“De bankcrisis in Oost-Europa is fel overdreven”

Centraal- en Oost-Europa zijn niet de nagels aan de doodskist van de westerse banken in die regio. “Zelfs in een pessimistisch scenario zijn de potentiële kredietverliezen perfect beheersbaar, zeker voor de banken die zaken doen in de sterkere kernlanden”, zegt Bert Derudder, econoom van KBC.

De subprime van Europa. Een totale meltdown. De Europese variant op de Aziatische crisis van 1998. Een dreigend financieel IJzeren Gordijn. Geen ramptitel was de voorbije weken sterk genoeg om de financiële en economische crisis te omschrijven die wortel schiet in Centraal- en Oost-Europa. Kredietbeoordelaar Moody’s had met een kritisch rapport (‘De banken zullen er zwaar hun broek scheuren’) het vuur aan de lont gestoken. Nuances gingen overboord, de markt panikeerde en de westerse banken (zoals KBC) actief in de regio kregen zware klappen op de beurs.

“De marktreactie is fel overdreven”, zegt Bert Derudder, econoom van KBC, die samen met een team analisten van KBC jaarlijks de economieën van oostelijk Europa doorlicht. “En scheer ook niet alle landen over dezelfde kam”, zegt Piet Lammens, hoofd research van de KBC marktenzaal. “De kernlanden zoals Tsjechië, Slowakije en Polen staan er veel beter voor dan de Baltische staten, Hongarije en Bulgarije. Die moeten wel door een pijnlijke correctie.”

Maar veronderstel dat het toch flink gaat stormen in heel de regio, hoe hoog kan de schade oplopen voor de Europese banken die daar actief zijn? “We schatten de mogelijke kredietverliezen op 42 miljard euro in de loop van de komende twee jaar”, zegt Derudder. “Dat is niet weinig, maar wel beheersbaar. De Europese banken schreven al 328 miljard euro af door de kredietcrisis. De regio is geen nieuwe subprime. Dan zou ik bijvoorbeeld eerder Spanje in de gaten houden. Daar hebben de Europese banken een leningboek van 1800 miljard euro, tegenover slechts ongeveer 500 miljard euro in Centraal- en Oost-Europa.”

Zoals bekend zijn Centraal- en Oost-Europa de tweede thuismarkt voor KBC. De regio is goed voor ongeveer een kwart van de onderliggende winst van de bank-verzekeraar, die vooral zaken doet in de sterkere kernlanden. Is deze verse studie daarom geen pleidooi pro domo? “Dat is niet de bedoeling. Deze analyse vertrekt van de algemene situatie en niet vanuit de positie van de individuele banken. En de cijfers zijn de cijfers”, zegt Lammens. De schattingen van KBC liggen in lijn met wat andere instituten voorspellen. Goldman Sachs schat de kredietverliezen voor de Europese banken op 80 miljard euro in een worstcasescenario, Citigroup op 60 miljard euro, UBS op 31 miljard euro en JP Morgan op 32 à 40 miljard euro.

Geen kredietverliezen in Tsjechië

KBC heeft voor 43 miljard euro kredieten verstrekt in de regio, waarvan 31 miljard in de gezondere landen (20 miljard in Tsjechië, 7 miljard in Polen en 4 miljard in Slowakije) en 10 miljard euro in landen waar de crisis harder toeslaat (7 miljard in Hongarije en 3 miljard in Rusland). Omdat KBC dus vooral in de sterkere landen actief is, blijft volgens berekeningen van Trends (uitgaande van een pessimistisch scenario met 8 procent kredietverliezen in Polen, 10 procent in Hongarije, 12 procent in Rusland en geen in de andere landen) het mogelijke kredietverlies voor KBC beperkt tot ongeveer 1,5 miljard euro. Dat zou pijn doen, maar het zou niet levensbedreigend zijn. De bank heeft nog een reservelijn bij de Vlaamse regering voor 1,5 miljard euro bijkomende kapitaalsteun. Meest kwetsbaar zijn de Oostenrijkse banken, omdat ze vooral geleend hebben aan de landen in grotere moeilijkheden, zoals Hongarije. Ook de Scandinavische banken kunnen de vingers branden aan de Baltische staten.

De kernlanden ontsnappen natuurlijk niet aan de cyclische neergang, maar een implosie van de economie en bijhorende monsterverliezen voor de banken zijn om verschillende redenen weinig waarschijnlijk.

De banken rekenen in de regio een stevige risicopremie aan. Dat levert een winstbuffer op die heel wat kredietverliezen kan opgevangen. “Als we ervan uitgaan dat in Tsjechië 8 procent van de kredieten niet wordt terugbetaald, dan zijn de onder-liggende bankwinsten groot genoeg om deze verliezen op te vangen. Het eigen vermogen van de banken loopt zelfs in dit pessimistische scenario geen schade op”, zegt Derudder. Ter vergelijking: in het laatste kwartaal van 2008 zat 1,8 procent van alle kredieten door KBC verstrekt in Centraal- en Oost-Europa in betalings- moeilijkheden.

De regio heeft de voorbije jaren niets aan competitiviteit ingeboet, ondanks de stijgende lonen. De huidige daling van de wisselkoersen geeft de regio zelfs een tijdelijk extra competitief voordeel. “De kernlanden verliezen misschien twee jaar, maar de convergentie naar het Europese welvaartsniveau gaat verder”, zegt Lammens.

De kernlanden hebben zich ook niet overdreven bezondigd aan de verleiding om goedkoper te lenen in buitenlandse munt. “In Tsjechië hebben de gezinnen nauwelijks hypotheken in euro of Zwitserse frank afgesloten. Dat hoefde ook niet, de rente in Tsjechië was al laag”, zegt Lammens.

In Tsjechië en Polen is er ook geen sprake van een kredietzeepbel. Het uitstaande kredietvolume bedraagt er ongeveer de helft van het bpp (toen de crisis in Azië toesloeg, was dat percentage meer dan 100 procent). De kredietgroei volgde er de voorbije jaren ongeveer de welvaartsgroei.

In Rusland, Hongarije, Bulgarije, Roemenië en de Baltische staten slaat de crisis harder toe. In Hongarije wordt driftig gesaneerd om een slecht macro-economisch beleid recht te trekken. Rusland verloor al heel wat reserves aan de verdediging van de roebel. “Maar die strategie heeft wellicht een nieuwe Russische schuldencrisis zoals in 1998 vermeden”, zegt Derudder.

Niet in de kou

Zoals bekend is het banksysteem van deze landen grotendeels in buitenlandse handen. “Maar het risico dat deze landen hun biezen pakken, hun kapitaal terugtrekken naar de thuislanden (waar ze vaak steun krijgen) en de economie in puin achterlaten, dat wordt fel overdreven”, zegt Derudder. De banken kunnen er ook niet zomaar hun geld weghalen, want het is vaak voor lange tijd uitgeleend in directe investeringsprojecten. “Bovendien ligt de langetermijnstrategie van de westerse banken niet in duigen. De regio blijft een winstgenerator, dus weinig of geen banken zullen vertrekken.”

De meer volatiele kapitaalstromen naar de regio zijn ook maar opgedroogd na de val van Lehman Brothers, toen investeerders in paniek naar veilige havens (zoals Amerikaans overheidspapier) vluchtten en hun geld terugtrokken uit de risicovollere ontluikende markten. “Gelukkig is de regio minder afhankelijk van financiering door de buitenlandse moederbanken of de interbankenmarkt. De leningportefeuille van 500 miljard euro is voor 400 miljard euro afgedekt met binnenlandse deposito’s.”

De herfinanciering van de bedrijven of gezinnen kan een probleem worden, maar niemand heeft er belang bij de regio de afgrond in te duwen. “Een reddingsoperatie is veel goedkoper dan de regio aan zijn lot over te laten”, besluit Derudder. “De Europese investeringsbank heeft al 24,5 miljard euro steun toegezegd en het IMF en de Europese Unie staan ook klaar met reddingspakketten waar die nodig zijn. De regio wordt niet in de steek gelaten.” (T)

Door Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content