nout Wellink. Als voorzitter van de Nederlandse Centrale Bank, als een van de meest invloedrijke leden van de raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) en als voorzitter van het Baselcomité voor Bankentoezicht heeft hij nog andere katten te geselen. Prijsstabiliteit, begrotingsdiscipline en eerlijke concurrentie vormen voor de strenge en orthodoxe Wellink het geraamte voor een gezonde economie; maar dat raamwerk moet in deze crisistijden heel buigzaam zijn.

Het is vrijdagmiddag 19 november. Nout Wellink trekt in het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank in Amsterdam nog een blikje cola light open. De Ieren maken zich klaar om met de EU en het IMF een weekendje te onderhandelen over miljardensteun. De Europese Centrale Bank wacht vol ongeduld, want de eerbiedwaardige instelling uit Frankfurt leende de jongste weken tot 130 miljard euro om de gaten in de balansen van de Ierse banken te dichten. “Daar kunnen we niet tot in lengte van dagen mee bezig blijven”, zegt Nout Wellink. “De ECB heeft zich in de bressen geworpen die de crisis geslagen heeft, maar wij zijn niet op aarde om de banken permanent van financiering te voorzien. Daarbij wil ik een onderscheid maken tussen twee types van banken. Er zijn ten eerste de banken die het echt nodig hebben omdat ze in de problemen zitten. Maar die problemen moeten worden opgelost door de nationale overheden en via herstructureringen. Die banken kunnen dus niet aan het infuus van de ECB blijven liggen. En ten tweede zijn er de banken die verslaafd zijn aan onze financiering en die het wel handig vinden om bij de ECB goedkoop krediet te krijgen. Dat willen we ook niet, want dat geeft een vertekend beeld van de onderliggende kracht van die banken. Dat wij als ECB dus op weg zijn naar de exit uit dit soepele monetaire beleid is in deze omstandigheden heel goed te verdedigen. We zullen daar begin december beslissingen over nemen. Intussen is het ook duidelijk dat een verdere versoepeling van het Amerikaanse geldbeleid een impact heeft op de wisselkoers van de euro, al is die wisselkoers voor de ECB geen doelvariabele op zich.”

WELLINK. “Het is altijd gemakkelijk om kritiek te geven, maar laat me een paar dingen zeggen. De Fed heeft een ander mandaat dan de ECB, wat een andere beleidsreactie uitlokt. De Fed moet niet alleen zorgen voor prijsstabiliteit, ze moet ook waken over de economische groei en werkgelegenheid. Het is grappig, maar een paar Republikeinse senatoren hebben een wetsontwerp ingediend om het mandaat van de Fed te beperken en op de leest te schoeien van de ECB.

“Bovendien is er ook een verschil in feitelijke omstandigheden. Het risico dat de Amerikaanse economie opnieuw door de bodem zou zakken, en opnieuw in recessie zou belanden, was vrij groot. We hebben daar vrij uitvoerig over gesproken met onze Amerikaanse collega’s. Dat risico is in hun oordeel nu duidelijk verminderd dankzij het geldbeleid. Is dat beleid uiteindelijk ook effectief? Dat weet ik niet. Ze proberen in wezen om via een lagere lange rente de groei aan te zwengelen, maar ik weet niet of dat nu ook werkt.

“Er hangen risico’s voor Europa aan vast, in die zin dat de wisselkoers wordt beïnvloed. De Amerikanen zeggen in alle oprechtheid dat ze geen zwakkere dollar beogen. Sommigen plaatsen vraagtekens achter die uitspraak. Ik weet het niet. Ik denk dat ze oprecht proberen hun mandaat uit te oefenen, net zoals wij ons mandaat willen uitvoeren.”

Hoe stevig zit het herstel in het zadel in Europa?

WELLINK. “Het herstel zet door, zij het in een trager tempo. De impuls van de heraanleg van de voorraden dooft uit, maar dat gaat zoals verwacht. We hebben geen aanwijzingen dat een nieuwe recessie op de loer ligt. Er zijn ook schuchtere signalen dat het herstel een zelfdragend karakter krijgt.

“De onzekere factor is de onrust die rond de Ierse crisis de kop heeft opgestoken. Ik hoop van harte dat die wordt opgelost en niet te lang aansleept. Nationale overheden moeten natuurlijk die reddingsplannen politiek kunnen verkopen, wat soms voor vertraging zorgt. President Obama heeft het gemakkelijker om actie te ondernemen. Hij moet maar één Congres overtuigen, maar in Europa gaan hier voor je het weet 27 parlementen en regeringen over. Crisismanagement kan in Europa, maar een oplossing laat soms langer op zich wachten dan wenselijk. Griekenland bijvoorbeeld speelde in februari op, maar pas in mei werd een oplossing voorgesteld. Was die oplossing er in maart gekomen, dan was er misschien niet zo veel steun nodig geweest. Europa is moeilijk te besturen, maar we mogen ook niet overdreven negatief worden. De Europese inkomensontwikkeling per capita houdt gelijke tred met die in de VS. De werkloosheid is hier lager en de begrotingstekorten niet hoger.”

Voor een goede levensvatbaarheid heeft de muntunie een politieke unie nodig. Is de architectuur van de eurozone sterk genoeg om de euro op langere termijn te laten overleven?

WELLINK. “De euro is er en de euro zal er blijven. Maar ik vind dat het Stabiliteitspact moet worden versterkt. Het moet harder zijn, en het moet beter worden nageleefd, vooral dan het preventieve deel. De voorstellen volstaan niet. Vanuit een wederzijds verantwoordelijkheidsbesef dient elk land zijn zaken op orde te hebben. Europa heeft geen regering om dat af te dwingen, en daarom hebben we een mechanisme nodig dat maakt dat als er ergens iets misgaat, de zaak min of meer automatisch gecorrigeerd wordt. Want zodra je de maatregelen laat afhangen van de politieke besluitvorming, kan een correctie uitblijven. En we weten dat er altijd wel ergens verkiezingen zijn in Europa. De problemen zijn ontstaan omdat sommige landen zich niet hebben gehouden aan de regels die horen bij een monetaire unie.”

Duitsland formuleerde een voorstel om vanaf 2013 ook de obligatiehouders mee te laten betalen als een land zijn schulden niet meer de baas kan. Is dat een goed idee om meer marktdiscipline af te dwingen?

WELLINK. “Als de markt van oordeel zou zijn dat de zaak in 2013 nog niet onder controle is, dan vergroot je de crisis. We willen dat de financiering van landen als Ierland en Griekenland opnieuw via de markt loopt, maar dat zal niet gebeuren zolang obligatiehouders zich niet veilig achten. Ik begrijp de achterliggende motivatie van Duitsland, maar de timing is op zijn zachtst gezegd wat ongelukkig. We moeten ons ook goed realiseren dat dit systeem nergens bestaat. Dat zou dus kunnen betekenen dat investeerders voortaan met een speciaal oog naar Europees papier zullen kijken.”

Het Basel III-akkoord verplicht de banken om de kapitaalbuffers te verhogen. Is dat voldoende om de volgende crisis te voorkomen?

WELLINK. “De aard van de volgende crisis kennen we natuurlijk niet, dus moeten we voorzichtig blijven. Het is wel zo dat Basel III de kans op een nieuwe grote crisis drastisch vermindert. Onze berekeningen tonen aan dat als je het kapitaalniveau van de banken met 2 procentpunt verhoogt, de kans op een crisis ongeveer halveert. Als je weet dat zo’n crisis om de 20 tot 25 jaar voorkomt, dan is dat een interessante uitkomst. En als je voorts weet dat de gemiddelde kostprijs van die crisis volgens het IMF 15 procent van het bruto binnenlands product (bbp) bedraagt, dan zie je dat je met iets lonends bezig bent als je het kapitaal verhoogt. Zodra de banken voldoen aan die nieuwe kapitaalnormen is er minder kans op ongelukken. En we hebben ons natuurlijk ook gebogen over de implementatiefase. Net zoals het terugdringen van het begrotingstekort, is het ophogen van de kapitaaldijken op lange termijn een lonende oefening, maar kan de uitvoering op korte termijn pijn doen. Maar dat negatieve effect is uitermate beperkt dankzij de overgangsperiode die we invoeren.”

De banken zeggen dat Basel III ons veel groei en jobs zal kosten.

WELLINK. “We kennen het standpunt van de banken, maar we zijn daar niet erg van onder de indruk. Als we de banken moeten volgen, dan moeten we de schuldhefboom die in het systeem zit, overeind houden. Maar het is vanzelfsprekend dat die te grote schuldhefboom een van de oorzaken van de crisis was. Ik kan u zeggen dat er bij de banken een duidelijk verband bestaat tussen de omvang van die hefboom en de noodzaak tot staatssteun.

“Het is wel mogelijk dat onze vrij drastische maatregelen ongewenste neveneffecten uitlokken. We gaan daarom niet als een wildeman de maatregelen opleggen waarvan we de effecten niet zo goed kennen, zoals de nieuwe liquiditeitsnormen. De invoering van die maatregelen zullen we regelmatig evalueren. Dat is dus een kwestie van verstandig om te springen met onbekende materie, en heeft niets te maken met een verzwakking van de maatregelen onder druk van de bankenlobby.

“Maar de meeste maatregelen kennen we, en het merendeel van de gevolgen is gewild. Banken willen dat misschien niet, maar wij willen dat banken hun lucratieve maar risicovolle activiteiten afbouwen, precies omdat wij met de gebakken peren zitten als het misgaat. Al de maatregelen die we getroffen hebben, duwen de banken naar een traditioneler businessmodel. Nou, dat is gewild. En dat zal druk zetten op het rendement, maar als daar een lager risicoprofiel tegenover staat, dan is er ook minder vergoeding nodig voor de aandeelhouder.”

De Europese banken zouden tot 500 miljard euro extra kapitaal nodig hebben om te voldoen aan Basel III. Klopt dat cijfer?

WELLINK. “Het gaat om substantiële bedragen, meerdere honderden miljarden euro’s. Maar een groot deel kan worden verzameld via een ingetogen dividendbeleid. Ik aarzel ook om exacte cijfers te noemen omdat heel wat banken tijdens de crisis al heel wat vers kapitaal opgehaald hebben. De cijfers die de ronde doen, voor zover ze juist zijn, houden te weinig rekening met die al geleverde inspanningen.”

Is er al overeenstemming bereikt over hoe de banken die te systeembelangrijk zijn om te laten omvallen worden aangepakt?

WELLINK. “Extra kapitaaleisen, een beter toezicht, en wetgeving die toelaat om bij een crisis zo’n instelling vlot te ontvlechten. Dat zijn onze wapens. We zijn nu nog bezig met het identificatieproces van welke instellingen op globaal niveau systeembelangrijk zijn. De methodologie moet dit jaar nog klaar zijn. Dan maken we de lijst van systeembelangrijke instellingen en daarna berekenen we hoeveel kapitaal die instellingen extra moeten verzamelen. Dat pakket gaat naar de G20. Het probleem staat bij de technici op de rails, maar de uitvoering zal politiek nog knap lastig worden.”

Is dit voldoende om het probleem van moral hazard aan te pakken? Banken vervallen in roekeloos gedrag omdat ze weten dat de overheid toch te hulp moet schieten als het misgaat.

WELLINK. “Dat blijft een groot probleem. Er zit een gigantische moral hazard in het systeem en dat komt omdat je de nutsfunctie die het banksysteem levert niet kapot kan laten gaan. De kosten van het sluiten van een bank zijn ook heel hoog. Als een bank in moeilijkheden komt, is de beste oplossing dus om het geheel te beschermen, en de ongezonde onderdelen eruit te lichten. Grote instellingen kunnen we dus niet zomaar laten vallen. Je moet wel zien te verhinderen dat mensen daar misbruik van maken, en dus moet je het risicoprofiel van de banken verlagen. Precies omdat de systeembelangrijke instellingen een voordeel hebben ten opzichte van de kleinere instellingen die wel mogen omvallen, willen we dat voordeel, dat tot groter risicogedrag leidt, weg belasten via hogere kapitaaleisen. Het wordt duurder om groter te zijn.

Lees Vier conclusies na de Ierse crisis, blz. 18

visie

daan killemaes in amsterdam

“Het Stabiliteitspact moet harder worden, en het moet beter worden nageleefd”

“Het verhogen van de kapitaalbuffers van de banken is een heel lonende oefening”

“De ECB is niet op aarde om de banken permanent van financiering te voorzien”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content