Culturele intelligentie of domheid

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Denk vooral niet dat de gedragswetenschappers gestopt zijn met nieuwe concepten te lanceren. De laatste scheut aan de psychologische modeboom is ‘culturele intelligentie’. Omdat zelfs de Amerikanen ontdekt hebben dat er meer buitenland is dan binnenland, dat er meer en meestal rijkere culturen zijn dan de eigen cultuur, hoeft het weinig verwondering te wekken dat ze beseffen dat je best op een slimme manier omgaat met andere culturen.

De propagandisten van culturele intelligentie hebben zelfs al vastgesteld dat er welgeteld vier factoren meespelen. Je hebt een cognitieve, een metacognitieve, een motivationele en een gedragsmatige component. Chinees voor u? Niet erg als u maar een hoog cultureel ‘IQ’ hebt, een hoog ‘CQ’. De notie ‘cognitief’ is eenvoudig. Begrijpt u waarom de Fransen van kaas houden en de Amerikanen van hamburgers?

Metacognitief is al wat moeilijker uit te leggen, want het is weten wat u weet. Beseft u wat u denkt en voelt als u wordt geconfronteerd met andere culturen? Wat gaat er in uw brein om als u een vriendelijk lachende chinees ontmoet? Dat u dit laatste echt weet, is overigens zeer onwaarschijnlijk, want Chinezen hebben lichtjes andere gelaatsspieren zodat we hun glimlach anders interpreteren dan die van een blanke. Vandaar dat het zo gemakkelijk is om een Chinees de slechterik te laten spelen in een film en iedereen te doen geloven hoe onbetrouwbaar dat volkje wel is.

De motivationele dimensie geeft een antwoord op de vraag of u geboeid bent, openstaat voor andere culturen. Ik zat enkele jaren geleden met een vertegenwoordiger van extreem rechts aan tafel – had ik het geweten, dan had ik een andere plaats gezocht – en die meneer stelde zonder meer dat niet-Westerse culturen inferieur waren. Hij verklaarde dat hij nog nooit buiten Europa was geweest, want daar was toch niets te leren. Zo iemand scoort ontzettend laag voor ‘het motivationele aspect van CQ’.

En dan heb je nog het gedragsmatige. Hou je de juiste fysieke afstand tegenover een Japanse vrouw of een Arabische man? Doe je een cadeautje van een Indonesiër dadelijk open? Of net niet?

Academici zouden geen academici zijn indien ze de stellingen van deze propagandisten niet zouden checken. Meten is weten en er zijn helaas niet veel betrouwbare instrumenten voor ‘CQ’. Onderzoekers hebben bij drie verschillende doelgroepen onderzocht of die vier factoren wel degelijk terug te vinden zijn en ook of er wel iets nieuws onder de zon is.

Wat de vier dimensies betreft, alleen maar goed nieuws. Verstand hebben van andere culturen omvat blijkbaar wel degelijk wat we daarjuist hebben beschreven. Maar is CQ wel iets ‘anders’? Hier is er alleen maar slecht nieuws. Op geen enkel moment blijkt culturele intelligentie iets meer te bieden dan het oude getrouwe ’emotionele intelligentie’. Achteraf gezien niet verwonderlijk. EQ heeft te maken met inlevingsvermogen, het perspectief van de ander kunnen vatten. Als die ander Japanner of Italiaan is, zal het wel helpen te proberen het perspectief van de ander te vatten.

Laat me een voorbeeld geven. Een Spaanse collega vertelde mij wat voor een schok het voor hem was toen hij in de Verenigde Staten voor het eerst een gesprekstraining volgde. Daar word je namelijk geleerd dat je zorgvuldig actief moet luisteren en vervolgens pas mag spreken. Maar, en hij werd zelfs wat emotioneel, in onze cultuur is het summum van sociale vaardigheid door elkaar praten. Je moet eens met Kerstmis onze meest gezellige diners komen bestuderen. Iedereen praat luidop door elkaar! Sociale vaardigheid is in Spanje praten en luisteren tegelijk! Als ik eerlijk ben, dat heb ik mijn jeugd ook in Vlaanderen gezien. Het is pas echt gezellig als zowat iedereen tegelijk aan het praten is, en moeder zal wel alles gehoord hebben.

En de onderzoekers tonen aan dat het niet eens dat empatisch vermogen is dat CQ overbodig maakt, maar voldoende emotionele stabiliteit. Hysterici, dogmatici en neuroten zijn echt niet goed in het omgaan met emoties, of ze nu in de eigen cultuur of in een vreemde cultuur opereren.

Dus CQ draagt nauwelijks bij tot wat we al weten. En we hebben dus niet echt nood aan een nieuw concept. Je kunt immers voor elk concreet gedrag een nieuw soort intelligentie gaan bedenken: de intelligentie om piano te spelen, met de fiscus te onderhandelen of om columns te schrijven. De onderzoekers denken dat hun zwakke resultaten voor het grootste deel toe te schrijven zijn aan de vragenlijsten. Niemand ziet zichzelf graag als een interculturele Beotiër, net zoals iedereen overtuigd is dat hij of zij gevoel heeft voor humor. Er is dus ruimte voor nieuw onderzoek. Maar nog niet echt voor de notie ‘culturele intelligentie’.

DE AUTEUR DOCEERT MANAGEMENT AAN DE VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL.

Marc Buelens

Op geen enkel mo-ment blijkt culturele intelligentie iets meer te bieden dan het oude getrouwe emotionele intelligentie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content