Belgische kunst verkoopt goed in LA

Nigel Turner is de grootste Amerikaanse afnemer van Belgische schilderkunst. Voor zijn galerie in Los Angeles koopt hij jaarlijks 800 stuks. Per maand zet hij daar twee schilderijen van opzij, als investering voor zijn kinderen.

Nigel Turner

Los Angeles Fine Art Gallery

International Art Dealers

736 N. La Cienega Blvd

Los Angeles 90069

Wanneer we Nigel Turner (48) in zijn Fine Art Gallery in Los Angeles opzoeken, is er net 7,5 ton schilderkunst aangekomen en uitgepakt. Grote namen als Emile Claus of Theo Van Rysselberghe zal je er niet tussen vinden. Wel kleinere Belgische kunstenaars van de negentiende en begin twintigste eeuw.

“Ik handel in schilderijen die tussen 1000 en 20.000 dollar kosten. Mijn cliënteel koopt op het oog, niet vanwege de naam. Ze kopen de schilderijen omdat ze die mooi vinden en niet omdat ze Belgisch zijn,” vertelt Nigel Turner ons.

Omdat deze kunstenaars geen grote reputatie hebben, verwatert hun waarde op de Belgische markt, maar niet op de Amerikaanse. Voor Turner is de Belgische markt een ideale bron van inkomsten gebleken. “Hier in LA zijn er heel wat mensen die denken dat er een markt voor heel dure kunst bestaat. Je strikt een filmster of twee en je wordt rijk, zeggen ze. Ik geloof daar niet in. Er is een veel grotere markt voor kunst binnen een lagere prijsklasse.”

Om die markt te bedienen, moest Turner een bron vinden die hem van de nodige voorraad kon voorzien tegen redelijke prijzen. Turner, een Brit van origine, richtte zich in eerste instantie op de Engelse kunsthandel. Eind jaren negentig leerde hij daar de Belgische kunsthandelaar Harry Sorbie kennen. Die bracht hem in contact met Belgische kunst. En toen Sorbie even later met zijn gezin terug naar eigen land verhuisde, besloot Turner hem te volgen.

“De Britse en de Franse kunst waren toen al erg duur geworden,” herinnert Turner zich. “In Londen werd het voor mij steeds moeilijker om goede kunst te vinden tegen schappelijke prijzen. De Belgische markt bood me die gelegenheid wel. Voor Franse, Britse en Amerikaanse schilders betaal je per definitie een premie. Voor Belgische kunstenaars niet.”

Intussen heeft Turner permanent een goede duizend stuks in voorraad. De meeste schilderijen gaan in zijn galerie in Los Angeles over de toonbank. Turner: “Ik verkoop aan andere galeriehouders, hotels, interieurarchitecten enzovoort. De meeste stuks worden in LA verhandeld. Omdat ik in Los Angeles gevestigd ben en het is de tweede grootste stad in Amerika. Een kleine 40 % wordt verkocht in andere steden, meestal via galerieën. Regionale smaakverschillen zijn er niet, hoewel New Yorkers meestal kleinere schilderijen kopen. Gewoon omdat de huizen er kleiner zijn.”

Nicotine op Belgische schilderijen

Om zijn voorraad aan te dikken, vliegt Turner negen keer per jaar naar ons land. Zodra de container vol zit, wordt die via Londen naar Amerika verscheept. Turner: “In Londen maken enkele mensen originele kaders na om bepaalde schilderijen opnieuw in te kaderen en ze geven de stuks een schoonmaakbeurt. Bij Belgische schilderijen moet vaak eerst de nicotine eruit.”

Is onze kunst dan een goede investering? Turner is ervan overtuigd dat de prijzen voor waardevolle Belgische kunst zullen blijven stijgen. “Toch is kunst de slechtste investering die je kan doen,” grapt hij. “Wanneer je een kunstwerk graag ziet, laat je het aan de muur hangen en na je dood gaan de kinderen met de opbrengst lopen.”

Katrien Van der Schueren

“Kunst is de slechtste investering die je kan maken. Wanneer je een kunstwerk graag ziet, laat je het aan je muur hangen en na je dood gaan je kinderen met de opbrengst lopen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content