Biologische oorlog tegen stinkende vuilbakken

Vooral tijdens de warme zomerdagen kan de geur van rottend afval hinderlijk zijn. BioBlue lanceert binnenkort de gepaste remedie tegen dit ongemak: een biologische geurvreter. Ook komt BioBlue met een biologisch afwasmiddel op de markt. Hoe gaat het bedrijf optornen tegen reuzen als Brabantia en Unilever?

Tot voor kort raasde de biosneltrein door het distributielandschap. De vraag naar biologische producten, zowel in voeding als niet-voeding, was zo groot dat de aanbodzijde nauwelijks kon volgen. Intussen lijkt het tempo van die trein wat te stokken. Toch gooien Patrick De Croock en zijn kompanen zich net nu in de productie en verkoop van biologische producten. Onder de merknaam BioBlue worden binnenkort twee innovatieve producten op de markt losgelaten.

Dendermondenaar De Croock liep op het Landbouwsalon van 1992 Ward De Vos tegen het lijf. Op dat moment hield De Croock zich bezig met het biologisch bestrijden van huisvliegen in stallen. De Vos probeerde daar in Brussel een cocktail van micro-organismen te slijten waarmee de mestproductie bij varkens gereduceerd kon worden. Die uitvinding was op zijn minst revolutionair te noemen, maar het kwistige gebruik van antibiotica in de varkensstallen zorgde ervoor dat de cocktail nooit optimaal functioneerde. Tussen de twee ondernemers klikte het echter meteen en ze beslisten om samen te werken. In de loop der jaren vormde er zich rondom hen een kliekje van gelijkgestemde zielen uit alle leeftijdscategorieën. Deze groep bestaat intussen uit negen professionals die allemaal al hun strepen hebben verdiend op het vlak van bio-engineering, verkoop, financiën of marketing.

Geitenwollen sokken

“We zullen proberen om het geitenwollensokkenimago dat nog steeds op biologische producten kleeft te doorbreken,” bezweert sales manager Didier Bogaert ons. De concepten die al marktrijp zijn, BioBlue Comfort en BioBlue Global, getuigen inderdaad van een moderne visie op onze consumptiemaatschappij. “BioBlue Comfort neutraliseert geuren,” zegt Bogaert. “In tegenstelling tot de bestaande producten die enkel de geur camoufleren, neemt ons product de oorzaak van de stank weg. Een bakje waarin de micro-organismen zich bevinden, wordt in de afvalcontainer geplaatst en na twee dagen beginnen die bacteriën de stank af te breken. Dat blijven ze zes maanden doen.” De toepassingen van deze uitvinding zijn legio: afvalbakken, GFT-containers, luieremmers enzovoort.

Tijdens hun werkzaamheden ontdekten de onderzoekers ook een micro-organisme dat een uitstekende ontvetter bleek te zijn. De basis was gelegd voor een nieuw wasmiddel, BioBlue Global. “Uit standaard wastesten die in het buitenland werden uitgevoerd, blijkt dat ons middel minstens even goed wast als de gangbare producten,” zegt An Devos, verantwoordelijke van het lab. “In tegenstelling tot zeep, dat bij het wassen ook het textiel beschadigt, vallen onze bacteriën alleen het vuil aan. BioBlue Global onderscheidt zich ook omdat er geen fosfaten of chemische toevoegingen zoals optisch wit worden gebruikt.”

Beide producten zijn al intensief getest en goed bevonden door verschillende wetenschappelijke instellingen als de Universiteit Gent en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek ( Vito).

Naast de geurbestrijding en de wasproducten wil het bedrijf ook nog een derde pijler ontwikkelen. BioBlue Engineering beoogt de biologische afbraak van schadelijke stoffen. De toepassingen situeren zich vooral in de landbouw: mestreductie, bodemsanering, waterzuivering enzovoort. Nu zit het concept nog in een testfase, maar tegen 2005 moet ook deze derde pijler een feit zijn.

De aanval op de multinationals

Het uitdokteren van nieuwe concepten is wel een leuke bezigheid, maar die activiteiten moeten natuurlijk ook nog geld in het laatje brengen. Na een marktonderzoek van Ernst & Young bleken vorig jaar de geurvreter en het wasmiddel marktrijp te zijn. Bij BioBlue moesten ze dan ook op zoek naar financiële middelen om hun producten te lanceren. De innovaties van BioBlue konden de investeerders blijkbaar makkelijk overtuigen, want in geen tijd haalden De Croock & co. de noodzakelijke 7,5 miljoen euro op. Onder andere de Nederlandse risicokapitaalverschaffer TPC International stapte in het project. Het geld werd ondergebracht in BioBlue Group, een vennootschap met zetel in Luxemburg die op haar beurt twee Belgische dochters heeft die opereren vanuit een vestiging in Zele.

Het commercialiseren van consumptiegoederen is zeker geen makkie voor een klein, ontluikend bedrijfje. “Met onze vuilnisbakken moeten wij optornen tegen twee gevestigde waarden als Curver en Brabantia,” zegt Bogaert, die in een vorig leven zelf nog bij Brabantia heeft gewerkt. “Toch zie ik ze niet echt als concurrenten, onze producten vormen eerder een aanvulling voor hun gamma.” Het contrast is zo mogelijk nog groter bij de wasmiddelen, want multinationals als Unilever en Procter & Gamble beschikken over budgetten waar ze bij BioBlue alleen van kunnen dromen.

Opvallen, daar komt het dus op aan voor BioBlue. De functionele verpakking van het wasmiddel voldoet alvast aan die vereiste. Het gaat namelijk om een fles in de fles. De binnenste fles bevat de cocktail van micro-organismen, terwijl de buitenste fles de stoffen bevat die het linnen moeten bevochtigen en het vuil vloeibaar moeten houden.

“Voor de vuilnisbakken hadden we voldoende marktkennis binnen het bedrijf om voor dit product ons eigen distributienetwerk op te zetten,” zegt Bogaert. “Onze knowhow van de Belgische en Nederlandse voedingsmarkt was daarentegen veel te beperkt om met succes een wasmiddel in de markt te brengen. Daarom werken we voor dit product exclusief samen met het Nederlandse Rooscon, een gespecialiseerde distributeur.”

Alle producten worden op de markt gebracht onder dezelfde merknaam, BioBlue. “Kwaliteit, design en verpakking worden volledig op elkaar afgestemd,” aldus Bogaert. “Bovendien zullen we in elke verpakking een cross-sellingfolder stoppen die een link legt naar het volledige gamma.” Voor zijn ingenieuze producten mikt BioBlue in eerste instantie op de hogere sociale klassen. Vanaf midden juni start een selectieve campagne in tal van magazines. Ondanks het beperkte budget zal tijdens de zomer het wasmiddel ook op televisie ( VTM) te zien zijn.

In het spoor van Resilux naar de beurs

Aan voorspellingen over omzetten en het tijdstip van rentabiliteit waagt gedelegeerd bestuurder De Croock zich liever niet. “We werken gewoon keihard verder en zien wel waar we dan uitkomen. De eerste verkoopresultaten overtreffen echter ruimschoots de verwachtingen,” zegt de man, die tranen in de ogen krijgt bij het aanschouwen van de uitrukkende vrachtwagens. Maar het levenswerk van de bijna-veertiger is daarmee nog niet af. “We bestuderen momenteel projecten voor de incontinentiemarkt, we zoeken een oplossing voor het zuiveren van visvijvers en we hebben de eerste stappen gezet in de ontwikkeling van een revolutionaire wasmachine.”

Voor al deze nieuwe projecten zal er wellicht opnieuw geld nodig zijn. “Geen nood,” grijnst De Croock. “Voor begin volgend jaar hebben we al een kapitaalverhoging van 4 miljoen euro gepland, maar die is nu al bijna volledig rond. Met dat geld willen we de Europese markt ontwikkelen. Er is zelfs al interesse uit Canada en de Verenigde Staten.” Namen van investeerders wil hij niet geven, behalve die van het beursgenoteerde Resilux. Een knappe strategische zet van Resilux, want als het wasmiddel internationaal aanslaat, zitten zij natuurlijk op de eerste rij om de polypropyleenflessen te leveren. Bovendien heeft BioBlue de ambitie om op termijn naar de beurs te trekken en dan kan de ervaring van de familie Decuyper wel van pas komen.

Dirk Van Thuyne

Voor zijn ingenieuze producten mikt BioBlue in eerste instantie op de hogere sociale klassen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content