De 5G-kassa moet anders rinkelen

Stijn Fockedey, redacteur

DE BELGISCHE overheden verdienen straks wellicht zowat 20 procent meer aan de veiling van de frequenties voor mobiel bellen en surfen, vooral die voor het spectrum voor het supersnelle 5G-netwerk. Maar het dossier zit nog altijd muurvast, terwijl de snelle en degelijke uitrol van 5G de samenleving veel meer kan opbrengen dan een eenmalige belastingverhoging voor de operatoren.

De operatoren moeten 130 miljoen euro extra betalen. Uit de veilingen in de buurlanden is al gebleken dat een reeks frequenties voor 5G tegen veel hogere prijzen kan worden verkocht. De operatoren kunnen wel nog een korting bedingen als ze in een beter netwerk voorzien, in het bijzonder langs de spoorlijnen. Maar wat we nu extra binnenhalen voor de begroting, dreigen we zelf te betalen via onze telecomfactuur.

5G kan op een veel betere manier geld opbrengen. Het netwerk is een belangrijk puzzelstukje om efficiënter en slimmer te werken, in het bijzonder in bedrijven. Op termijn levert die betere competitiviteit de staatskas veel meer op. Dan moet het wel snel gebeuren, want in nieuwe technologieën en digitalisering gaan voorlopers met het gros van de winst lopen. De deelstaten kijken enkel naar hun directe inkomsten. Vlaanderen en de andere regio’s willen dat de federale overheid meer dan 20 procent van de koek afstaat aan de gemeenschappen. Ze blokkeren sindsdien de veiling. Een studie die via de federale telecomregulator BIPT werd besteld, impliceert dat de gemeenschappen hoogstens op 30 procent recht hebben. Maar de standpunten zijn ondertussen zo verhard, dat federaal minister van Telecom Philippe De Backer (Open Vld) wellicht nog altijd een njet krijgt van de deelstaten.

De snelle uitrol van 5G kan de samenleving veel meer opbrengen dan een eenmalige belastingverhoging voor de operatoren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content