Brussel zien, en sterven

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft nu ook een eigen regeling inzake successierechten bij vererving tussen ongehuwd samenwonenden. Zij is soepeler dan de Waalse, maar veel strenger dan de Vlaamse regeling.

De drie gewesten zijn al vele jaren bevoegd om op het gebied van de successierechten eigen regelingen door te voeren. Het Vlaams Gewest nam het voortouw, onder meer wat de ongehuwd samenwonenden betreft. Voor hen voerde Vlaanderen enkele jaren geleden al een zekere vermindering van het tarief van de successierechten door. Die vermindering werd nadien vervangen door een gelijkstelling – wat de tarieven betreft – van ongehuwd samenwonenden met echtgenoten.

Wallonië. Het Waals Gewest volgde met een regeling die ongehuwd samenwonenden ook tegemoetkwam. Maar die regeling gaat veel minder ver.

In het Vlaams Gewest geldt de gelijkstelling niet enkel voor wie wettelijk samenwoont (dat wil zeggen, voor hen die bij de ambtenaar van de burgerlijke stand een verklaring van wettelijk samenwonen hebben afgelegd), maar ook voor wie ononderbroken meer dan één jaar feitelijk samenwoont en een gemeenschappelijke huishouding voert.

In het Waals Gewest geldt de gelijkstelling enkel voor wie wettelijk samenwoont en niet voor de feitelijk samenwonenden. Bovendien is vereist dat de verklaring van het wettelijk samenwonen is afgelegd meer dan één jaar voor het openvallen van de nalatenschap. En ten slotte speelt ook de graad van verwantschap een rol. De wettelijk samenwonenden mogen geen broers en zussen zijn, en ook geen oom met zijn neef of nicht of een tante met haar neef of nicht.

Brussel. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is men milder dan in het Waals Gewest. Weliswaar geldt de gelijkstelling met echtgenoten ook daar slechts voor wie wettelijk samenwoont. Maar er wordt niet vereist dat men de verklaring van het wettelijk samenwonen minstens enige tijd geleden zou hebben afgelegd. Voorts geldt er geen uitsluiting voor wettelijk samenwonenden die een nauwe verwantschap hebben.

Tegelijk is de regeling ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest veel minder soepel dan in het Vlaamse Gewest. Feitelijk samenwonenden worden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, net zoals in het Waals Gewest, nog steeds als derden beschouwd.

Het gevolg is dat België op dit ogenblik – wat de ongehuwd samenwonenden betreft – het uitzicht heeft van een lappendeken. Naargelang men zich boven of onder de taalgrens of in de hoofdstad bevindt, wordt een sterk uiteenlopend stelsel inzake successierechten toegepast.

In de Brusselse Hoofdstedelijke Raad is dat betreurd. Maar blijkbaar gaat men er in de drie gewesten van uit dat dit een noodzakelijk en onvermijdelijk gevolg is van de voortschrijdende staatshervorming. De vraag blijft echter of het een goede zaak is dat een belangrijke belasting zoals de successierechten fundamenteel verschilt naargelang men zich enkele kilometers in het rond beweegt.

Lokalisatie. Hoe dan ook, wanneer een van de samenwoners zijn einde voelt naderen, volstaat het niet nog vlug te verhuizen naar het gewest waar zij menen de voordeligste regeling inzake successierechten te kunnen genieten (meestal zal dat op dit ogenblik het Vlaamse Gewest zijn). In het kader van het Lambermont-akkoord zijn immers nieuwe regels afgesproken over de lokalisatie van de gewestbelastingen.

Sinds 1 januari van dit jaar worden de successierechten van rijksinwoners gelokaliseerd in het gewest waar de overledene op het ogenblik van zijn overlijden zijn fiscale woonplaats heeft. En als de fiscale woonplaats van de overledene in de periode van vijf jaar voor zijn overlijden op meer dan één plaats in België gelegen was, dan worden de successierechten gelokaliseerd op de plaats in België waar zijn fiscale woonplaats tijdens die periode het langst gevestigd was.

Voorbeeld. Een koppel dat al jaar en dag feitelijk samenwoont in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vreest dat het einde van een van beiden niet meer veraf is. Als feitelijk samenwonenden worden zij in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als derden beschouwd, en kunnen zij slechts van elkaar erven tegen de torenhoge tarieven die nog steeds gelden bij vererving tussen derden. In het Vlaams Gewest worden zij voor de toepassing van het tarief wel met echtgenoten gelijkgesteld.

Stel dat zij besluiten om snel naar bijvoorbeeld Oostende te verhuizen. Zo’n verhuizing kan misschien een gunstige invloed hebben op de gezondheid wegens de zeelucht, maar vanuit fiscaal oogpunt helpt hen dat niet noodzakelijk vooruit.

Vooraleer zij onder toepassing kunnen vallen van de Vlaamse regeling inzake successierechten, moeten zij immers – op het ogenblik dat een van hen overlijdt – meer dan tweeënhalf jaar in het Vlaams Gewest hebben gewoond. Anders voldoen zij niet aan de voorwaarde dat de vestiging in het betrokken gewest de langste geweest moet zijn in een periode van vijf jaar voor het overlijden.

Verklaring. Een betere oplossing is dat zij zich reppen naar de ambtenaar van de burgerlijke stand om daar een verklaring van wettelijk samenwonen af te leggen. Zij worden dan automatisch voor de toepassing van het tarief inzake successierechten (in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) met echtgenoten gelijkgesteld. Op voorwaarde dat zij nog minstens een half jaar weten te overbruggen. De nieuwe successieregeling inzake samenwonenden die nu in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgevoerd is, treedt immers pas in werking op 1 januari 2003. Waarmee opnieuw bewezen is, dat fiscale planning geduld en uithoudingsvermogen vergt.

Jan Van Dyck [{ssquf}]

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Een feitelijk samenwonende Brusselaar die zijn einde voelt naderen, legt best zo snel mogelijk een verklaring van wettelijk samenwonen af.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content