De architecten

Achter elke Cockerill Sambre, AnHyp, Fortis, Generale Maatschappij, Real Software, Lernout & Hauspie, LVD die koopt of verkoopt, schuilt een fusie- & overnameteam van een zakenbank. Vaak een buitenlandse. Zijn stijgende aantallen fusies en overnames ook de trend in 1999? Wat verwacht de branche?

De jongste twee weken braken de trend van 1998 in België niet; fusies en overnames kenmerken dit jaar. Cockerill werd in de jongste uren een dochter van Usinor – met als adviseur Deutsche Bank; AnHyp een dochter van AxaPetercam was twee jaar de coach van Anhyp.

Twee significante overnames met een rijke en lange voorgeschiedenis. Fusies en overnames, of mergers & acquisitions (M&A) om de vakterm te gebruiken, vormen aan de vooravond van de invoering van de euro een trend waarmee kleine en grote managers vertrouwd moeten zijn. Lernout & Hauspie ( L&H) is een grote gebruiker van M&A-expertise, Fortis eveneens. In de jongste maanden kocht L&H onder meer Globalin (VS) (waarde van de deal: 70 miljoen dollar), Heitmann (Duitsland, 35 miljoen dollar), Kurzweil Eductionale Services (VS, 20 miljoen dollar). Ook Artwork Systems, Chubb Insurance of Europe en Aviapartner acquireerden.

Kersenpikkers

Morgan Stanley (zie kader: Top van 1998) is een grote Amerikaanse M&A‘er. Deutsche Bank tracht via Deutsche Morgan Grenfell (intussen werkend onder de algemene merknaam Deutsche Bank) een positie te veroveren in België. De jongste operatie van Deutsche Bank in België was de overname van Cockerill Sambre door Usinor. Deutsche Bank had, met Bank Degroof, een mandaat van de Waalse regering.

Bij Deutsche Bank werken 80.000 mensen, waarvan 9000 in de investment banking. Deutsche Bank heeft een traditie van aandeelhouderschappen in de zware Duitse industrie: staal, chemie, nutsbedrijven, olie en gas, telecom, nieuwe technologie. Deutsche Morgan Grenfell, haar Londense corporatedochter, die vandaag om het bedrijfsprofiel helderder te maken ook de naam Deutsche Bank voert, staat bij de eerste vijf van de Europese M&A’ers, zegt Christophe Martin (6 jaar Paribas), hoofd van de Belux Desk in Londen: “Deutsche Morgan Grenfell bestaat niet meer, we willen één sterke merknaam en dat is de naam van de moederbank.” Deutsche Bank heeft traditioneel een goede relatie met de Belgische topbedrijven en die betrekkingen, bijvoorbeeld met Solvay dat zeer vroeg in zijn geschiedenis kloeke dochters opbouwde in Duitsland, is een aanknopingspunt met vandaag, denkt Martin. Een transacties van Deutsche Bank in België is op dit ogenblik een converteerbare obligatie voor Glaverbel van 150 miljoen dollar. Deutsche Bank was ook betrokken bij de wereldcoördinatie van de beursintroductie van Mobistar.

In Luxemburg was Deutsche Bank, samen met Morgan Stanley en Dresdner Kleinwort Benson, wereldcoördinator voor de beursintroductie van het satellietenbedrijf SES-Astra.

Deutsche Bank werkte in België ook voor Cockerill (een deal waarop kritiek kwam, omwille van de erg lage prijs voor de verkoper, de Waalse regering). Cockerill was een logisch mandaat voor Deutsche Bank, zegt Christophe Martin. De bank heeft sterke staalspecialisten. Bank Degroof, de Belgische partner van Deutsche Bank voor deze transactie, is van haar kant geïntroduceerd bij de overheid. De Waalse regering bezit weinig internationale financiële expertise. De data room was bij Bank Degroof. Christophe Martin: “Vertrokken werd van een lijst met zes à zeven M&A’ers en daarvan zijn er twee overgebleven, Morgan Stanley en Deutsche Bank. Een sterk punt was dat de staalspecialist van Morgan Stanley, Norbert Reis, nu voor ons werkt. Een team van vijf mensen bij Degroof en zes bij Deutsche Bank werd gevormd, onder de leiding van Norbert Reis.” Is Thyssen Krupp wel goed begeleid geweest? Er schoot op den duur maar één acquisitiekandidaat over, Usinor, en dus logischerwijze werd niet de beste prijs gehaald, wordt gefluisterd in M&A-kringen. Christophe Martin betreurt het afhaken van Thyssen Krupp: “Dat bracht mee dat de opties zeer beperkt werden, Usinor moest Cockerill wel kopen of het bedrijf moest op zijn eentje verdergaan.”

De Belgische markt

was traditioneel gesloten, de drie grootbanken werkten met de bedrijven van de top van de Belgische beursondernemingen, de Bel20. Maar, de Belgische banken hebben voor grote M&A geen grensoverschrijdend talent. Generale Bank bezit ankerpunten in Hongkong en Singapore. Bij ING Barings, de internationale zus van BBL, zijn de M&A-teams weg. Angelsaksische M&A‘ers beginnen aan valorisaties van 150 miljoen dollar.

In 1999 verwacht Christophe Martin een meer wispelturige markt voor fusies en overnames: “Bij een recessie worden onze teams snel ingekrompen. Je zit dus wel, ondanks je fikse bonus, in een sociaal onzekere situatie, maar dat risico neem je. Na de grootste schokken in Azië verwacht ik toch opnieuw meer deals.”

De cijfers

KPMG heeft de rijkste voorraad aan cijfers over grensoverschrijdende fusies en overnames. Al jaren publiceert KPMG de specialistische nieuwsbrief Dealwatch die accuraat noteert wie bedrijven koopt of verkoopt. Peter Lauwers, director van KPMG Corporate Finance: “De waarde van de deals over de eerste zes maanden van 1998 overschreed voor de eerste maal de grens van de 200 miljard dollar, namelijk 214 miljard dollar. In de eerste zes maanden van 1997 werden er voor 144 miljard dollar deals gesloten. Aangezien het aantal deals daalde van 2877 tot 2190, neemt de doorsnee afmeting van de grensoverschrijdende transacties dus toe.”

De boom gaat verder in Noord-Amerika en West-Europa. “Als we evenwel de situatie vandaag vergelijken met die van twaalf maanden geleden,” zegt Peter Lauwers, “dan was de M&A-markt ook nog bloeiend in de opkomende landen. Het Verre Oosten was het eerste doelwit, maar zowel Latijns-Amerika als Oost-Europa trokken M&A-belangstelling. In de opkomende markten drogen de fusies en overnames op. Over het derde kwartaal is er een vertraging. De waarde van grensoverschrijdende deals zakte met 14% in vergelijking met het tweede kwartaal.”

Wie koopt wat?

De VS blijft de meest actieve koper van ondernemingen ter wereld. M&A in West-Europa klopte echter alle verwachtingen met grensoverschrijdende overeenkomsten die in het eerste halfjaar vermenigvuldigden met drie, van 43 miljard dollar tot 113 miljard dollar. Peter Lauwers: “Het ziet er vandaag al naar uit dat over 1998 het eindcijfer het record van vorig jaar, 142 miljard dollar, zal overstijgen.” Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland en België zijn de meest populaire bestemmingen voor fusie- en overnamegeld. Peter Lauwers: “In de uitzonderlijk onzekere economische omstandigheden van vandaag geven de kapitaalbasis en de internationale schaal van de Noord-Amerikaanse en Europese multinationals aan hen een groot competitief voordeel als overnemers. Simpelweg, de financiële crisis heeft een reeks andere landen weggeduwd van de M&A-scène. Als de kredietdroogte zich voortzet, verwacht ik dat de zogenaamde G7-landen de internationale M&A voor een tijd zullen overheersen.”

En België? Vanuit België werden in de eerste drie kwartalen van 1998 voor 1,8 miljard dollar (1997: 1,2 miljard dollar) overnames gedaan buiten de grenzen; de buitenlandse overnames in België over dezelfde periode totaliseerden 18,9 miljard dollar (1997: 1,091 miljard dollar). De opstoot over de eerste negen maanden van 1998 komt hoofdzakelijk vanuit Nederland (Fortis).

Zegt een expert van Generale Bank: “1998 was een prima jaar voor M&A. De bereidheid om zaken te doen was levendig. De echt grote deals waren er in de financiële sector, dat is versneld over de voorbije twee jaar. Een meer Angelsaksische sfeer ontstaat, de Belgen laten zich niet langer doen en kopen ook in het buitenland, bijvoorbeeld de machinebouwer LVD die zijn grote Amerikaanse concurrent Strippit koopt. Ook opvallende management buy-outs, bijvoorbeeld bij Recticel, duiken op.”

Waarom?

Voor de groei van M&A in België zijn er structurele factoren: de nieuwe schaal van Europa, de lage rente, het overschot aan spaargeld, de kapitalisering van het pensioen en daardoor de macht van de pensioenfondsen als professionele belegger. De sfeer voor M&A blijft gunstig. De overheid roomt minder geld af door de budgettaire verplichtingen opgelegd door het Verdrag van Maastricht.

De prijs van de activa stijgt, voor industriële groepen worden de overnames soms al té duur, terwijl de financiële groepen staan te dringen om 100%-deelnames te verwerven. Zij beschikken door de lage rente over goedkoop geld en kunnen een hefboomeffect laten werken. Bovendien wordt de exit in België door de krachtiger beurzen (Brussel, Easdaq, Euro-NM) makkelijker.

Je ziet bedrijven die voor 100% verkocht worden. Rizla bijvoorbeeld werd door het Zwitserse UBS van de hand gedaan, nadat het eerst gedurende twee jaar het bedrijf had geherstructureerd. Een gelijkaardige operatie voerde UBS door bij Mister Minit. Pieters Vis werd rijp gemaakt door het Noorse Industrikapital. Dat is eveneens een trend: bedrijven of bedrijfsonderdelen passen niet goed in een branche, in een concern; zij worden in een tussenfase marktklaar gemaakt en daarop verkocht. Bovendien is het participatiemodel bij de Belgische holdings in opmars door Ackermans & van Haaren, Sofina, Cobepa, terwijl het klassieke model – de Generale Maatschappij – aftakelt.

Wie doet wat?

De M&A-adviseurs hebben diverse sterren en strepen op de mouw. De grote internationale investment banks, type Morgan Stanley (zie kader: Top van 1998) en Deutsche Bank (zie hoger), treden in België bijna automatisch op voor de absolute top; de Belgische banken zijn hun partners of handelen de meer lokale deals af (zie verder).

Bij de Belgische banken

dient dan nog een onderscheid te worden gemaakt tussen de klassieke banken en de effectenbanken met een stevige M&A-traditie: Petercam is het meest prominent in deze categorie (zie kader: Het adressenboekje bij Petercam). M&A is niet alleen het werkterrein van financiehuizen, ook managementadviseurs, bijvoorbeeld Arthur Andersen, werken met nieuwe teams op deze markt (zie ook blz. 58). Voor de Belgische banken is corporate finance een nevenproduct, hun cultuur blijft doordrongen van de kredietpraktijk. M&A’ers zijn marktmensen, architecten van het financiële advies. M&A’ers komen bij de detailbanken op de tweede plaats. De Belgische banken hebben hun zaken deels niet goed weten te organiseren. De M&A-departementen zouden meer autonomie moeten krijgen en de medewerkers fikse bonussen. Daarmee zitten die departementen dichter bij merchant banking. In se hangt alles af van het strategisch belang dat een bank aan haar M&A-activiteit hecht. Ofwel doe je mee, ofwel stop je. NatWest en Barclays hebben die laatste keuze gemaakt. M&A levert voor banken een fee op, dus een zuiver inkomen, en er ontstaan ook mogelijkheden tot kruisverkoop.

Bij KBC, BBL en Generale Bank is de omloopsnelheid van M&A’ers hoog. KBC is marginaal in M&A en de tweeslachtigheid over de taak van Investco zal onder meer eerst dienen te worden opgelost. BBL is sterk teruggevallen. Jos Behiels, een ex-KBC’er die het team nu leidt, kent de M&A-markt tot en met, maar BBL spitst zich eerder toe op beursintroducties. Generale Bank is altijd actief geweest in M&A, met een hoogtepunt over de jongste drie jaar. Petercam focust op de goede transacties, en de deals zijn eerder persoonlijk gebonden. Het netwerk van Pierre Drion, Marc Ooms en Pierre Lebeau is essentieel voor de werving van mandaten. Bank Degroof slaat geen sterk figuur in M&A. De internationals komen naar België voor de cherry picking, maar zijn niet consistent aanwezig, dus zijn ze wisselende concurrenten voor de locals.

Het M&A-proces kan nu al voor een groot deel gestandardiseerd worden, door de organisatie goed te structureren, standaardcontracten voor het mandaat op te stellen, een modeldraaiboek neer te schrijven en een deel van de administratie te harmoniseren en te standardiseren. Voor de transacties duikt het veilingtype op in België. In een dataroom wordt de waar getoond en nadien wordt het negotiëren gemakkelijker omdat van bij de start een zeker prijspeil is aangeduid.

M&A kan binnenlands door deskundigen begeleid worden, maar voor het buitenland heb je schaal nodig. Petercam kan dat bijvoorbeeld nog niet, omdat advieswerk via correspondenten ondermaats is. Dus dienen ankerpunten uitgebouwd te worden in buurmarkten. Een lang en duur proces.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content