‘Black Friday is niet aan ons besteed’

ZUSTER KATHARINA "Als één grote familie helpen we elkaar en zorgen we ervoor dat trappist gelijk blijft staan aan kwaliteit." © Emy Elleboog

Met inkomsten uit bier, kaas, toerisme en andere producten voerden abdijen de voorbije decennia een slim diversificatiebeleid. Hun aanpak is vergelijkbaar met die van een kmo, hun doel is totaal anders. “Wij zijn een abdij met een brouwerij, en niet omgekeerd.”

Afzondering, eenzaamheid, stilte, rust, soberheid, zoeken naar God. Wie onze abdijen bezoekt, kan er niet omheen. Maar het valt op hoe de zusters en broeders hun religieuze leven combineren met de ontwikkeling van een abdijeconomie. Gerenommeerde biermerken zijn daarvan de meest zichtbare exponent. Daarnaast gaat het om kaas, verzorgingsproducten, toerisme of een uitgeverij. Rond die activiteiten bouwden de abdijen een model op een schaal die doet denken aan een kmo. De exacte invulling vertoont soms structurele gelijkenissen met het besturen van een kmo, maar is soms ook radicaal anders.

Zelfvoorziening

Het meest expliciete verschil met een gewone kmo is het doel van de economische activiteit. Alle abdijen benadrukken dat winstmaximalisatie geen drijfveer is. Historisch groeide het idee van een eigen productie en verkoop uit zelfvoorziening. Dat blijft de insteek, zelfs bij een abdijbrouwerij die jaarlijks tienduizenden hectoliters produceert. “Wij trekken ons niets aan van het idee dat een economie moet groeien”, zegt Philippe Van Assche, de algemeen directeur van de brouwerij van Westmalle. “Toen de commerciële brouwers op de kar van de dubbels en tripels zijn gesprongen, hebben wij bewust niet toegegeven aan de druk om bijkomend te produceren. Kwatongen beweren dat we bewust schaarste creëren, maar dat is niet het geval. Dit is een abdij met een brouwerij, en niet omgekeerd. Daarom hebben we een grens gesteld aan de groei van de brouwerij. Het doel blijft voorzien in het eigen onderhoud en de kwaliteit op een hoog niveau houden.”

We hebben een grens gesteld aan de groei van de brouwerij. Het doel blijft voorzien in het eigen onderhoud en de kwaliteit op een hoog niveau houden’ Philippe Van Assche, brouwerij van Westmalle

De Sint-Sixtusabdij in Westvleteren maakte vorige eeuw een vergelijkbare keuze. Al in 1946 beperkte de abt de bierproductie, omdat de economische activiteit te veel tijd wegnam van het monastieke leven. “Dat is wat telt voor de monniken”, bevestigt woordvoerder Yves Panneels. “Met de inkomsten betaalt de gemeenschap haar levensonderhoud, de lonen van de leken die hier werken, en de kosten aan het domein en de gebouwen, en steunt ze goede doelen.”

Caritatieve doelen

In veel abdijen heeft de abdijeconomie een duidelijk sociale dimensie. De abdij van Chimay maakt van tewerkstelling een doel, gezien de lage werkgelegenheidsgraad in de regio. De abdij van Averbode legt de focus op pastorale werken. Averbode is een norbertijnenabdij, terwijl de zusters en broeders in Westmalle, Orval, Brecht en Westvleteren de regels van Sint-Benedictus volgen. “Dat is een belangrijke nuance”, zegt pater Eric Seghers, de econoom van de abdij van Averbode. “Wij zijn geen monniken en hebben meer gevarieerde pastorale activiteiten buiten de abdijmuren. Dat wordt ook vertaald in ons economische model.” Voor de productie van bier, kaas, brood, mosterd en andere producten doet de norbertijnenabdij van Averbode een beroep op externe partners. “Wij willen mensen actief betrekken bij onze economische activiteiten. Daarom kozen we vier partners waarmee we nauw samenwerken.”

We hebben veel oudere zusters en zullen almaar vaker een beroep moeten doen op personeel’ Zuster Katharina, abdij van Brecht

Behalve uit klemtonen in de productie blijkt de sociale dimensie vooral uit wat met de opbrengsten gebeurt. Elke abdij steunt caritatieve doelen. “Wij geven voorrang aan verenigingen die mensen helpen, met vooral maatschappelijke doelen in onze provincie Luxemburg”, duidt broeder Xavier, de econoom van de abdij van Orval. “In de jaren 2000 merkten we bijvoorbeeld dat in de provincie een tekort bestond aan palliatieve zorg aan huis. We steunen sindsdien een project dat daarrond werkt. Daarnaast werken we mee aan een project dat vrijwilligers opleidt om mensen met alzheimer thuis te bezoeken.”

De meeste abdijen bekijken jaar na jaar welke middelen ze ter beschikking hebben voor het goede doel. Abdijen in dezelfde religieuze orde zullen elkaar waar nodig ook steunen. Zo helpen de trappistenabdijen elkaar, net als de norbertijnen. “Maar elke abdij behoudt haar onafhankelijkheid”, benadrukt broeder Xavier. “De onderlinge solidariteit verloopt niet via een centraal fonds, maar is gebaseerd op de vaak historische banden tussen abdijen.”

Die steun is niet zomaar een blanco cheque die de abdijen doorschuiven, vertelt zuster Katharina, abdis van de abdij van Brecht. “Onze abdij werd gebouwd door de monniken van Westmalle. De steun die wij als kleine gemeenschap van de abdij van Westmalle krijgen, kan vele vormen aannemen. Het kan gaan om materiaal, of om bier dat we verwerken in onze verzorgingsproducten. Als één grote familie helpen we elkaar en zorgen we er samen voor dat trappist gelijk blijft staan aan kwaliteit, in alles wat we doen.”

Investeren in modernisering

Behalve voorzien in het eigen onderhoud en dat van de abdijgebouwen, zetten de abdijen ook middelen aan de kant die investeringen op lange termijn mogelijk maken. Zeker in de brouwerijen is die nood aanwezig. “Als de kip eieren wil blijven leggen, moet ze gezond blijven”, zegt Philippe Van Assche. “Voor grote investeringsprojecten trekken wij niet naar de bank. We zullen eerst sparen vooraleer we investeren. Op onze jaarrekening hebben we een bedrag klaarstaan voor de vernieuwing van onze brouwerij.”

Westmalle wil dit decennium de tanks in de opslagkelder vervangen en de bottelarij moderniseren. Tegen 2023 wil het de bouwvergunning rond hebben voor die werken, die vijf jaar zullen duren. “We hebben dat proces grondig voorbereid”, zegt broeder Benedikt. “Voor een abdij is ook architectuur belangrijk. Ook daarvoor hebben we middelen vrijgemaakt.”

Investeringen in moderniseringen uiten zich ook op andere vlakken. In Orval werd hard gewerkt aan het toeristische aanbod met de creatie van bezoekerservaringen. De abdijen van Westvleteren en Brecht lieten zich opmerken door initiatieven rond onlineverkoop. Vanuit Brecht verkopen de zusters voortaan ook via de webwinkel onder meer zeep, shampoo en badlinnen. Het aanbod wordt zorgvuldig geselecteerd door de zusters. “In 2019 lanceerden we shampoo, douchegel en bodylotion met bier. Die producten worden door derden gemaakt”, vertelt zuster Katharina. “We hebben veel oudere zusters en zullen in de toekomst almaar vaker een beroep moeten doen op personeel. Net daarom is de stap naar extra inkomsten hard nodig. We hebben lang getwijfeld of we via e-commerce moesten meegaan in de pakjesrace. Uiteindelijk heeft het onze verkoop geholpen tijdens de pandemie, maar we doen het op onze manier. Black Friday is niet aan ons besteed. Om de aandacht te vestigen op onze webshop hielden we op 1 december wel een Witte Woensdag, zonder kortingen.”

PHILIPPE VAN ASSCHE EN BROEDER BENEDIKT
PHILIPPE VAN ASSCHE EN BROEDER BENEDIKT “Kwatongen beweren dat we bewust schaarste creëren, maar dat is niet het geval.”© Emy Elleboog

In Westvleteren was e-commerce ook een oplossing voor een belangrijke verzuchting van de broeders, legt Yves Panneels uit. “In het oude systeem kon je tijdens de kantooruren bestellen via de telefoon. Maar daardoor kreeg niet iedereen dezelfde kansen. Daar wilden de broeders iets aan veranderen. Nu beschikken ze over een webshop met een slimme wachtkamer. Die maakt dat iedereen zijn kans krijgt om Westvleteren te kopen.”

Deugdelijk bestuur

Terwijl de activiteiten tot een bepaald niveau beperkt blijven, hebben de abdijen wel een inspanning geleverd om hun werking te professionaliseren. Dat gaat onder meer over de eigendomsstructuur. De meeste abdijen zijn een vzw. Die koepel is vaak volledig of bijna volledig aandeelhouder van een nv of cvba, waarin een grotere activiteit is ondergebracht.

De overkoepelende vzw dient niet voor de jaarlijkse uitkering van dividenden. “Onze vzw verhuurt gebouwen aan de nv Uitgeverij Averbode en ontvangt ook royalty’s op de verkoop van tijdschriften, al dalen die stelselmatig”, licht Eric Seghers toe. “Net daarom ontwikkelden we nieuwe activiteiten. De vzw Averbodium kan elk jaar een groter deel van het giftenbudget van de abdij overnemen. Statutair hebben we verankerd dat ruim 90 procent van de inkomsten daarvoor bestemd is.”

Ook de abdijen van Westmalle en Orval hanteren zo’n structuur, met een duidelijke drang naar deugdelijk bestuur. Zowat elke abdij heeft een raad van bestuur, waarin ook onafhankelijke leken zetelen. In de raad van bestuur van Westmalle zitten onder meer Nils Van Dam (Milcobel) en Luc Haegemans (ex-BNP Paribas Fortis). “Vanaf midden de jaren negentig hebben we deugdelijk bestuur volop omarmd”, duidt Philippe Van Assche. “In 1998 stapte de laatste broeder uit de brouwerijoperaties. Op dat moment hebben we een strikt kader gemaakt, een charter dat onze waarden uitlegt en voor iedereen toegankelijk maakt. Daarmee kunnen we blijven focussen, ondanks het succes van de brouwerij, op wat echt telt: het eigen onderhoud en de kwaliteit van onze producten.”

Voor grote investeringsprojecten trekken wij niet naar de bank. We zullen eerst sparen vooraleer we investeren’ Philippe Van Assche, brouwerij van Westmalle

‘Trappist is een bedrijfscultuur’

De onderlinge steun tussen de abdij-economieën is ook zichtbaar in de manier waarop de trappistenabdijen schaven aan het merk ‘trappist’. Twintig abdijen verenigden zich in de Internationale Vereniging Trappist, die het ATP-label (authentic trappist product) kan toekennen aan meer dan enkel bieren. Ook brood, kaas, likeur, chocolade en religieuze artikelen mogen zich ‘trappist’ noemen, als ze aan de voorwaarden voldoen. “De onderlinge steun uit zich ook in gemeenschappelijke communicatie”, bevestigt broeder Xavier, de econoom van de abdij van Orval en voorzitter van de Internationale Vereniging Trappist. “Onder onze leden tellen we ook cisterciënzerabdijen in Nederland, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Dankzij het ATP-label kunnen we samenwerken aan de kwaliteit van de producten. We lossen wettelijke vraagstukken op en maken duidelijk dat een trappist meer is dan enkel een bier. Wij zien het als een stiel, of beter nog, als een bedrijfscultuur.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content