CIJFERS (2)

Procter & Gamble (fabrikant van onder meer Allways, Pampers, Dash, Dreft, Bounty, Vicks en Pantène) was ook in 1997 de grootste Belgische adverteerder. P&G gaat op basis van de MediaMark-tellingen – waarbij geen rekening wordt gehouden met eventuele kortingen – als eerste adverteerder in de Belgische geschiedenis door de kaap van 2 miljard frank. De multinational besteedde in ons land 2.000.566.000 frank aan mediareclame, dat is 17,4% meer dan in 1996.

Op de tweede plaats komt Unilever (met merken als Iglo, Ola, Sunlight, Omo, Lipton, Becel, Planta), dat in vergelijking met 1996 zo’n 61,5% meer investeerde. In totaal had de Nederlands-Britse multinational ruim 1,5 miljard frank veil voor mediareclame. Volgens Unilever kan de toename worden verklaard door het zwakke resultaat in 1996 enerzijds (-10% tegenover 1995) en de stijging van de budgetten anderzijds. De verschillende werkmaatschappijen van Unilever lanceerden vorig jaar heel wat nieuwe of vernieuwde producten. Dat was vooral het geval bij LeverElida: de maatschappij bracht Cif Crème met Javel op de markt en herlanceerde Sunlight (waarbij ook shampoo in het gamma werd opgenomen). Iglo-Ola introduceerde Chicken Nuggets in het diepvriesvak, terwijl in het ijssegment Max en de Viennetta-variant Biscuit Sensation werden aangeboden. Hartog-Union bracht dan weer een nieuwe margarine op basis van olijfolie op de markt – Bertolli – en ondersteunde die met een grote mediacampagne. Ten slotte was er ook een grote campagne rond Mora (diepvriessnacks). Tussen haakjes: de Unilever-mediabudgetten werden zowat overal ter wereld verhoogd.

Derde grootste adverteerder in 1997 was Belgacom. Het telecombedrijf besteedde 1,4 miljard frank (+33,2%) aan reclame. De Belgische Staat rondde als adverteerder de kaap van 1 miljard frank (+16,3%). Danone ten slotte maakte het vijftal dat meer dan 1 miljard frank aan reclame besteedde compleet (1.005.803.000 frank, +11,7%).

In de ranglijst van de dertig grootste adverteerders waren Mobistar en BBL de grootste groeiers met respectievelijk 137% en 94% ten opzichte van 1996. Andere grote investeerders waren L’Oréal Group (+46,1%), Coca-Cola (+58%) en Fiat (+47,8%). Opvallend ook was de stijging bij een aantal autofirma’s. Naast Fiat (nummer 15 op de lijst) liet Moorkens (nummer 14, zie ook omslagverhaal, blz. 36) 41% groei in de uitgaven noteren. Hetzelfde geldt voor Opel-Belgium (nummer 17, +19%), International Motor Cy ( Toyota, nummer 18, +40%) en Ford (nummer 20, +40%).

Nochtans volgden niet alle merken deze trend: D’Ieteren (nummer 9) besteedde 2,9% minder (het bedrijf wachtte op de nieuwe Golf), Citroën (nummer 19) gaf 19,5% minder uit, collega Peugeot (nummer 21) bleef status-quo (-0,2%) en Renault (nummer 23) gaf in het Vilvoorde-jaar 27,4% minder uit. In totaal stonden er in 1997 negen automerken in de adverteerders-topdertig.

Andere opvallende vaststelling is dat er slechts twee sigarettenfirma’s in de topdertig zaten: Philip Morris Group – met ook de General Foods– en Jacobs/Suchard Côte d’Or-activiteiten (nummer 6, +9,1%) en Tabacofina (nummer 25, -2,5%). De twee grootste supermarktketens hadden minder geld over voor mediareclame: GIB (nummer 12, -12%) en Delhaize De Leeuw (nummer 24, -9,9%).