BELGISCHE INGREDIËNTEN IN VIAGRA

Roeland Byl redacteur bij Trends

OMNICHEM.

Vanaf deze week is Viagra in de Belgische apotheken verkrijgbaar. Officieel gebeurt de productie in de Pfizer-vestigingen van Amboise (Frankrijk) en Ringaskiddy (Ierland). Toch zou ook Omnichem uit Wetteren een bestanddeel leveren voor de blauwe potentiepil. Dat schreef Het Volk al in augustus. Pfizer bevestigt noch ontkent, en Omnichem – dat gebonden is aan een deontologische zwijgplicht – wil het bericht for the record niet bevestigen.

Met een productie die voor 90% exportgericht is, danst deze middelgrote chemieproducent op de koord van outsourcing. De uitbestedingshonger van de multinationals bepaalt het succes. Toen Omnichem in 1989 overging in Japanse handen haalde het bedrijf een omzet van 2 miljard frank. Voor 1998 verwacht het management een stijging tot bijna 4 miljard frank. “Wij bieden een antwoord op de nood aan outsourcing bij grote farmaceutische concerns,” vertelt algemeen directeur Jean-Claude Bourmanne. “De looptijd van octrooien is gekrompen tot minder dan tien jaar. Een productielijn opzetten op het ogenblik dat een stof haar rendabiliteit nog moet bewijzen, is duur. Daarom wordt het onderzoek naar de ideale productievoorwaarden en de productie van de zuivere grondstoffen aan kleinere chemiespecialisten uitbesteed.”

Naar eigen zeggen is Omnichem als toeleverancier voor de voedingsindustrie marktleider voor de aanmaak van looizuur, het additief dat aan bier of wijn zijn helderheid geeft. Die markt is grotendeels verzadigd. De belangrijkste groeipool situeert zich momenteel in de aanmaak van basisstoffen voor de farmaceutische industrie.

De diversiteit van de productie moet het wegvallen van een belangrijke klant kunnen opvangen. Liever een evenwicht tussen grote en kleine opdrachtgevers is het motto waarop Omnichem zijn groei als specialist in hoogwaardige fijnchemie baseert. “Contracten met klanten hebben een looptijd van gemiddeld zes maanden. De productie per product varieert van 200 kilogram tot 10 ton. Dat kan je moeilijk massaproductie noemen,” vertelt environmental officer Axel De Bruyn. “Tot onze klanten behoren verschillende grote multinationals. We groeien door het toenemend aantal opdrachten, maar we letten erop niet te snel te groeien. Onze klanten mogen niet het gevoel krijgen dat zij er na de samenwerking een nieuwe concurrent bij hebben.”

Spitstechnologie is de belangrijkste strategische factor. Bourmanne: “We ondervinden steeds meer concurrentie van landen als India of China. Goed opgeleide mensen zijn ginds beschikbaar, er is ruimte zat en de lonen liggen er lager. Wij proberen ons te verweren door specialisatie in hoogtechnologische processen. Alleen op die manier kunnen we de noodzakelijke voorsprong behouden.”

Sinds 1988 onder de vleugels van de Japanse industriële groep Ajinomoto ontgroeide de voormalige dochter van de Generale Maatschappij van België de structuur van een kmo. Met drie vestigingen en een personeelsbestand van meer dan 500 medewerkers ontplooit het bedrijf zijn activiteiten in diverse takken van de chemie. Het hoofdkantoor in Louvain-la-Neuve huisvest de marketingafdeling terwijl Omnichem een deel van de voormalige munitiefabriek PRB in Balen gebruikt voor activiteiten in de agrochemie. De grootste vestiging van de groep ligt in Wetteren, waar de activiteiten in scheikundige synthese en extractie worden uitgebouwd.

Terugblikkend op de afgelopen tien jaar onder Japanse vleugels is het management in Wetteren erg tevreden. “Onze nieuwe moeder is een industriële groep. Het begrip winst heeft voor onze huidige aandeelhouders een totaal andere inhoud. Wij kregen de afgelopen tien jaar de ruimte om strategische beslissingen te nemen en investeringen te doen.”

ROELAND BYL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content