BRAFA piekt

Een nieuw ontdekte late Rubens: met zo’n wereldprimeur kan zelfs TEFAF Maastricht niet uitpakken. De Brusselse kunstbeurs BRAFA heeft de wind mee.

Hét nieuws van deze editie van BRAFA is niet L’Oracle van René Magritte, dat bij Boon Gallery wordt aangeboden voor 4 miljoen euro. En ook niet Christo, die de eregast is. De echte wereldprimeur op de Brusselse kunst- en antiekbeurs is het herontdekte werk van Rubens dat te koop is bij kunsthandelaar Klaas Muller. De specialist in zestiende- tot achttiende-eeuwse kunst kocht een verkeerd toegeschreven jachtscène van 1,5 bij 2 meter op een veiling. Die liet hij onderzoeken door Arnaud Balis, de directeur van het Rubenianum: het was een laat werk van de Antwerpse meester, dat hij samen met Jan Wildens en Paul De Vos schilderde. Meer nog: het werk was in een oeuvrecatalogus bekend als een late Rubens, maar het was spoorloos.

Samuel Vanhoegaerden brengt een nooit geziene Ensor mee naar de beurs, een impressionistische theaterscène uit 1910. Maar zijn pronkstuk wordt een werk van Cy Twombly, waarvan de waarde 1 miljoen euro overschrijdt. Dat zulke ontdekkingen en hoog geprijsde werken de beurs halen, is goed nieuws voor de kunst- en antiekbeurs.

BRAFA heeft een goede reputatie opgebouwd bij verzamelaars die zich graag laten verrassen door het eclectische aanbod. De beurs wordt weleens vergeleken met een museum waar alles te koop is, maar het is een museum dat bijzonder gevarieerd is, met archeologische objecten, oude meesters, moderne kunst, hedendaagse kunst en zelfs striptekeningen. Dat is de kracht van BRAFA tegenover beurzen zoals TEFAF Maastricht: alle standhouders staan door elkaar, er zijn geen thematische secties.

Het aandeel van de dealers in art premier, design en wunderkammers is dit jaar weer gestegen, net zoals het aantal handelaars in hedendaagse kunst. Meessen De Clercq, Albert Baronian en Rodolphe Janssen krijgen dit jaar gezelschap van Barbara Gladstone: een New Yorkse topgalerie met een Brussels filiaal. BRAFA heeft de wind in de zeilen.