Bouwen als ploegsport

In sommige gemeenten slaan de overheid en de privé-sector de handen in elkaar voor de bouw van multifunctionele sport- en ontmoetingscentra. De volgende stap is de integratie van de gemeentelijke infrastructuur. Een droom van de Lummense projectontwikkelaar Intersportif.

Op 22 november opent burgemeester Walter Van der Plaetsen officieel het nieuwe wellness point van 3000 vierkante meter in Wommelgem. Dit is een ontspanningsoord van de nieuwe generatie : een polyvalente combinatie van sport- en cultuurzalen, inclusief alle accommodatie (tot en met een sauna). Kostprijs : 80 miljoen frank.

Ook het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen (Ruca) plant een gelijkaardig initiatief, inclusief een geluiddichte ruimte voor de denksporten en hoe kan het ook anders een grote feestzaal voor de studentenfuiven ( nvdr ter vervanging van het Konijnenkot, dat zijn deuren sluit). Budget : 80 miljoen frank. Op 3 december ’96 legt rector Walter Decleir de eerste steen op de campus in Wilrijk.

Projectontwikkelaar Geert Diepers, gedelegeerd bestuurder van Intersportif uit Lummen : “Niet alleen het concept, maar ook de financiële structuur van deze public private partnerships (PPP’s) zijn uniek. Drie partners de overheid, de uitbater en de aannemer bundelen samen hun krachten, zodat kosten en baten worden gedeeld. Uiteindelijk wint iedereen. Niet het minst de gebruiker, die tegen betaalbare prijzen zijn geliefkoosde activiteit kan uitoefenen zonder dat daarvoor de belastingbetaler achteraf moet opdraaien.”

WEINIG RISICO’S.

Intersportif is niet aan zijn proefstuk toe (zie Trends, 24 oktober ’94). Dit Limburgse bouwbedrijf met een omzet en toegevoegde waarde van respectievelijk 135 en 16 miljoen frank (eerste acht maanden van ’96, exclusief Luxemburg) stampt al jaren sportcentra uit de grond. Met succes. Dit jaar levert de general contractor werken op in Rebecq (42 miljoen frank), Schieren (120 miljoen frank) en Ettelbruck (300 miljoen frank).

Vroeger stapte Diepers ook zaakvoerder van Intersportif Lux, Fenix Golf, J&G, SD Consultants, DDB, De Bloken Sportcentrum en Golffive (totale groepsomzet van 300 miljoen frank en 42 werknemers in ’96) zelf mee in de projecten. Vandaag zoekt hij privé-investeerders lees : aannemers en exploitanten om een tijdelijke vereniging te vormen. In Wommelgem zijn dat respectievelijk Moeskops’ Bouwbedrijf uit Paal en Synergie, de naamloze vennootschap van Sonja Kimpen en Marc De Jonck, die de lokale dansschool Jazzpoint hebben opgericht.

Van der Plaetsen : “Zo is de idee gegroeid. Beide partijen planden een nieuw sportcentrum en belandden bij Intersportif. Uit de onderlinge contacten groeide een gezamenlijk initiatief, sneller en goedkoper dan de klassieke aanbesteding. Door het recht van opstal wordt de gemeente na dertig jaar eigenaar van het complex, zonder noemenswaardige kosten of commerciële risico’s. Wij stellen alleen de grond ter beschikking en leggen wegeniswerken plus nutsvoorzieningen aan. Ook verleent Wommelgem een achtergestelde lening van 35 miljoen frank aan Synergie, die voor het onderhoud en de uitbating zorgt. Voorts geniet het schepencollege inspraak in het huishoudelijk reglement om democratische prijzen voor de bevolking, verenigingen en scholen te waarborgen. Op hun beurt investeren de privé-partners 40 miljoen frank in ruil voor de exploitatierechten. Ten slotte waarborgt de inzet van de concessiehouder een optimale bezetting. Zonder deze publiek/particuliere samenwerking hadden wij als gemeente met amper 11.380 inwoners nooit zo’n complex kunnen bouwen.”

ONDER ÉÉN DAK.

Als projectontwikkelaar tekent Intersportif de plannen en volgt de werken op. Diepers : “Wij waarborgen een vaste prijs en een vaste uitvoeringslimiet. Dankzij ons systeem kunnen grotere, betere en rendabele centra worden gebouwd. Het vertrouwen van de cliëntèle groeit. Onze eerste twee realisaties Diepenbeek en Geel draaien op volle toeren. Nu worden feestzalen in de complexen geïntegreerd. Ik droom ervan nu nog een stap verder te gaan. Waarom zouden de lokale besturen hun bibliotheken, vergaderzalen en andere infrastructuur met financiële hulp van de privé-sector niet in dezelfde gebouwen onderbrengen ? Alles onder één dak. Dat bespaart ruimte en kosten, terwijl de service naar de bevolking verbetert. Bovendien kunnen de modulaire ruimten snel inspelen op de veranderende trends in de samenleving.”

ERP

WALTER VAN DER PLAETSEN, SONJA KIMPEN, GEERT DIEPERS EN WALTER DECLEIR (VLNR) Overheid en privé-sector stampen samen nieuwe ontspanningscentra uit de grond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content