Businessangel in Ethiopië

Ethiopië is in volle economische transitie. Ondernemers voor Ondernemers maakt het mogelijk rechtstreeks te investeren in het land. “Economische ontwikkeling via het ondernemerschap is een belangrijk aspect van de ontwikkelingssamenwerking.”

Vergeet het Ethiopië van de bolle kinderbuikjes. Dit is niet meer het land van Life Aid in 1985″, zegt Karel Claes. Toen hij in die donkere periode voor het eerst Ethiopië bezocht, was hij directeur van Artsen zonder Grenzen. Met zijn bedrijf Direct Social Communications wierf hij daarna fondsen voor een twintigtal ngo’s in België. Nu wil hij als een soort businessangel rechtstreeks investeren in bedrijven in het Zuiden. Zo bezit hij in Ethiopië de helft van de aandelen van Dynasty Ethiopia Tours, een reisbureau van de lokale ondernemer Bogale Abey. Claes is ook bestuurder van Ondernemers voor Ondernemers, dat sinds deze zomer rechtstreekse participaties in beginnende bedrijven in het Zuiden mogelijk maakt (zie kader Ondernemers voor ondernemers).

“Het is ongelooflijk welke veranderingen dit land heeft ondergaan”, zegt hij. “Overal worden wegen aangelegd, de schuren zijn volgestouwd met oogst om een jaar droogte te kunnen overbruggen, universiteiten schieten met tientallen uit de grond. Bovendien is Ethiopië een zeer ondernemend land. De democratisch verkozen regeringen van Meles Zenawi hebben sinds 1994 stabiliteit gebracht, na de oorlog met Eritrea.”

Hoe bent u vennoot geworden in een Ethiopisch reisbureau?

KAREL CLAES. “Toen ik en mijn echtgenote in 2011 Ethiopië bezochten, was Bogale Abey onze gids. Aan het eind van die reis wilde hij geen fooi, maar feedback over zijn businessplannen. Ik was toen al betrokken bij Ondernemers voor Ondernemers, vanuit mijn diepe overtuiging dat je het Zuiden niet alleen moet leren vissen, maar dat je het ook handel moet leren drijven met die vis. Economische ontwikkeling via het ondernemerschap is een belangrijk aspect van de ontwikkelingssamenwerking.

“Bogales businessplan zag er mooi uit. Na wat heen en weer e-mailen heeft hij zijn eerste bedrijf opgericht. Ik leende hem 40.000 dollar om er een busje mee te kopen, waarmee hij toeristen naar het ‘achtste wereldwonder’, de rotskerken in Lalibela, kan brengen. De zaken draaien goed, hij houdt zich aan de afspraken en intussen hebben we samen Dynasty Ethiopia Tours opgericht.”

Hoe ziet de deal tussen u en Bogale Abey eruit?

CLAES. “Er was een startkapitaal van 120.000 dollar nodig. We hebben ieder de helft van de aandelen. De 60.000 dollar die hij moest inbrengen, kreeg hij van mij via een renteloze lening. Bij de bank moest hij 28 procent rente betalen. Een onhaalbare zaak. Hij betaalt de lening terug op tien jaar tijd.”

Een indekking tegen de inflatie is er dus niet?

CLAES. “Niet voor mijn kapitaal. En we hebben tijdens het eerste project ook ontdekt dat het eigenlijk geen renteloze lening is. Door het wisselkoersverschil moest hij me 15 procent meer terugbetalen. De afspraak is nu dat we de dollarkoers van het eerste jaar blijven hanteren.”

Hoe lopen de zaken?

CLAES. “Bogale heeft in het eerste jaar al enkele reizen kunnen organiseren. Hij heeft een trip verkocht aan Davidsfonds Cultuurreizen, en binnenkort start hij een samenwerking met Anders Reizen en Joker. Hij hangt nog te veel af van de relaties die ik heb in België, maar je kunt niet verwachten dat het bedrijf nu al een booming business is. Voorlopig draaien we nog met verlies.”

U kunt er gif op innemen dat veel ondernemers u naïef vinden.

CLAES. “Zo’n investering houdt risico’s in, maar beleggen op de beurs ook. Ondernemers die in het Zuiden willen investeren, spreiden het beste hun risico. Zo ben ik ook een stille vennoot in een Filipijnse onderneming die frieten van bananen op de markt brengt. Ik wil vijf projecten aanpakken. Als een of twee goed lukken, geeft dat ontzettend veel voldoening. Bovendien kan ik mijn expertise ter beschikking stellen van die ondernemers. Er zijn in België volgens mij heel wat ondernemers die wat geld opzij hebben staan en zich afvragen of ze dat allemaal aan hun kinderen moeten geven.”

Hoe past Ondernemers voor Ondernemers in dat verhaal?

CLAES. “Die business-to-businessaanpak is nieuw. Tot nu toe kon een bedrijf zich alleen engageren voor ngo-projecten. Sinds deze zomer is ook rechtstreekse steun mogelijk via een lening, een aandelenparticipatie of het ter beschikking stellen van expertise. Ondernemers voor Ondernemers zoekt de projecten op, screent ze streng, zoekt een geschikte match met een ondernemer van hier en rapporteert hoe het bedrijf evolueert.”

Mag een investeerder een vergoeding verwachten voor het risico?

CLAES. “Daar heeft Ondernemers voor Ondernemers geen enkel probleem mee. Maar je moet het wel zien als een investering met een hart. Als de dollartekens in je ogen staan, ben je fout bezig.”

U hebt twee decennia de fondsenwerving voor ngo’s zoals Damiaanactie verzorgd. Hoe kun je het meeste geld inzamelen?

CLAES. “Van de honderd brieven die je verstuurt, worden er 97 weggegooid. Eén ontvanger van die honderd geeft een bijdrage zonder dat je hem een brief stuurt. Je werkt dus voor twee mensen, van die honderd. Om hen te bereiken, moet je de zaken dramatisch voorstellen. Een brief met een gruwelfoto brengt 80 procent meer op. Dan is de keuze snel gemaakt.

“Maar je staat wel voor een ethisch dilemma. Want heel wat humanitaire organisaties willen een positieve boodschap vertellen, over het Zuiden dat uit het dal kruipt. Ik heb daar urenlange discussies over gehad. Als puntje bij paaltje kwam, kozen vele ngo’s toch voor de aanpak die het meest opbracht. Oxfam is een andere mening toegedaan, en moet het dus met minder doen.”

Wat heeft een halve eeuw ontwikkelingssamenwerking opgebracht?

CLAES. “Als je ziet welke vooruitgang in Ethiopië in dertig jaar tijd is geboekt, moet je een believer zijn. Zonder ontwikkelingshulp had die evolutie misschien drie eeuwen geduurd. De kritiek is terecht dat humanitaire organisaties veel geld nodig hebben om iets te bereiken. Een bedrijf dat zo functioneert, zou failliet gaan, maar je mag die economische logica niet doortrekken. Ngo’s werken in ontzettend moeilijke omstandigheden en ze zijn afhankelijk van heel veel factoren waar ze geen vat op hebben. Je kunt een project opzetten dat goed loopt, tot er een jaar geen regen valt, en meteen zijn al je aanplantingen voor niets geweest. De risico’s zijn dus groot.”

Veel van het ingezamelde geld blijft ook in België hangen.

CLAES. “Een aantal verenigingen kiest er inderdaad bewust voor te investeren in mediacampagnes. Ik vind dat je de mensen moet informeren over hoeveel je werking kost. Er moet veel meer openheid komen in de fondsenwerving.”

Zijn mensen nog bereid geld te geven? We worden overstelpt met verzoeken.

CLAES. “Er zijn inderdaad veel meer spelers. Het marktaandeel van de klassiekers — zoals 11.11.11 en Damiaanactie — staat daardoor onder druk. Maar alles bij elkaar geven we meer dan een decennium geleden.”

Zou een aantal van die ngo’s dan niet beter fuseren?

CLAES. “Daar ben ik geen voorstander van. Elke ngo heeft zijn eigenheid op het terrein en zijn unique sellingpoint. Iedereen weet bijvoorbeeld waar Artsen Zonder Grenzen voor staat. Toen Vredeseilanden samenging met Coopibo, verloor de organisatie haar gezicht. Daar betalen ze nu de prijs nu voor.”

De projecten van Ondernemers voor Ondernemers worden belicht op Kanaal Z, op 18, 19, 21 en 22 november.

De persoonlijke reiservaring van Véronique Goossens is te lezen op Knack.be.

VÉRONIQUE GOOSSENS IN ETHIOPIË

“Vergeet het Ethiopië van de bolle kinderbuikjes. Dit is niet meer het land van Life Aid in 1985”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content