België riskeert lange revalidatie

Daan Killemaes, Hoofdredacteur

“DE CORONACRISIS IS als de inslag van een meteoriet. We moeten de last spreiden over verschillende generaties”, zei Klaas Knot vorige week. De gouverneur van de Nederlandse centrale bank wil de coronaput in de begroting niet als een gek dichten en pleit ervoor de extra schulden heel geleidelijk weg te werken. Het helpt natuurlijk als je zoals Nederland kunt vertrekken van gezonde overheidsfinanciën. Als Nederland in decennia denkt, wat dan met de landen die zwakker aan de start van de coronacrisis kwamen en harder getroffen werden? België past met zijn hoge overheidsschulden, lage potentiële groei en hoge oversterfte in dat rijtje. We staan voor een lange revalidatie. Bovendien is de overheid er nog niet in geslaagd een uitkijktoren te bouwen die snel nieuwe broeihaarden kan detecteren en indijken, zonder de economie opnieuw lam te leggen. Het voorkomen van een tweede golf van de epidemie is nochtans het beste relancebeleid.

Overheidsinvesteringen brengen op termijn meer geld op dan ze kosten, zeker in tijden van lage rentevoeten.

DE OESO DRUKTE vorige week de beleidsmakers nog eens met de neus op de feiten. De kans op een tweede golf in het najaar wordt geschat op 50 procent. In dat scenario is er van economisch herstel dit jaar geen sprake, om in 2021 slechts moeizaam overeind te krabbelen. Het Belgische bruto binnenlands product (bbp) zou eind 2021 nog altijd 7 procent lager liggen dan in 2019. Alle welvaartswinst die sinds de Grote Recessie van 2008-2009 bij elkaar is gesprokkeld, zou opnieuw verloren gaan. U zegt dat we het in 2007 toch zo slecht niet hadden? Maar weet dat alle overheidsuitgaven, zoals de pensioenen en andere uitkeringen, gebaseerd zijn op de welvaart van 2019 en niet op die van 2007. De overheid kan die spreidstand niet lang aan. Ofwel weten we snel aan te pikken met economische groei, ofwel wordt de revalidatie niet alleen heel lang, maar ook een pijnlijke oefening die lelijke littekens zal achterlaten. Op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld dreigt een grote groep in langdurige werkloosheid gevangen te raken, want heel wat van de lager geschoolden vinden werk in sectoren die bijzonder hard getroffen worden, zoals de horeca en de vrijetijdsindustrie.

DE KWALITEIT VAN DE relance bepaalt voor jaren de kwaliteit van het herstel. De eerste acute crisisfase waarin de overheid met geld strooide zonder te veel vragen te stellen, is voorbij, ook omdat het geld bijna op is. De overheid kan niet eindeloos banen beschermen en de betaling van lonen overnemen. Moet de overheid de betaling van het vakantiegeld van tijdelijke werklozen overnemen van de werkgevers? Niemand, niet de bedrijven, niet de tijdelijke werkloze en niet de belastingbetaler, is verantwoordelijk voor de virusuitbraak, maar iemand moet betalen. De discussie kan beginnen.

ONTSPORENDE overheidsfinanciën zouden het vertrouwen bij de consument en de bedrijfsleider nog meer ondermijnen, terwijl het herstel van dat vertrouwen een sleutelfactor is om het herstel een kans op slagen te geven. Wie durft te investeren als de overheid straks met de belastinghoed rond komt? De overheidssteun moet in een tweede fase veel gerichter worden. Zo is de verlaging van de btw voor de horeca naar 6 procent een slecht idee, omdat een groot deel van die steun opgaat aan bedrijven die het niet nodig hebben. Beter is de steun te kanaliseren naar gezonde ondernemingen die een tijdelijke parachute nodig hebben om de coronacrisis te overleven. Vlaamse en federale initiatieven om de solvabiliteit van levensvatbare bedrijven te versterken zijn stappen in de goede richting. Wellicht is meer van dat nodig.

EEN RELANCEBELEID hoeft ook niet altijd geld te kosten. Beter onderwijs betaalt zich altijd terug, maar je kunt met dezelfde middelen meer resultaat behalen. Het is een oud zeer, maar het mag eindelijk aangepakt worden: de overheid kan efficiënter werken. Bezuinig in deze crisistijden niet, maar verhoog de output. En investeer in digitale en andere infrastructuur. Overheidsinvesteringen brengen op termijn meer geld op dan ze kosten, zeker in tijden van lage rentevoeten. Bruggen naar nergens zijn niet nodig, maar een brug naar de toekomst is een investering waard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content