DE AUTOKRAAT

De Dikke van Dale bezorgt de definitie : autokraat, “iemand die alleen zijn eigen wil tracht te doen gelden”. Macht is een roesmiddel, macht is erotizerend. Goeverneur Fons Verplaetse heerst ten eerste over zijn Nationale Bank (NBB) en ten tweede over het ekonomisch beleid van België. Dun lopen zij die beter en overtuigender dan deze strateeg praten over het algemeen belang en de absolute noodzaak om ons land sociaal-ekonomisch een frisse blos te bezorgen.

Twijfel niet : wat Fons Verplaetse drijft noch uitzonderlijk, noch a priori verwerpelijk is macht, liefst zo absoluut mogelijke macht. De geschiedenis illustreert dat macht verslaaft : vanaf een gegeven hoeveelheid macht geldt als enig alternatief nog grotere macht. Die machtsdrang deint uit in de breedte zowel als in de diepte : steeds meer strikt persoonlijke macht over steeds meer mensen en steeds bredere materies.

Binnen de Nationale Bank spitst de machtsuitoefening van goeverneur Verplaetse zich vandaag toe op pogingen om zijn beschermelinge Marcia De Wachter in een direkteurszetel dus een sleutelpost te krijgen (zie ook Trends van 12 oktober jl.). In principe gaat goeverneur Verplaetse per februari 1997 met pensioen. Voor die tijd wil hij Marcia De Wachter veilig plaatsen bij de Nationale Bank. Hoog en laag reageren daarop vijandig en gelaten.

Direkteur Frans Junius moet van Fons Verplaetse de stoel vrijmaken. Hij is van CVP-strekking. Maar de beminnelijke, ietwat introverte Junius verwerpt dit maneuver. Als NBB-man in hart en nieren heeft Junius nooit een hoge pet op gehad van de beleidsstijl van Fons Verplaetse. De plannen met mevrouw De Wachter stuiten Frans Junius echter vooral tegen de borst omdat daardoor Jan Smets, voor wie hij professionele waardering en persoonlijke sympatie koestert, geen direkteur kan worden en waarschijnlijk definitief op een zijspoor komt.

Jan Smets werkte in de jaren zeventig intensief met Fons Verplaetse samen op de studiedienst van de Nationale Bank. Hij behoorde tot het selekte groepje van mensen waarmee Verplaetse, vierkant tegen de politiek van de toenmalige Banktop in, overlegde over de onontkoombare devaluatie van februari 1982. Jan Smets volgde, na een kort interregnum met Wim Coumans, de huidige NMKN-baas, Verplaetse op als ekonomisch kabinetschef bij de premier. Verplaetse werkte voor Martens, Jan Smets voor Jean-Luc Dehaene.

In feite bleef echter Fons Verplaetse voor Jan Smets al die tijd de big boss. Smets meende dan ook met een gerust gemoed én veelbelovende perspektieven te kunnen terugkeren naar de Nationale Bank als hoofd van de studiedienst. De band van Verplaetse met Marcia De Wachter is hechter dan deze met Jan Smets. Frans Junius werpt nu echter roet in het eten. Vertrekken voor Jan Smets zou Junius willen overwegen, maar niet voor De Wachter. Marcia De Wachter, hovaardigheid is haar niet vreemd, telt biezonder weinig vrienden bij de NBB.

Omdat de promotie van De Wachter raar zou overkomen en het geruchten die nu al de ronde doen intensifieert, gaan op de kabinetten van premier Dehaene en minister van Financiën Philippe Maystadt de wenkbrauwen de hoogte in. Het is uiteindelijk de minister van Financiën die op voorstel van de Regentenraad direkteurs bij de NBB benoemd.

De bezorgdheid over de zaak-De Wachter loopt parallel met de groeiende onvrede in het politieke milieu over de lange schaduw van Fons Verplaetse op het Belgische sociaal-ekonomische en monetaire beleid. Zelden had in België een niet-verkozen persoonlijkheid een dusdanige doorslaggevende invloed op het beleid.

De Nationale Bank is statutair onafhankelijker dan ooit. De statuten samen met de algemene EMU-fobie leggen kwasi de volledige macht over het monetaire beleid bij de NBB en haar goeverneur. Alfa en omega van dat monetaire beleid is de koppeling van de frank aan de mark. Fons Verplaetse zit er fundamenteel naast met de verdediging van dit beleid. Gegeven enerzijds het lamentabele begrotingsbeleid en anderzijds het manifeste gebrek aan bereidheid om in de loonvorming enige flexibiliteit toe te laten, trekt het harde-muntbeleid nu een spoor van vernieling door onze ekonomie. Fons Verplaetse ontkent deze feiten. Net zoals hij steevast zoals b.v. op 15 september jl. in NRC Handelsblad zwijgt over het feit dat een hogere inflatie niet enkel in hogere rentevoeten maar tevens in een reële waardevermindering van de uitstaande overheidsschuld zou resulteren.

Gezien zijn grote bezorgdheid om andere machtsdragers niet voor het hoofd te stoten, wijst Verplaetse de regering-Dehaene niet terecht omdat zij qua beleidsomkadering van de sterke frank hopeloos tekortschiet. Integendeel, goeverneur Verplaetse gooit de faam van de Nationale Bank te grabbel, bij voorkeur door via de bevriende krant studies te laten lekken die toevallig steeds passen bij de regeringsplannen. Tijdens de aanloop naar de begrotingsronde voor 1996 nam dit hilarante vormen aan. Op gezag van de Nationale Bank waren b.v. plots belastingverhogingen in de huidige kontekst niet deflatoir. Dit intellektuele opportunisme ten voordele van Dehaene II zet binnen de bank veel kwaad bloed.

Goeverneur Verplaetse bouwde ondertussen een machtsbasis uit die veel verder reikt dan het louter monetaire. Hij is de feitelijke baas van de Hoge Raad van Financiën waar officieel KU-Leuven-professor Paul Van Rompuy voorzitter is van de cel financieringsbehoeften. Vermits deze Hoge Raad elk jaar de bakens uitzet voor het begrotingsbeleid, houdt Fons Verplaetse de twee handgrepen vast van het makro-ekonomisch stabilizatiebeleid, nl. munt en begroting.

Op termijn waarschijnlijk nog ingrijpender is de feitelijke kontrole van Fons Verplaetse over het Instituut voor de Nationale Rekeningen. De statutaire voorzieningen mag men vergeten, de realiteit is dat de Nationale Bank het Nationale Instituut voor de Statistiek heeft opgeslokt en het statistisch apparaat van België beheert. Zowel in de jaarverslagen van de Nationale Bank zelf als in de kwartaalgegevens over de BBP-groei kwam ondertussen aan het licht dat politiek geïnspireerde verdraaiingen van het statistisch basismateriaal voorkomen.

In de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven zijn analyses van ons konkurrentievermogen beïnvloeden sterk de politici is de geest van Verplaetse méér dan nadrukkelijk aanwezig. Op het Planbureau vragen de anciens zich af wanneer de goeverneur op hun instelling de hand zal leggen.

Nog nooit schonk een autokratie zichzelf het eeuwige leven. Ook het tijdvak Verplaetse zal voorbijgaan. De schade die het aanricht, zal lang nadien zichtbaar blijven.

J.V.O.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content