Datacenters in een doos

Automation bouwt datacenters in containers en voert die uit naar de meest desolate en extreme plaatsen. Woestijnen of boorplatformen in de Noordzee bijvoorbeeld. Daarmee heeft de kmo uit Halle haar exportniche gevonden.

Het levenswerk van Jo Aelbrecht wordt zonder twijfel Automation. Hij werkt al bij het bedrijf sinds de jaren negentig en kocht in twee stappen de kinderen van de stichters uit. Sinds 2011 is het bedrijf helemaal van hem en de ambitie is groot. Al is de 50 miljoen euro omzet waarvan Ael-brecht droomde bij de overname nog veraf.

“We zitten nu eerder in de buurt van 12 miljoen euro. De economische crisis gooide roet in het eten, al moet ik toegeven dat doelstellingen in een spreadsheet schrijven nog wat anders is dan die targets echt te halen.”

De wortels van Automation gaan terug tot 1961. Enkele ingenieurs van de ULB begonnen een bedrijf dat uitvindingen in automatisering wilde commercialiseren. Een spin-off dus. Van die missie is weinig overgebleven. De concurrentie van multinationals als GE en Philips maakte dat er voor een kmo uit Halle geen plaats meer was in de automatisering. Automation evolueerde van een producent van elektronica naar een engineeringbedrijf met slechts 45 personeelsleden.

Herboren na reorganisatie

Tegenwoordig steunt de onderneming op twee businessunits: automation power en automation datacenter facilities. Het eerste is een lokale referentie voor de levering en het beheer van elektrische systemen die laagspanning met een hoge betrouwbaarheid combineren. Denk daarbij aan de signalisatie voor treinen of aan transformatoren voor operatiezalen.

De tweede divisie is het paradepaardje waarvan Aelbrecht hoopt dat het een wissel op de toekomst is. In essentie ontwerpt en bouwt Automation daarin datacenters, maar dan wel voor klanten met enigszins aparte eisen. “Wij kiezen voor modulaire datacenters in containers. Op die manier mikken we op niches voor dataopslag. Denk daarbij bijvoorbeeld aan militaire operaties in het buitenland, de olie- en gasindustrie of opslag in extreme klimaatomstandigheden.”

De strategie begint haar vruchten af te werpen. Automation is een paar internationale awards op vakbeurzen voor cloudcomputing en dataopslag rijker. En belangrijker nog: de referenties die het bedrijf kan voorleggen, zijn indrukwekkend en gaan van de Belgische Sterrenwacht tot de NAVO en BP in Irak. Dat het bedrijf deze maand vier containers met elk een ander type van koelsysteem aan de pers voorstelde, onderlijnt de knowhow en het potentieel.

Nochtans begon die nieuwe strategie met een moeilijke reorganisatie. In 2002 werkten er nog 100 mensen, waarvan 80 arbeiders. Vandaag is het werknemersaantal tot 45 gedaald en zijn er nog maar twaalf arbeiders. De focus heeft zich verlegd van productie naar engineering. “Die omschakeling is ingegeven door de loonkosten hier, maar net zo goed omdat de producten die wij maakten in Azië voor een habbekrats geproduceerd konden worden. Dat was niet meer houdbaar. In 2006 haalden we twee onafhankelijke bestuurders aan boord. Die onderlijnden de noodzaak om te diversifiëren. Daaraan zijn we nu volop bezig. Vandaag sponsort onze powerdivisie nog de datacenters, maar onze toekomstige groei ligt bij dat laatste.”

Een internationaal product

Het resultaat van die diversificatieplannen laat zich intussen in beide businessunits voelen. Automation levert niet alleen de producten, maar haalt ook inkomsten uit onderhoudscontracten. Die zijn goed voor 20 procent van de inkomsten.

De businessunit datacenterfacilities onderging de jongste jaren ook een metamorfose. De eerste experimenten dateren al van 1997, maar sinds 2010 is het bedrijf op de markt met kant-en-klare datacenters in een container. Intussen zijn al 600 containers verkocht. De voordelen zijn dat een bedrijf die mee kan verhuizen als het vertrekt naar het buitenland. Er zijn bovendien geen dure verbouwingen nodig. Automation weet daar nog een derde en opvallend voordeel aan toe te voegen: de operationele kosten liggen een kwart lager, met dank aan de ideale koeling en het gunstige energieverbruik.

Automation zet fors in op die datacenters. Logisch, in die vrij nieuwe markt liggen de omzetten per contract substantieel veel hoger dan in de powerbusiness. “Bovendien blijft de afzetmarkt niet beperkt tot België. 85 procent van onze datacenters gaat naar het buitenland. Vroeger werkten we met grote spelers en integratoren als Bechtel en Schneider Electric. Zij waren het aanspreekpunt voor de eindgebruikers. Nu zoeken we ter plaatse een partner om ons product te verdelen, maar wij willen zelf mee het verkoopkanaal beheersen. We zijn niet langer het derde wiel aan de wagen, maar proberen dichter bij onze klanten te staan.”

Veel competitie heeft het bedrijf nog niet. “We voelen ons een beetje missionarissen”, zegt Aelbrecht. “De Sun Black Box was een voorbeeld, maar klanten waren daarbij gebonden aan één type ICT-infrastructuur. Wij bieden een onafhankelijk product aan en kunnen daar alle hardware in steken. De container-ised datacenters zijn ons sleutelproduct. We kunnen ons onderscheiden, internationaal doorgroeien en we kunnen er een leiderspositie in verwerven. Onze concurrenten zijn dan wel HP en IBM, maar zij leveren meer standaardoplossingen. Onze aanpak is op de maat van de klant gesneden.”

Personeelsproblemen

De nieuwe strategie had impact op de samenstelling van het personeelsbestand. “Dat was heel lastig. Ik moest voortdurend een ander petje opzetten: ‘s morgens iemand ontslaan en ‘s namiddags nieuwe mensen aanwerven voor de nieuwe richting van het bedrijf. We hebben het geluk dat de meeste mensen die zijn gebleven, heel trouw zijn. Ze bleven bijna allemaal aan boord.”

Door die betrokkenheid is de gemiddelde anciënniteit van de werknemers bijna 35 jaar. Dat veroorzaakt een nieuw probleem. Vacatures invullen is lastig. “We vissen hier in de rand van Brussel in dezelfde ingenieurspool als Honeywell, Siemens of Infrabel. En die hebben ook allemaal moeite om dit soort werknemers aan te trekken. Daarom is het belangrijk dat we nu rechtstreeks de internationale toer op gaan. Dat maakt ons bedrijf sexy. En vanzelfsprekend dragen we ons steentje bij aan een positieve handelsbalans door niet onder de kerktoren te blijven.”

ROELAND BYL, FOTOGRAFIE WOUTER RAWOENS

“We zijn niet langer het derde wiel aan de wagen, maar proberen dichter bij onze klanten te staan”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content