Brussel snakt naar infrastructuur

De organisatie van congressen, meetings en andere events is uitgegroeid tot een miljardenbusiness. De internationale concurrentie draait op volle toeren. En Brussel? Op vraag van Trends maakt het kruim van de sector een balans op.

Wordt het lelijke eendje eindelijk een zwaan? Brussel heeft de zogenaamde MICE-sector – Meetings, Incentives, Congresses and Events – lang onderschat. De sector werd ten onrechte beschouwd als een niche. Maar de inhaalbeweging tegenover andere Europese steden is ingezet.

Daar zijn ook goede redenen voor. Het onthaal van de miljoenen bezoekers is een bron van inkomsten voor een resem dienstverleners. Volgens het jaarverslag 2006 van het Observatorium voor Toerisme te Brussel is onze hoofdstad elke dag gaststad voor 152 evenementen in de meetings industry. Goed voor 37.923 deelnemers en 4992 overnachtingen.

“Brussel durft sinds kort ook echt met zijn troeven uitpakken”, benadrukt Philippe Close (PS), schepen voor Toerisme van de stad Brussel en voorzitter van Brussel Interna- tionaal Toerisme & Congres (BITC). “Het is nog maar sinds een jaar dat Brussel zichzelf verkoopt als de hoofdstad van Europa. Na jaren van ingewikkelde relaties met de Europese Unie, neemt Brussel de handschoen op. Eindelijk.”

“Historisch gezien zijn de betrekkingen altijd slecht geweest tussen het Brussels gewest en de Europese commissarissen, die zich doorgaans weinig inlieten met de zetel van de instellingen. Maar recent is er iets veranderd. Het was ook hoog tijd”, zegt Henri Dineur, voorzitter van het Congressenpaleis (het toekomstige Square) en gedelegeerd bestuurder van EXCS (belast met de herontwikkeling van de Heizelvlakte).

Belabberde infrastructuur

Het is het moment om het ‘merk Brussel’ in het buitenland te promoten om zo een maximum aan rendabele evenementen aan te trekken. Voor Willem Van Der Zee, directeur-generaal van het SAS Radisson in Brussel, vormt dat een prioriteit. “We moeten ons toespitsen op een paar belangrijke redenen die de klanten ertoe brengen om naar Brussel te komen. We moeten ook focussen op bepaalde categorieën. Als de beleidsmakers besluiten om alle energie te concentreren op de MICE-sector – wat op zich een goede zaak zou zijn – dan is dat niet om het rugzaktoerisme aan te zwengelen.”

Marc Dans, directeur van de dienstverlener Brussels International Travel Service, aarzelt niet om de vinger op de wonde te leggen. “Over cijfers die ontstemmen en over de gemiste kansen voor Brussel wordt nooit gesproken. Ik zeg maar dit, van de 5200 dossiers van mogelijke klanten hebben er op dit ogenblik 4800 nog geen concrete vorm aangenomen. In de helft van de gevallen wordt daarbij het gebrek aan infrastructuur in Brussel als reden aangehaald.” En waar gaan die klanten dan naartoe? “Naar Wenen, Barcelona, Amsterdam en binnenkort ook Lyon. Of Warschau. Daar is onlangs beslist om 10.000 hotelkamers te bouwen. Die gaan ons opslokken.”

Ook al zeggen de cijfers niet alles, toch moeten ze leiden tot een reactie. “De Brusselse infrastructuur voldoet niet”, benadrukt ook Hervé Bosquet, directeur van het departement MICE bij BITC. “Brussel houdt het hoofd boven water, maar dat zal niet volstaan in de strijd met de buitenlandse concurrentie die miljarden investeert in kwaliteitsinfrastructuur. Enkele jaren geleden formuleerde Wenen de ambitie om het aantal overnachtingen op te schroeven van vijf naar tien miljoen. Ze hebben daar hard en op een goed georganiseerde wijze aan gewerkt. En het werd een waar succes.”

Volgens Marc Dans ontbreekt het Brussel aan 2000 goed gelegen kamers. Op het gebied van infrastructuur heerst er bijna een kosmische leegte, buiten het Tentoonstellingspark. Op 20 september om 20.09 uur heropent het Congressenpaleis. Bijna zes jaar na de sluiting. Het staat nog volledig in de steigers en ondergaat een metamorfose. “Sommigen zeggen dat het een ‘klein’ Congressenpaleis wordt. Dat neemt niet weg dat er een auditorium komt met 1200 plaatsen, midden in het stadscentrum. Nu al liggen 26 reservaties vast, waarvan twee derde internationale.”

Eric Everard, de gedelegeerd bestuurder van Artexis, is niet onder de indruk. “Square wordt een congrescentrum dat net zo groot is als dat van Tarragona in Spanje. Tegelijk investeert Madrid 1 miljard euro om enorm grote beurzen aan te trekken. Ze hebben de European Seafood Exposition duidelijk in het vizier. Dat is een van de belangrijkste internationale vakbeurzen in Brussel en die gaan wij verliezen.”

Heizelvlakte in het nieuw

Dineur geeft zich nog niet gewonnen. Hij legt de nadruk op de inspanningen die al gedaan werden. “Square is nog niet open en er is al een stevige respons van de markt, getuigen bijvoorbeeld al die reserveringen. En dat allemaal dankzij de openbare sector, die de handen uit de mouwen stak en de benodigde 90 miljoen euro op tafel legde.”

Kortom, de overheid heeft lang op haar centen gezeten, maar nu heeft ze de trein resoluut in beweging gezet. De sector is een speerpunt van de gewestelijke economie geworden. Het BITC tekende in zijn jaarverslag over 2006 55.482 MICE-bijeenkomsten op en bijna 14 miljoen deelnemers. “De openbare sector speelt een belangrijke rol in dat maaswerk van dienstenbedrijven, hotels, organisatoren van evenementen en allerlei tussenpersonen”, zegt schepen Close. “Wij leveren de geschikte hardware. Dat wil zeggen de ontwikkeling van een degelijke infrastructuur, aangepast aan de behoeften.”

Eric Everard zit niet helemaal op dezelfde golflengte. “Het is een historische vergissing dat de privésector niet de toelating kreeg om een nieuwe tentoonstellingsruimte op te trekken in Brussel. Ik heb ooit voorgesteld om infrastructuur te ontwikkelen die complementair zou zijn aan Tour & Taxis. Dat mocht niet. Nu zitten we met een structureel gebrek aan infrastructuur voor congressen en beurzen.” Volgens de beursorganisator is het Tentoonstellingspark op de Heizel, de belangrijkste Brusselse pool, het hele jaar door volgeboekt.

De politiek antwoordt op die kritiek dat het Tentoonstellingspark de komende jaren spectaculair gerenoveerd en ontwikkeld wordt. “Een van de meest strategische vastgoedprojecten sinds lang. Een project waarop Brussel trots zal kunnen zijn”, zegt Paul Delesenne, de nieuwe gedelegeerd bestuurder van de nv EXCS en de verantwoordelijke voor de ontwikkeling van de Heizelvlakte.

Ook al vertoont de huidige infrastructuur ouderdomsverschijnselen, toch biedt het terrein volgens Delesenne nog een enorm potentieel. “De stad is eigenaar van de gronden en levert ook de vergunningen af. Dat zal de zaken sterk vergemakkelijken en versnellen. Er is ook de bijzonder goede toegankelijkheid over de weg en met het openbaar vervoer. Dat zal trouwens nog verbeteren dankzij de verhoging van de frequentie van de trams en met de sluiting van de lus van metrolijn 2 door de MIVB. En ten slotte maakt de omvang van het terrein heel wat ontwikkelingen mogelijk: winkels, hotels, congreszalen, enzovoort.”

Bakstenen alleen volstaan niet

De herontwikkeling van de Heizelvlakte past in het Internationaal Ontwikkelingsplan (IOP). Dat is het geesteskind van Brussels minister-president Charles Picqué (PS). Zijn adjunct-kabinetschef Pierre Dejemeppe verdedigt het ambitieuze plan om ‘de ontwikkelingskrachten binnen het gewest aan te zwengelen’. De vernieuwde Heizelvlakte zal ook gebruikt worden om het ‘merk Brussel’ uit te dragen. “Daarom moet het ook een omvangrijk project zijn. Met een zaal met 15.000 tot 20.000 plaatsen, een congrescentrum en een winkelcentrum.” Dat winkelcentrum moet instaan voor de financiering van het toekomstig congrescentrum en het zal dus toch een zekere oppervlakte moeten hebben (meer dan 100.000 vierkante meter).

Eric Rozenberg is voorzitter van het marketingbedrijf Ince&Tive en vicepresident van Meeting Professionals International (MPI), de internationale sectororganisatie die wereldwijd meer dan 23.000 leden telt. Hij merkt op dat het over meer gaat dan over stenen. ” The war for talent is begonnen. Er moet werk gemaakt worden van opleidingen die aangepast zijn aan de sector. Ook opleidingen op hoog niveau.” Tijdens de recente Brussels Meetings Week lag de klemtoon op de rekrutering. In de MICE-sector is er vraag naar de meest uiteenlopende profielen en dat kwam ook tot uiting op de job days. Nicolas Lebrun, directeur van conferentieorganisator Destrée Organisation, was alvast opgetogen over die manifestatie. “Dankzij dit soort initiatieven wordt het brede publiek bereikt.”

Hervé Bosquet betreurt intussen het gebrek aan overleg tussen de economische spelers. “Als iedereen nu eens rond de tafel zou gaan zitten, zouden we veel sneller vooruitkomen. De sector is echter veel te versnipperd.” En dan nog een laatste cijfer, aangereikt door Rozenberg. In 2007 bracht de MICE-sector wereldwijd 250 miljard dollar op. Tegelijk verloopt de groei exponentieel. Het is nu aan Brussel om zijn deel van de koek op te eisen. (T)

Door Philippe Coulée en Gilles Quoistiaux

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content