“Concurrentie doet ons deugd”

Preekt de vos de passie? Exûmonopolist Electrabel wil dat de elektriciteitsmarkt zo snel mogelijk vrij wordt. “Anders bestaat het risico dat u suggereert dat wij de zaken manipuleren. Dat schaadt ons imago zeer,” zegt Willy Bosmans. Een gesprek met de Electrabelûtopman over de nieuwe concurrentie op de thuismarkt, de moeilijke Europese expansie, het lange uitblijven van een netbeheerder en de ontrouw van een partner.

Stijgende brandstofprijzen en toenemende concurrentie knabbelen aan de verkoopmarges in België en Europa. In Nederland bijvoorbeeld moet Electrabel Nederland (het vroegere Epon) inspanningen doen om zijn verkoopvolume te behouden. Op de koop toe daalde de elektriciteitsprijs boven de Moerdijk met 10%, onder meer door een sterke invoer uit Duitsland.

Met de vrijmaking van de Belgische elektriciteitsmarkt sijpelt de concurrentie ook hier langzaam de thuismarkt binnen. Het Duitse RWE opereert het meest agressief om grote klanten af te snoepen. Begin volgend jaar kunnen nog eens 1500 bedrijven in Vlaanderen kiezen waar ze hun stroom aankopen. En op de particuliere markt _ in Vlaanderen zal op 1 juli 2003 elk gezin elektriciteit kunnen kopen bij wie het wil _ sloegen de zuivere intercommunales en het Britse Centrica de handen in elkaar. Deze tandem heeft nu 20% van de particuliere markt in handen en wordt dus een te duchten concurrent voor Electrabel voor de stroomverkoop aan de gezinnen.

We kunnen nog meer oplepelen uit de pot vervelend nieuws voor Electrabel. De publieke elektriciteitsproducent SPE heeft het jarenoude samenwerkingsverband met Electrabel opgeblazen en is op zoek naar een buitenlandse partner. De concurrent die SPE koopt breekt het productiemonopolie van Electrabel op de Belgische markt en krijgt hier meteen vaste voet aan de grond.

En verder talmt de overheid met de benoeming van de onafhankelijke beheerder van het hoogspanningsnet. Zonder die benoeming is de markt enkel vrij op papier bij gebrek aan rechtszekerheid. Electrabel voelt zich onheus behandeld als er een beschuldigende vinger naar haar wordt uitgestoken als remmende factor.

Dat is frustrerend,” zegt Willy Bosmans (53), de gedelegeerd bestuurder van Electrabel, en hij zwaait met een kopie van een kritisch omslagverhaal dat Trends in oktober vorig jaar publiceerde. De topman is een workaholic en klopt dagen van 7 uur ‘s morgens tot 9 uur ‘s avonds _ “enkel in mijn bureau zou een spaarlamp renderen,” grapt hij. Ondanks die kwinkslag is het duidelijk dat de power play die in de sector woedt, hem niet onberoerd heeft gelaten.

Willy Bosmans moet de verdediging op de thuismarkt organiseren en het onvermijdelijke verlies aan marktaandeel trachten goed te maken met een offensieve strategie op de Europese markt, waar Electrabel op zijn beurt de new entrant kan uithangen. Vorige week nog kon Electrabel het samenwerkingsakkoord met Compagnie Nationale du Rhône ( CNR) eindelijk afronden. Nu mag Electrabel wel enkel de stroom commercialiseren die CNR opwekt in de Rhônevallei _ Electrabel mocht dus geen participatie in CNR zelf nemen _, maar zelfs dat is op de afgeschermde Franse markt een huzarenstukje. De Franse hoofdaandeelhouder Suez _ via Tractebel heeft Suez 40% van Electrabel in handen _ speelde het noodzakelijke breekijzer in de maanden durende onderhandelingen.

Electrabel wint intussen op de Europese markt meer klanten dan het er in België verliest. Het contract met het Nederlandse Ahold illustreert de stijging met 54% (trading niet inbegrepen) van de Europese elektriciteitsverkoop. Electrabel boekt al ruim een vierde van zijn elektriciteitsverkoop buiten België.

Maar kan Electrabel een grote Europese speler worden? Dat spreekt niet vanzelf in een zeer traag groeiende markt waar dalende prijzen de regel zijn. De diverse Europese markten zijn bovendien relatief gesloten. De Duitse markt bijvoorbeeld is volgens de wet voor 100% open maar de facto voor 3%, zo leert een studie van de Europese Commissie. Groeimarkten als de Spaanse of de Italiaanse markt zijn door de beperkte transmissiecapaciteit elektrische eilanden. Wie er klanten wil bevoorraden, moet er productiecapaciteit hebben. Een logisch gevolg is dat er in Spanje waanzinnige prijzen voor centrales worden betaald.

“Wie een hoofdrol wil spelen op de Europese markt moet een cost- en tradingleader zijn,” zegt Philippe Vandeurze. Electrabel gooit vooral hoge ogen met zijn tradingdivisie. Het gegoochel met aan- en verkoop van elektriciteit is van belang om in een wispelturige vrije markt vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Bovendien kan Electrabel dankzij de gasactiva van Tractebel en Distrigas makkelijk schipperen tussen elektriciteit en gas. De keuze kunnen maken om gas door te verkopen of om te zetten in elektriciteit is een bron van belangrijke meerwinsten. Dat Willy Bosmans ook CEO is van Distrigas en alle Europese activa van Tractebel beheert past in dit kader.

Samengevat: Electrabel voelt zich op de Belgische markt de gebeten grote hond in een (te) klein hok, terwijl het op de Europese markt een ambitieuze puppy is dat z’n territorium tracht af te bakenen. Tijd voor een interview (met het baasje).

WILLY BOSMANS (ELECTRABEL). “( geprikkeld) Electrabel heeft alle nodige stappen gezet om de netbeheerder te kunnen installeren. We hebben tarieven gepubliceerd. We hebben het netbeheer ondergebracht in een afzonderlijke vennootschap, Elia genaamd. We voldoen aan een tweede Europese richtlijn die nog moet worden goedgekeurd en beantwoorden perfect aan de Belgische wetgeving die ter zake nog verder gaat: de raad van bestuur van Elia moet ten minste voor de helft uit onafhankelijke bestuurders bestaan. De speurtocht naar geschikte kandidaten is bezig. De regulator van het vrijgemaakte deel van de markt ( nvdr – de Creg of Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas) moet zich uitspreken over de onafhankelijkheid van die bestuurders en ook de transporttarieven goedkeuren. Maar de Creg zegt op haar beurt dat ze dat pas kan doen als de netbeheerder door de regering is benoemd. Onze politieke besluitvormers komen daar niet toe en zo blijft de patstelling bestaan. Kortom, de vrijmaking van de Belgische markt is op de eerste plaats een politiek probleem. Eigenlijk had de netbeheerder al eind 1999 aangeduid kunnen zijn.”

Maar u ondervindt geen nadeel bij deze patstelling.

BOSMANS. “( gedecideerd) Ik denk dat wij er alle belang bij hebben dat de zaken zo snel mogelijk vooruitgaan.”

Waarom?

BOSMANS. “De vrijmaking van de markt is er. In zo’n omgeving is het beter te anticiperen dan te trachten een aantal verworvenheden van het verleden te behouden. Als de belangrijkste speler in België hebben wij er alle belang bij dat de regels voor iedereen duidelijk worden vastgelegd. Zolang dat niet het geval is, bestaat steeds het risico, zoals u nu suggereert, dat Electrabel de zaken manipuleert om ze naar haar hand te zetten. Dat schaadt ons imago zeer. België staat trouwens verder dan andere landen met de effectieve vrijheidsgraad van de markt. In januari zal elk bedrijf dat meer dan 1 gigawattuur verbruikt, vrij zijn leverancier kunnen kiezen ( nvdr – goed voor 52% van de elektriciteitsmarkt) en vanaf juli 2003 zal die vrije keuze gelden voor de volledige Vlaamse markt.”

Hoe ervaren jullie de kritiek dat Electrabel de markt manipuleert?

BOSMANS. “Ik weet wel dat klanten en concurrenten graag het hoogspanningsnet gratis zouden willen gebruiken, zonder zich iets te moeten aantrekken van de complexiteit van het leveren van stroom. De Europese elektriciteitssector heeft jarenlang gevochten tegen een te radicale liberalisering, onder meer op basis van een aantal technische argumenten. Die argumenten gelden nog steeds. Het product elektriciteit is niet stockeerbaar. In een markt met overcapaciteit kan men zich veel zaken permitteren, maar van zodra er problemen optreden _ kijk naar het elektriciteitstekort in Californië _, dan wordt men zich opnieuw bewust van de stroomvoorziening. De politiek wil dat de markt in Europa wordt geliberaliseerd en iedereen past zich aan. Ook de Creg zal, terecht, op de eerste plaats oog hebben voor een goed werkende vrije markt en meer aandacht besteden aan de argumenten van de verbruikers dan aan die van de gevestigde operator. Ik hoop dat we tot een evenwichtig geheel komen om niet in Californische toestanden te vervallen.”

U onderhandelt over de verkoop van 30% van het hoogspanningsnet aan de gemeenten. Is dat van harte?

BOSMANS. “Wij zijn nooit vragende partij geweest om te verkopen. We hebben enkel ingestemd met een politieke vraag. We zijn evengoed bereid een gedeelte van het netwerk te verkopen aan andere partijen. Als men iemand verplicht een deel van zijn activa te verkopen, is dat ofwel een onteigeningsprocedure waarvan de procedure wettelijk is vastgelegd, ofwel gaat het om een bilaterale transactie tussen twee partijen. De overheid vroeg een gedeeltelijke verkoop van het net aan de gemeenten. Wij onderhandelingen nu. Maar de afwikkeling van deze kwestie is geen vereiste om over te gaan tot de benoeming van de netbeheerder. Dat is een politieke eis.”

Wat is het vertrekpunt voor de waardering van het hoogspanningsnet: de boekhoudkundige of de commerciële waarde van het net?

BOSMANS. “De waarde van een onderneming is de som van de toekomstige cashflows die die onderneming genereert. Die waardering is duidelijk verschillend van de boekhoudkundige waarde.”

De Creg waarschuwde dat het niet opgaat dat Electrabel informatie achterhoudt omtrent de netbeheerder om dan achteraf met die informatie tot een andere waardering te komen. Het businessplan van de netbeheerder dat Electrabel aan de Creg overhandigde telde nauwelijks vier bladzijden.

BOSMANS. “We komen vanuit een gereguleerd systeem waarin de activiteiten één geheel vormden. De kosten verbonden aan het netbeheer zijn uit te spitten, maar wat zijn de juiste transporttarieven? Dat zijn vraagtekens die gedeeltelijk door de Creg moeten worden beantwoord. We moeten ook vaststellen dat de Creg details vraagt die niet aanwezig zijn in onze boekhouding.”

De gemeenten, op zoek naar inkomsten, hebben belang bij zo hoog mogelijke transporttarieven. Hebben jullie daar een bondgenoot?

BOSMANS. “( stoïcijns) De tarieven worden vastgelegd door de Creg. Wij gaan ervanuit dat de Creg werkt als een onafhankelijk orgaan.”

Dreigt de consument niet het slachtoffer te worden van (te) hoge transporttarieven, terwijl hij al betaald heeft voor dat net onder de vorm van afschrijvingskosten die Electrabel in het verleden mocht doorrekenen aan de klant?

BOSMANS. “De waarde van de transactie tussen de gemeenten en Electrabel heeft geen enkele impact op de bepaling van de transporttarieven. De transporttarieven zijn afhankelijk van wat de regulator als billijke vergoeding ziet voor de kapitaalkosten van de netbeheerder. Wij vrezen eerder dat de overheid de netbeheerder zal gebruiken om een aantal kostenverhogende verplichtingen en taksen op te leggen aan de gebruiker.”

Wat kan de impact zijn van een gedeeltelijke verkoop van het hoogspanningsnet op de winst per aandeel van Electrabel?

BOSMANS. “Als we verkopen, moeten we met de vrijgekomen middelen een investering kunnen doen die hetzelfde rendement haalt om de winst op peil te houden. Zelf kan ik zo’n investering niet zomaar op tafel leggen. Aan potentiële investeringen op de Europese markt hangt een stevig prijskaartje.”

Uw jarenlange bondgenoot SPE gedraagt zich vandaag niet meteen als een trouwe huwelijkspartner. Hoe staat u daartegenover?

BOSMANS. “Het is nuttig om dit verstandshuwelijk in de tijd te duiden. SPE is eind jaren zeventig ontstaan uit een groepering van drie kleine openbare producenten die op de rand van het faillissement stonden. De overheid vroeg aan de privé-maatschappijen om SPE uit de nood te helpen. Die akkoorden zijn geëvolueerd en de laatste stap in 1994-1995 creëerde een economische eenheid, waarin SPE twee centrales exploiteerde. Nu moeten wij vaststellen dat SPE buitenechtelijke ambities heeft en blijkbaar met buitenlandse partners praat.”

Volgens onze informatie zou er een principiële overeenkomst zijn gesloten tussen SPE en Electricité de France.

BOSMANS. “Wij weten evenveel als u. We weten dat SPE praat met EdF, zoals SPE gesproken heeft met het Duitse RWE en andere partijen. Als er al een akkoord is, dan is dat voor ons onbekend.”

In de sector leeft het vermoeden dat de dossiers CNR en SPE aan elkaar gekoppeld zijn. Electrabel mag elektriciteit in Frankrijk commercialiseren en EdF krijgt in ruil een stukje van de Belgische markt.

BOSMANS. “( afgemeten) Ik kan u verzekeren dat deze dossiers zeker niet zijn gekoppeld. De onderhandelingen met CNR dateren al van 1999. De situatie is verschillend. CNR was onafhankelijk sinds 2000 en was op zoek naar een buitenlandse partner.”

Stel dat er inderdaad een akkoord tussen SPE en EdF is. Maakt u zich niet ongerust of boos over de ontrouw van SPE?

BOSMANS. “De stand van zaken is dat de akkoorden tussen Electrabel en SPE nog niet zijn opgezegd.”

Gezien de beperkte invoercapaciteit is uw samenwerking met SPE toch van strategisch belang op de Belgische markt?

BOSMANS. “Electrabel en SPE controleren nagenoeg de hele Belgische productie. Er is importcapciteit, beperkt aan de zuidgrens, minder aan de noordgrens. We stellen vast dat de nieuwe operatoren op onze markt beperkt blijven tot Duitse spelers: RWE en anderen.”

Toch is het opvallend dat EdF weinig actief is op de Belgische markt. Hebt u daar een verklaring voor?

BOSMANS. “Veel hangt ook af van de strategie die de onderneming voert in het kader van Europese expansie. EdF werkt blijkbaar via overnames in plaats van zelf ergens klanten te veroveren. EdF was al een grote exporteur van elektriciteit en wil op die manier op de Europese markt een aantal contracten behouden.”

Wat is dan voor Electrabel de beste strategie?

BOSMANS. “De natuurlijke groei van de elektriciteitsmarkt is beperkt, net als de transmissiecapaciteit. Als je dus ergens elektriciteit verkoopt, moet je er centrales hebben. Zeker op elektrische eilanden zoals de Iberische markt of Italië.”

Electrabel mocht in juli jongstleden tegen normale prijzen de Europese activa van moeder Tractebel kopen. Was dat een cadeau?

BOSMANS. “De prijs was fair voor koper en verkoper. Het is wel zo wij niet hebben moeten vechten tegen de concurrentie, die misschien bereid zou zijn geweest gekke prijzen te betalen voor die activa.”

Zou u bereid zijn eigen centrales in België te verkopen aan derden?

BOSMANS. “In het kader van onze Europese expansie kan een ruil van activa met buitenlandse operatoren interessant zijn. We hebben echter nog geen concrete voorstellen ontvangen. Als we verplicht worden centrales te verkopen, is dat een andere situatie. De Europese Commissie kan ons verplichten dat te doen als ze zou oordelen dat we op de Europese markt te dominant worden.”

Is het product elektriciteit eigenlijk wel geschikt voor een vrije markt?

BOSMANS. “Ik ben er niet zeker van dat het aantal operatoren maatgevend is voor een goede werking van een vrije markt. In deze activiteit moet je voldoende schaal hebben om competitief te zijn. De Europese markt ondergaat een consolidatiegolf, precies met het oog op die schaalgrootte. Als er morgen maar één groot bedrijf overblijft, zitten we natuurlijk in een monopoliesituatie. In die zin zijn we soms verwonderd over de houding tegenover Electrabel. Wij zijn groot in België maar klein in Europa.”

Op 1 januari zullen in Vlaanderen nog eens 1500 bedrijven vrij hun stroomleverancier kunnen kiezen. Levert Electrabel slag voor elke klant?

BOSMANS. “Onze marketingpolitiek is een mengeling van prijs en dienstverlening. Het nadeel als belangrijkste speler in de markt is dat wat we geven aan één klant, ook moeten geven aan een andere klant. Een nieuwkomer kan mikken op een beperkt segment.”

Was het ook niet uw ambitie om tegen 2002 het prijsverschil met het buitenland op de particuliere markt weg te werken?

BOSMANS. “Dat is het objectief van de regering, maar twee lijnen verder zegt de regering dat er niet mag worden geraakt aan de inkomsten van de gemeenten en nog eens een paar lijnen verder dat we een aantal fondsen moeten creëren om sociale maatregelen te financieren. Als men prijzen vergelijkt moet men rekening houden met die aspecten. Wat België heeft aan sociale voorzieningen is de som van wat in zeventien andere Europese landen voorhanden is. Dat heeft een prijs.”

Vandaag zou het objectieve prijsverschil van België met de omliggende landen zo’n 15% bedragen.

BOSMANS. “Er was in 2000 inderdaad een prijsverschil van 10% tot 15%, al hangt dat af over welke klantencategorie het gaat. De tarievenpolitiek is nu vooral gericht op de zeer kleine verbruikers en de verbruikers die genieten van sociale voorzieningen. Zij betalen minder. Dat is een politieke keuze. “

Het Britse Centrica heeft zich ingekocht bij de zuivere intercommunales. Is dat een serieuze concurrent?

BOSMANS. “Dit is een concurrent van formaat, zeker als ze in staat zijn hier te doen wat ze op de Britse markt hebben gerealiseerd ( nvdr – Centrica biedt naast elektriciteit ook diensten zoals verzekeringen aan gezinnen). Anderzijds is de komst van Centrica op een aantal vlakken ook een goede zaak voor ons. Ten eerste, het bewijst dat er concurrentie zal zijn op de Belgische markt. Ten tweede is het een uitdaging voor ons om de concurrentie aan te gaan voor de laagspanningsklanten. Electrabel moet zich op die markt niet alleen meer defensief maar ook offensief positioneren.”

Op het vlak van de elektriciteitsdistributie moet het beheer van het laagspanningsnet worden afgesplitst van de commerciële activiteiten tegen 1 juli 2003. Beide zijn nu vermengd tussen de gemeenten en Electrabel via de gemengde intercommunales. Een anachronisme?

BOSMANS. “Het is perfect denkbaar dat de gemeenten aanwezig blijven in de activiteiten die een natuurlijk monopolie vormen, zoals de distributie. Ik zeg niet dat de gemeenten niet kunnen participeren in de commerciële activiteiten. Ik denk wel dat het niet de rol van de gemeenten is actief te zijn in risicovolle commerciële activiteiten. De trend die zich aftekent, is dat de gemeenten een belangrijke positie innemen in het distributienet en dat Electrabel een sterke positie neemt in de commerciële activiteit. Maar er is een wens van de gemeenten aanwezig te blijven in beide.”

Is het ook de wens van Electrabel om in beide activiteiten aanwezig te blijven?

BOSMANS. “Ja. Er werken 9000 van onze mensen in de distributieactiviteit.”

Bij uw aantreden wou u in de eerste plaats de bedrijfscultuur veranderen. Hoe ver staat u nu?

BOSMANS. “De overstap van een gereguleerde omgeving naar een competitieve omgeving creëerde een nieuw speelveld. De aanpassing is een proces van vele jaren. Je mag niet vergeten dat we hier in België in de jaren vijftig zijn gestart met een veertigtal privé-ondernemingen die door opeenvolgende fusies omgevormd zijn tot één bedrijf. De omschakeling naar een efficiënte en klantgerichte organisatie ligt voor een aantal mensen in dit bedrijf dan ook zeer moeilijk. Deze problematiek zou weleens onze grootste uitdaging kunnen worden.”

Daan Killemaes – Piet Depuydt

Piet Depuydt

“In het kader van onze Europese expansie zou een ruil van activa op de Belgische markt met buitenlandse operatoren interessant kunnen zijn.”

“Ik ben er niet zeker van dat het aantal operatoren maatgevend is voor een goede werking van een vrije markt. In deze activiteit moet je voldoende schaal hebben om competitief te zijn.”

“De vrijmaking van de Belgische markt is op de eerste plaats een politiek probleem. Eigenlijk had de netbeheerder al eind 1999 kunnen aangeduid zijn.”

“Zolang de regels onduidelijk zijn, bestaat steeds het risico, zoals u nu suggereert, dat Electrabel de zaken manipuleert om ze naar haar hand te zetten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content