BRITTEN BOEREN BETER

Londen.

EN TOCH ONDER VUUR.

In Groot-Brittannië is de exploitatie van de National Lottery sedert 1994, en tot 2001, in handen van Camelot. Die privé-groep telt vijf aandeelhouders: Cadbury Schweppes (22,5%) levert de marketeers die de distributie organiseren; loterijspecialist De La Rue (22,5%) drukt de biljetten; G-Tech UK (22,5%) zorgt, net als de Amerikaanse moedermaatschappij dat doet voor de helft van de loterijen in de wereld, voor de informatica, International Computers Limited (10%) voor de terminals. Racel Electronics (22,5%) ten slotte staat in voor de service op dat vlak.

De aandeelhouders brachten 50 miljoen pond kapitaal bijeen. Dat bedrag werd het eerste jaar al terugverdiend. Volgens de concessie-overeenkomst mag de Camelot-winst maximaal 1% van de omzet bedragen. Op 4,7 miljard pond omzet (boekjaar maart 1996-maart 1997) is 46,8 miljoen nettowinst hoe dan ook interessant. “Ons jaarlijks rendement van 25% steekt de ogen uit,” weet chief executive officer Tim Holley. “Maar iedereen had het recht om mee te dingen voor de concessie. Nogal wat kandidaten waren bevreesd voor de opstartrisico’s. We waren onderworpen aan een mogelijke boete van 1 miljoen pond per dag als we te laat waren met de lancering van de Loterij. De aandeelhouders konden bij een mislukking 200 miljoen verliezen aan kapitaal en bankgaranties.”

Het Office of the National Lottery (Oflot) controleert of Camelot de voorwaarden van de concessie-overeenkomst naleeft. Dit 40-koppige overheidsorganisme ziet onder meer toe op financiële gegevens, de infrastructurele omkadering, de uitbetaling van de prijzen, het distributienetwerk dat elke Brit moet bereiken, de morele bescherming van de spelers, mogelijke fraude en de toekenning van nieuwe spelen. Oflot heeft een jaarbudget van 2,5 miljoen pond.

De verdeling van de gelden voor good causes – anderhalf miljard pond verleden jaar – gebeurt dan weer door commissies, bemand door leden die werden aangeduid door het parlement. Holley: “Elk zijn specialisme: wij zorgen voor de inkomsten, zij voor de uitgaven.”

Vandaag gaat 28% van de omzet van de National Lottery naar “goede werken” (caritas, sport, kunst, nationaal erfgoed, activiteiten rond het millennium, milieu-, gezondheids- en onderwijsprojecten). De helft wordt uitgekeerd aan de gokkers, de regering ontvangt 12% aan accijnzen plus nog eens 1% aan BTW en vennootschapsbelasting. Het distributienetwerk kost 5% van de omzet, de exploitatiekosten bedragen 3%. 50 miljoen pond ten slotte gaat naar promotie, dat is één derde van de kosten. De 667 personeelsleden kosten samen 18,5 miljoen pond. Ter vergelijking: hoewel een Camelot-werknemer gemiddeld zo’n 130.000 frank minder kost dan zijn collega van de Nationale Loterij, heeft de Lottery per capita een omzet (omgerekend 423 miljoen) die vier keer hoger is dan bij de Belgen.

“Als privé-bedrijf streven we naar lage kosten,” zegt Holley. “Uiteindelijk is dit een goede zaak voor het publiek. Nergens ter wereld brengt een loterij zoveel op voor de overheid en voor goede doelen. En nog is er kritiek op onze 1% winst. Dat is frustrerend.”

Holley hoopt de verworven expertise aan te wenden op andere markten. “We kijken rond in Europa,” zegt hij. “Als de Belgische regering ooit de Nationale Loterij wil privatiseren, zijn we zeker geïnteresseerd. Of we het beter doen dan het huidige management? Ik ben niet arrogant genoeg om zoiets te beweren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content