China lijkt zich neer te leggen bij vertragende economie

CHINA Door de malaise in de vastgoedsector en het zerocovid-beleid zal de economie met minder dan 3 procent groeien. © Getty Images

China kon als geen ander land recessies neerslaan. Maar die tijden zijn voorbij.

In 2011 publiceerde de American Economic Review een invloedrijk artikel met de titel Growing Like China. De auteurs, onder wie Zheng Song van de Chinese Universiteit van Hongkong, probeerden het kenmerkende tempo en ontwikkelingspatroon van China te verklaren. De titel werd even goed ontvangen als het betoog, dat gevolgd werd door artikelen zoals Innoveren als China, Investeren als China en Internationaliseren als China.

Maar dit jaar groeit China helemaal niet zoals China dat vroeger deed. Door de diepe malaise in de vastgoedsector en het zerocovid-beleid van de regering, dat inhoudt dat bij elke uitbraak van het virus de deuren worden gesloten, zal de economie volgens banken als Nomura, Morgan Stanley en UBS in 2022 naar verwachting met minder dan 3 procent groeien. Dat is ver onder de doelstelling van 5,5 procent.

Ook de munt van China verzwakt. Op 16 september was er voor het eerst sinds juli 2020 meer dan 7 yuan nodig om 1 dollar te kopen. Volgens de bank Goldman Sachs kan het Chinese bruto binnenlands product (bbp) in 2023 meer dan 2 miljard dollar onder het in januari voorspelde niveau liggen.

Het is niets voor China om genoegen te nemen met zulke ondermaatse prestaties. In het verleden hebben economen zich meermaals verbaasd over het vermogen van China de uitgaven te stimuleren wanneer dat nodig is, zijn groeidoelstellingen te halen en zijn beroepsbevolking en werkplaatsen voldoende werkgelegenheid te bieden. Zelfs na de wereldwijde financiële crisis in 2008 bereikte China’s bbp snel het niveau waar het zou zijn geweest mocht de crisis nooit zijn gebeurd. Onder de indruk van dat resultaat schreven Yi Wen van de Federal Reserve Bank of St Louis en Jing Wu van de Tsinghua-universiteit nog een paper getiteld Withstanding the Great Recession like China.

Het is niets voor China om genoegen te nemen met zulke ondermaatse prestaties. Zelfs na de financiële crisis in 2008 bereikte China’s bbp snel het niveau waar het zou zijn geweest mocht de crisis nooit zijn gebeurd.

De veerkracht van het land berustte volgens hen op de onconventionele middelen die het ter beschikking had om de crisis te bestrijden. Net als andere landen versoepelde China het monetaire beleid zodra de wereldwijde financiële crisis toesloeg. Maar in andere landen bleven bedrijven en consumenten terughoudend om te lenen, zelfs tegen de laagste rente. Daardoor leidde de monetaire versoepeling niet tot een grote kredietexpansie. In China daarentegen leenden staatsbedrijven en financieringsinstellingen van de lokale overheid (die investeert in infrastructuur en andere overheidsprojecten) op aandringen van de regering gretig bij de Chinese banken.

Minder leningen

Waarom weerstaat China de vertraging van dit jaar dan niet zoals in het verleden? Het begrotingstekort, ruim gedefinieerd als leningen buiten de begroting om, zal dit jaar toenemen. Maar slechts met ongeveer 3 procent van het bbp, volgens Goldman Sachs. In de twee jaar tussen 2008 en 2010 bedroeg de budgettaire schommeling eerder 4 procent van het bbp. En het was nog groter in reactie op China’s vastgoedvertraging in 2015. Belastingvoordelen voor bedrijven maken een groot deel uit van de stimulans van dit jaar, vergeleken met de verwaarloosbare rol die ze in 2008-2009 speelden. Dat kan efficiënter zijn, als bedrijven beter weten hoe ze het geld moeten besteden dan de overheid. Maar het kan ook minder effectief zijn, als bedrijven ervoor kiezen het helemaal niet uit te geven.

China lijkt zich neer te leggen bij vertragende economie

De lokale overheden en hun financieringsinstrumenten, die in 2008 de stimuleringsinspanningen leidden, zijn nu niet zo moedig. De vastgoedcrisis heeft de verkoop van grond, die vorig jaar goed was voor ongeveer een derde van hun inkomsten, parten gespeeld. Om de gaten in de begroting te dichten hebben 80 van de 111 steden die de krant Southern Weekly heeft gevolgd, de boetes verhoogd. Yulin, een stad in de provincie Shaanxi, legde een kruidenier een boete van 66.000 yuan (9.450 euro) op omdat hij 2,5 kilogram selderij van mindere kwaliteit had verkocht. Een staatsbusmaatschappij in Lanzhou, de hoofdstad van de provincie Gansu, kwam met een ingenieus idee om het achterstallige salaris van een deel van haar personeel te betalen. Omdat het bedrijf geen aanvullende leningen kon aanvragen, stelde het voor dat de werknemers zelf leningen zouden aangaan, die het bedrijf beloofde terug te betalen.

Het gebrek aan gretige leners remt het monetaire beleid van China af, net als in andere grote economieën na de wereldwijde financiële crisis. China heeft verschillende rentetarieven verlaagd, waaronder een eerste verlaging van de depositorente sinds 2015. Toch heeft de snellere groei van de geldhoeveelheid zich nog niet vertaald in een evenredige versnelling van de kredietverlening.

In principe zou de centrale overheid meer kunnen doen om de groei te stimuleren. Ze zou de uitgaven kunnen verhogen of de financiële gaten van de lagere overheden kunnen helpen te dichten. Ze heeft lokale overheden toegestaan nog eens 500 miljard yuan aan ‘speciale obligaties’ uit te geven. Die moeten worden terugbetaald met de opbrengsten van de infrastructuurprojecten die ze financieren. Maar dat is zowel minder dan veel analisten hadden verwacht, als minder dan nodig is.

China’s leiders willen misschien de fouten uit het verleden vermijden, ook al betekent dat dat ze de successen uit het verleden moeten opgeven. Xi Jinping, de Chinese president, en Li Keqiang, de premier, traden aan in 2013, enkele jaren na de financiële crash, toen de ongewenste naweeën van China’s stimuleringsinspanningen sterk voelbaar waren. Overvloedige uitgaven door de vele takken van de staat lieten overcapaciteit, een scheef productiepatroon en zware schulden achter. Li heeft herhaaldelijk beloofd niet terug te vallen op overvloedige stimuleringsmaatregelen, een verwijzing naar het verleden.

Zerocovid-beleid

Maar er is een eenvoudiger verklaring voor de veranderde aanpak. President Xi is er veel aan gelegen het zerocovid-beleid te handhaven, dat hij omschrijft als het bewijs van China’s superieure sociale model. Lokale overheden staan onder druk om de infecties binnen de perken te houden, wat hen zou afleiden van een grote inspanning om de overheidsinvesteringen te stimuleren, zelfs als de financiering beschikbaar zou zijn.

Bovendien heeft de altijd aanwezige dreiging van lockdowns het vertrouwen van consumenten en ondernemers aangetast. Extra overheidsuitgaven zouden dus minder doeltreffend zijn om de particuliere bestedingen te stimuleren. Andere landen kunnen de Chinese economische groei dit jaar overtreffen. Maar niemand vecht zo tegen de crisis als China.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content