Braziliaanse putsch bij InBev?

Met de wissel aan de top is het wellicht voor iedereen duidelijk geworden: InBev is niet langer een Belgische brouwer. Het bierconcern is een wereldspeler binnen een Angelsaksische bedrijfscultuur.

eXtra informatie op www.trends.be

Op de website vindt u een tekst over InBev uit Trends van 21 april 2005.

Wat een prachtdag voor de perskaravaan. Op tweede kerstdag flitste het bericht in de e-mailbus. De Amerikaan John Brock werd als CEO bij bierconcern InBev opgevolgd door de Braziliaan Carlos Brito. Pierre Jean Everaert ruimt in mei 2006 de voorzittersstoel voor de Duitser Peter Harf.

Op dinsdag 27 december smeerde de Belgische pers paginabreed ‘de Braziliaanse machtsgreep’ in Leuven. De Belgen moesten nu wel echt het onderspit delven tegen al dat geweld uit de Zuid-Amerikaanse grootmacht in wording. Niet langer Interbrew, maar wel AmBev was de feitelijke overnemer van het bierconcern.

Op woensdag 28 december was de perskaravaan alweer verdwenen. Nog nauwelijks werd gerept over de ‘machtsgreep’. Alleen de Financial Times hield het hoofd koel. En bracht droogjes de wissel aan de top. Ook Trends zet de feiten op een rij.

Op zoek naar versterking

Op 27 augustus 2004 bezegelden een Belgische en een Braziliaanse bierreus een monsterverbond. In de controleholding Stichting InBev verzamelden de Belgische referentieaandeelhouders achter Interbrew 180 miljoen aandelen. Drie Brazilianen brachten 141,7 miljoen aandelen in de stichting. Goed voor een controlebelang van circa 52 % in de brouwer. Beide partijen hebben vier zitjes in de stichting. De macht is paritair verdeeld. Van een ‘overname’ door Interbrew van het Braziliaanse AmBev was dus nooit sprake.

De combinatie InBev is het (voorlopige) resultaat van een strategie die in 1987 werd uitgedokterd. De toenmalige Brouwerijen Artois (van onder meer Stella) en Piedboeuf (van onder meer Jupiler) formaliseerden hun samenwerking in de fusiegroep Interbrew. Beide brouwers waren na een eeuw werking uitgegroeid tot de nummers één en twee in België. Maar de Belgische biermarkt zit sinds 1974 in een dalende lijn. Interbrew opteerde voor internationale expansie. Want groeien in eigen land kostte te veel zweet.

De Belgische Amerikaan (of andersom) José Dedeurwaerder gaf in 1989 het startschot met een drastisch saneringsplan. Vijf kleinere brouwerijen gingen dicht. Schaalvergroting, een hogere productiviteit, luidde het motto. Alles werd geconcentreerd in Jupille en Leuven – alleen Hoegaarden bleef in die dagen gespaard.

Op zoek naar groei

José Dedeurwaerder mikte in hoofdzaak op expansie in Europa. De – bijna toevallige – overname van het Canadese Labatt in 1995 maakte van Interbrew een wereldspeler. De focus voor de Leuvenaars ligt op ‘groeimarkten’. Met vooraan Azië, Oost-Europa en Zuid-Amerika. Op die markten stijgt de koopkracht, en dus de bierconsumptie. West-Europa is geen speelterrein meer voor InBev. Zeker België niet (zie grafiek: België verdrinkt in de wereldplas). De verkoop in België blijft hangen op 6,5 miljoen hectoliter, nog nauwelijks 4 % van de bierplas van de groep. Vanuit dat blikveld is het een ware prestatie dat het directiecomité van veertien nog drie Belgen telt.

Enkel in Duitsland liggen nog hapklare brokken. Want West-Europa is een verzadigde markt. Die vadsigheid wordt veroorzaakt door de hoge koopkracht en de vergrijzing. Het plaatje is simpel: de binnenlandse vraag stagneert door de ijzeren wet van de human stomach, de geringe aangroei van de bevolking. Oudere mensen schakelen over naar sterke drank, wijnen en speciale bieren. Speciale bieren is het enige marktsegment dat standhoudt en zelfs groeit.

In 2004 boerde InBev achteruit in West-Europa. Dat proces versnelde in de eerste helft van 2005. Daarom haalt de Leuvense chirurg de scalpel uit de medicijnkast. Begin december 2005 werd bekend dat in de Belgische activiteiten tot 232 banen kunnen verloren gaan. InBev schrapte in Frankrijk half december 300 banen.

Op zoek naar rentabiliteit

De besparingen woeden op alle fronten. Begin oktober 2005 verdween één op de tien jobs in de hoofdzetel in Leuven. Want InBev wil in 2007 niet alleen de grootste, maar ook de meest rendabele brouwer zijn. Geen slechte keuze. De groeistrategie bevat aardig wat risico’s (zie grafiek: Gulle tapper, kleine inkomsten). Groeimarkten leveren beduidend minder omzet dan verzadigde markten zoals West-Europa en Noord-Amerika. Het verklaart de hoge scores van Scottish & Newcastle en Anheuser-Busch.

De wereldwijde aanwezigheid leidde in 2004 tot een negatieve impact door wisselkoersschommelingen op de omzet van 142 miljoen euro. Nog slechts een vijfde van het bier wordt verkocht in euroland. AmBev noemt als belangrijkste risicofactor de labiele munt. De Braziliaanse real kwam vorig jaar als sterkste munt tevoorschijn. Maar in 1993 bedroeg de inflatie in Brazilië 2489 %.

De traditie van hyperinflatie verdween op het Oude Continent na de jaren twintig van de vorige eeuw. In Brazilië blijft men waakzaam. Het land kende de voorbije halve eeuw continu diepe crises. Het verklaart het hoge kostenbewustzijn bij de Brazilianen van InBev. Ze zijn zeer spaarzaam. Korte economische cycli van depressies en sterke groei gaan gepaard met herstructureringen en saneringen. InBev wil vanaf 2007 280 miljoen euro besparen. De ebitda (bedrijfswinst vóór afschrijvingen en waardeverminderingen) moet naar 30 %.

Op zoek naar Angelsaksische cultuur

De beurs kikt op dit soort operaties. De promotie van kostenhakker Carlos Brito werd beloond met een koerssprong van bijna 3 % in de laatste dagen van 2005. Het aandeel noteert al weken op een zucht van de topkoers uit begin 2001 van 37,5 euro. Aandeelhouderswaarde is the name of the game, zeker sinds de beursgang van Interbrew op 1 december 2000. De biergigant dompelde zich onder in een Angelsaksische cultuur. De combinatie met AmBev versnelde dat proces. Het driejarige bewind van de Amerikaan John Brock werd gekenmerkt door een bijna onophoudelijke beursklim.

Waardecreatie van het aandeel staat in de Angelsaksische bedrijfscultuur centraal. Het aandelenregister van de buitengewone algemene vergaderingen de voorbije tweeënhalf jaar toont een resem internationale pensioenfondsen en dito investeringsfondsen. Met Morgan Stanley, JP Morgan Chase Bank, Goldman Sachs. Of het California State Teachers Retirement Fund. En, zoals Trends al schreef, ook de Australische Macquarie Bank. Sommige van deze partijen bezitten enkele miljoenen aandelen. InBev zou maar gek zijn als het deze vaak erg Angelsaksisch getinte aandeelhouders links liet liggen.

Ook in het controlevehikel Stichting InBev heerst de Angelsaksische sfeer. Niet alleen de Braziliaanse bestuurders, ook de vier ‘Belgen’ leven stevig geknuffeld in een intensief Angelsaksisch milieu. De eerste ‘Belg’ is de Amerikaan Allan Chapin. De New Yorker is een vennoot bij de financiële adviseur Compass Advisors. Hij is sinds maart 1994 bestuurder bij InBev. Even voordien werd hij bestuurder bij Diligentia. In die vereffende patrimoniumvennootschap groepeerden de families Van Damme (Jupiler) en van der Straaten Ponthoz (Stella Artois) hun belang in de brouwer.

De Amerikaan is nauw verbonden met Alexandre Van Damme. Brouwerstechnieken zijn niet meteen de sterkste kant van de kleinzoon van le père Van Damme, de maker van Jupille. Maar financieel is de 42-jarige Alexandre een bolleboos. In het verleden was hij actief op de afdeling fusies en overnames. Vandaag beoefent ridder Alexandre vanuit Londen het metier van grootfinancier. Ook bestuurder nummer drie, graaf Arnoud de Pret Roose de Calesberg, is vooral een financier. In het verleden was hij actief als CFO bij UCB en Umicore.

Misschien is de enige vreemde eend in de bijt Philippe de Spoelberch. En dan nog. De burggraaf kreeg nog een opleiding in de brouwkunde. Maar daarna volgde een MBA aan Columbia University in New York. Midden jaren zeventig liet hij zich bij de toenmalige Brouwerijen Artois vooral opmerken als een man van de internationale expansie en de marketing. Stella Artois kreeg onder zijn hoede een facelift.

Op zoek naar Amizade

Een wereldspeler met een Angelsaksische visie. Blijkbaar is die boodschap in België nog steeds niet helemaal doorgedrongen. Of daagde het eindelijk met tweede kerstdag? In het hoofdkantoor van de wereldbrouwer werken vandaag meer dan 30 nationaliteiten. Dat dit kantoor zich in Leuven bevindt, is misschien nog enkel een kwestie van tijd. Alhoewel. Ook de wereldwijde nummer één, de Amerikaan Anheuser-Busch, huist in het vrij provinciale Saint Louis.

Niet dat het personeel tevreden is met de gang van zaken. Diverse gesprekken tonen een malaise. De organisatie wordt gestuurd door Brazilianen, die opteren voor een centralistische, autocratische, dirigistische aanpak. Ze slepen een traditie mee van autoritarisme. De lagere echelons moeten enkel uitvoeren. Wie kritiek geeft, kan de biezen pakken.

Een Belgische topmanager, die geruime tijd in Brazilië werkte, reageert met stijgende verbazing op de gebeurtenissen. Zijn ervaring met Brazilianen was positief. Het zijn topmensen, harde werkers, zeer rationeel. Maar tegelijk zijn ze zeer emotioneel ingesteld, ze reageren erg sentimenteel. Vriendschap, gevoelens zijn erg belangrijk. De Brazilianen moeten zich geïntegreerd voelen. Amizade zeggen ze in Brazilië. Maar wellicht hebben de Angelsaksische beursjongens geen behoefte aan Amizade? Wolfgang Riepl

Wolfgang Riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content