Buitenlandse investeerders houden van België

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Volgens nieuw onderzoek wordt België de komende vijf jaar een van de belangrijkste aantrekkingspolen voor directe investeringen.

België zal in de periode 2001 tot en met 2005 jaarlijks gemiddeld voor 30,2 miljard dollar aan directe investeringen naar zich toe halen, stelt The Economist Intelligence Unit ( EIU, een zusterbedrijf van het toonaangevende Britse weekblad The Economist). Ons land komt op de zevende plaats met 3,4% van de totale directe investeringen in de wereld. Het EIU-rapport voorspelt de directe investeringen tot in 2005 voor niet minder dan zestig landen, rekening houdend met vrijwel alle lopende en verwachte investeringsstromen op wereldvlak.

Directe investeringen zijn de krachtigste graadmeter voor globalisering. Het fenomeen is echter moeilijk voorspelbaar. De bepalende factoren zijn complex en niet altijd meetbaar. Het grootste probleem is dat directe investeringen sterk afhankelijk zijn van wat de EIU-studie het ondernemingsklimaat noemt. Dat is zo’n ruim begrip dat EIU er niet minder dan zeventig verschillende indicatoren voor nodig had (zoals het inschatten van de kwaliteit van de ambtenarij en van toekomstige beleidsfactoren). Al die informatie moest worden gecombineerd.

Hoe ging EIU tewerk? Eerst werden alle econometrische gegevens verzameld en onderzocht naar hun invloed op de instroom van directe investeringen in het verleden: grootte van de markt van het ontvangende land, groeiverwachtingen, inputkosten, geografie, natuurlijke grondstoffen en het beleidskader. Daaraan werden de klassieke vooruitzichten toegevoegd, gemeten volgens relevante economische criteria. Om af te ronden, moest worden gepeild naar meer kwalitatieve maar speculatieve beoordelingen over veranderende omstandigheden die niet meteen economisch zijn. Het resultaat van de EIU-studie kon niet anders dan “academisch onzuiver” zijn, geven de onderzoekers zelf toe. De werkmethode en de onderliggende informatie zijn echter wel natrekbaar en de resultaten hoogst interessant.

De stroom naar arme landen

De EIU verwacht dat de wereldwijde stroom van directe investeringen dit jaar drastisch zal inkrimpen, van 14 biljoen dollar in 2000 naar minder dan 500 miljard dollar. Deze terugval zou vrijwel volledig slaan op de investeringenstroom naar de rijke landen als gevolg van de vertraging van de Amerikaanse economie en de afnemende trend van fusies en overnames (een belangrijke motor voor directe investeringen in de ontwikkelde economieën). De investeringenstroom naar de arme landen blijft echter ongewijzigd op ongeveer 220 miljard dollar.

Vanaf 2002 verwacht EIU dat de investeringenstroom zich zal herstellen, met een kleine voorkeur voor de arme landen. Het aandeel van de ontwikkelingslanden in de mondiale pot zal dus licht toenemen tot 29% in 2005. Volgens het rapport zullen de directe investeringen dan wereldwijd zijn aangegroeid tot meer dan 10 biljoen dollar tegenover minder dan 6 biljoen in 2000.

Zoals de tabel toont, blijft de Verenigde Staten het klassement in de periode 2001-2005 aanvoeren met meer dan 20% van het totaal. Het Verenigd Koninkrijk zou in 2001-2005 de tweede grootste ontvanger van investeringen blijven, met meer dan 9%. Uitgedrukt in directe investeringen per hoofd van de bevolking staat het Verenigd Koninkrijk op de zevende plaats, na (in dalende volgorde) Ierland, België, Hongkong, Zweden, Singapore en Nederland. Volgens die maatstaf komt de VS op nummer veertien.

Het klimaat verbetert

De meest bemoedigende bevinding van de EIU-studie is dat de scores voor het ondernemingsklimaat vrijwel overal stijgen. En hoe beter het ondernemingsklimaat, hoe groter de instroom van investeringen. Wanneer men 2001-2005 vergelijkt met 1996-2000, dalen de directe investeringen in slechts twee landen, Hongkong en Maleisië, en in geen van beide gevallen zo drastisch dat de algemene beoordeling erdoor verandert (‘uitstekend’ voor Hongkong en ‘goed’ voor Maleisië). Landen als Zuid-Korea, Thailand, Polen, Hongarije en Mexico zullen waarschijnlijk in de andere richting evolueren, van matig naar goed. Denemarken en Frankrijk zouden van ‘goed’ naar ‘uitstekend’ moeten promoveren.

Het rapport logenstraft de visie dat de wereld een natuurlijk plafond van directe investeringen zou naderen. Volgens de trends die EIU beschrijft en voorspelt, is de ruimte voor toekomstige investeringen niet kleiner maar groter geworden. Als de EIU gelijk heeft, rukt de mondialisering verder op, krijgt ze meer vaart en heeft ze haar eindpunt nog lang niet bereikt.

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content