Ben ik te dik?

Victoria Beckham moet op dieet: als ze nog een gram afvalt, zakt ze door haar benen. Toch volgen steeds meer vrouwen haar voorbeeld. In culturen en beroepsgroepen waar gewicht en lichaamsvormen een belangrijke rol spelen, neemt het risico op eetstoornissen als anorexia nervosa toe. In 90 tot 95 procent van de gevallen gaat het om vrouwen. Hun groeiende aantal weegt steeds zwaarder op de hulpverlening. Hulpcentra zijn continu volzet en wachtlijsten worden steeds langer.

Vrouwen met anorexia wegen minstens 15 procent te weinig voor een normaal te verwachten gewicht. De angst om te verdikken, overheerst hun leven en vaak menstrueren ze ook niet meer. Vermageren doen ze door bijna niet te eten, hun voedsel nauwgezet te selecteren en overmatig te sporten. Soms gebruiken ze laxeermiddelen of braken het voedsel weer uit, maar dat is zeker niet de regel. Anorexiapatiënten hongeren zichzelf voortdurend uit en daar worden ze overigens niet vrolijker van.

Bij ongeveer 85 procent van de patiënten is de aandoening ergens tussen dertien en twintig jaar begonnen. Naar schatting één op twintig jonge meisjes loopt een hoog risico. Anorexia nervosa is een typische beschavingsziekte die vrijwel uitsluitend voorkomt in westerse welvaartsstaten. Over het algemeen bij vrouwen die een hogere opleiding hebben genoten of in hogere kringen leven. Anorexia is gevaarlijk: tussen 5 en 20 procent van de patiënten overlijdt als rechtstreeks gevolg van haar ziekte. Bovendien werken geneesmiddelen amper of niet en heeft ook psychotherapie een bescheiden effect.

Over de oorzaken is maar weinig bekend. Waarschijnlijk is er sprake van meerdere invloeden die tot de ziekte kunnen leiden. Om te beginnen, is er een familiale factor: wanneer iemand in je naaste familie anorexia heeft, loop je zelf ook een hoger risico. Krijgt iemand van een eeneiige tweeling anorexia, dan zal de andere in één geval op twee dezelfde weg op gaan. Aan de universiteit van Utrecht zijn ze sinds kort een genetisch defect op het spoor dat vaker zou voorkomen bij anorexiapatiënten (het AgPR-gen). Bij anorexiapatiënten stelt men inderdaad stoornissen vast in neurotransmittersystemen die een rol spelen in het reguleren van het hongergevoel.

Hoe dan ook is de ziekte zeker niet volledig biologisch te verklaren. Voorbeschikkende factoren die de kans op de ziekte vergroten, moeten vooral gezocht worden in het psychologisch profiel. Mensen met een minderwaardigheidsgevoel, die bang zijn om de controle over zichzelf te verliezen, uit een gezin komen waar de eigen persoonlijkheid moeilijk kan of kon ontwikkelen en opgroeien in een klimaat waar tegenstrijdige eisen worden gesteld. Centraal staat dat in dat gezin lichaamsgewicht en slank zijn in het bijzonder, als erg belangrijk worden voorgesteld. Tegen dergelijke achtergrond kan een ingrijpende gebeurtenis, zoals een nieuwe relatie, een andere school of job, de druppel zijn die de emmer doet overlopen. Plots ontstaan er nieuwe eisen waarvan men vreest niet te kunnen voldoen. Gevoelens van waardeloosheid steken de kop op. Als enkele kilo’s vermageren op dat moment leidt tot waardering en zelfs bewondering, dan kan een meisje terechtkomen in een negatieve spiraal.

De therapie is gericht op autonomie, zelfwaardegevoel en gewichtstoename. Die gewichtstoename gaat gepaard met enorme angstgevoelens. Wanneer een goede vertrouwensrelatie ontstaat tussen therapeut en patiënt, is de kans op gewichtscontrole nog het grootst. Omdat anorexia nervosa een psychiatrisch ziektebeeld blijft met een zeer hoog sterfterisico, is voorkomen beter dan genezen.

Marleen Finoulst – marleen.finoulst@trends.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content