Daar is de deur, meneer Tsipras

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Belgische belastingbetaler heeft de Grieken al 8 à 9 miljard euro geleend om hen financieel drijvend te houden. Geleend is een groot woord. Op het grootste deel ervan is weinig tot geen rente verschuldigd, en als de looptijd nog verder wordt verlengd, worden die schulden mogelijk nooit terugbetaald. Op papier bedraagt de Griekse overheidsschuld een onhoudbare 175 procent van het bruto binnenlands product (bbp), maar in de praktijk betaalt Griekenland met 2,3 procent van het bbp minder rentelasten dan België of zelfs Duitsland. Na nog wat meer toegevingen zal Europa de Griekse schulden de facto hebben kwijtgescholden — op voorwaarde dat de Grieken zich aan het hervormingsprogramma houden, wat de nieuwe regering van Alexis Tsipras voorlopig weigert.

De Belgen zijn dus best al solidair met de Grieken, net als de andere eurolanden. De meeste landen doen daarvoor een extra inspanning, boven op de maatregelen die ze nemen om hun eigen overheidsfinanciën op te schonen. Als de Griekse regering dan komt vertellen dat ze het hervormingsprogramma in de vuilbak wil kieperen, kan dat op weinig begrip rekenen. De eurozone en de Europese Unie zijn nog geen transferunie. Onvoorwaardelijke transfers kunnen niet binnen Europa, omdat er geen politiek kader is om er democratische controle op uit te oefenen.

In het huidige Europa is elk land afzonderlijk verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn beleid. Tsipras mocht de Griekse kiezers beloven dat de rekening naar Europa zou worden gestuurd, maar hij vergat erbij te zeggen dat Europa de rekening zou terugsturen. In de Belgische transferunie was die democratische controle er ook niet, omdat de ontvangende regio lange tijd een vetorecht uitoefende op noodzakelijke hervormingen. Pas nu er een federale regering aan de macht is die een groeivriendelijker en hervormingsgezind beleid wil voeren, ontsnapt België stilaan aan de logica van een verlammende transferunie.

Bovendien wordt niemand beter van transfers, integendeel. Vaak staan ze de noodzakelijke hervormingen zelfs in de weg. Waarom zichzelf pijn doen als dat toch niet nodig is? Ook Griekenland kreeg decennialang van Europa transfers ter waarde van 3 tot 5 procent van het bbp, om in 2011 te moeten vaststellen dat het land failliet en tot op het bot corrupt was. Het hervormingsprogramma was daarom ook een zegen voor Griekenland. Het land heeft al grote inspanningen gedaan: de begroting (voor rentelast) is uit de rode cijfers, de concurrentiepositie is bijna hersteld, en dit jaar zou de Griekse economie moeten groeien. Het zou doodjammer zijn als Griekenland zou sneuvelen in het zicht van de eindstreep. Maar er is nog veel werk op de plank. Het land is nog niet in staat om correct de belastingen te innen, en de vriendjespolitiek en het corporatisme tieren nog welig. De Griekse regering moet het afgesproken hervormingsprogramma helemaal uitvoeren.

Toch mag Griekenland ook op enig begrip rekenen. De Griekse economie is door een diep dal gegaan, al was dat deels onvermijdelijk. Een economie die werd opgeblazen met krediet, moet eerst lucht aflaten voor ze duurzaam kan groeien. Het beloofde economische herstel laat echter op zich wachten. In 2010 ging het Internationaal Monetair Fonds ervan uit dat de Griekse economie tegen 2014 weer even groot zou zijn als in 2010, maar ze is vandaag een kwart kleiner. De kuur faalt dus, en daarvoor mag Griekenland wat respijt krijgen. Maar het moet voortgaan op de ingeslagen weg. Het is in ieders belang dat Griekenland weer een competitieve economie wordt, maar dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de Grieken zelf.

Als de Griekse regering de spelregels van de deelname aan de euro en de Europese Unie niet langer wil respecteren, kan Europa enkel zeggen: “Daar is de deur, meneer Tsipras.” Een grexit zou beide partijen serieus pijn doen, en dus werd er de voorbije weken een potje blufpoker gespeeld. Maar Europa heeft maandagavond de kaarten op tafel gelegd en de Grieken voor de keuze geplaatst: inbinden of ophoepelen. De tijd van de spelletjes is voorbij. De euro heeft geen toekomst als een land er de kantjes mag aflopen. Andere landen zullen dat voorbeeld volgen, en de sterkere landen zullen uit zo’n transferunie stappen. De eenheidsmunt wordt dan een splijtzwam voor het hele Europese project, en dat is ontoelaatbaar. Grieken in de euro? Met als het kan, zonder als het moet.

DAAN KILLEMAES

Grieken in de euro? Met als het kan, zonder als het moet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content