België – Nederland: 108 -112

Luc Soete

Het valt bijna niet meer te ontkennen dat er tussen Yves Leterme en Jan Peter Balkenende een weddenschap loopt wie het langst premier blijft. Balkenende heeft nog altijd een grote voorsprong. Het Nederlandse kabinet viel op 20 februari, nu al meer dan zeven maanden geleden. Leterme is slechts aftredend sinds 26 april, nog geen halfjaar.

Ook in termen van verkiezingen loopt Balkenende voor. Vandaag, 30 september, 112 dagen om precies te zijn, Leterme zit nog maar aan 108 dagen. Natuurlijk, Leterme kan argumenteren dat de dagen sinds het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie dubbel tellen, zodat hij nu voorligt op Balkenende.

Het blijft merkwaardig hoe gelijk de problemen in beide landen lopen, ondanks de grote institutionele verschillen. De reden daartoe lijkt op het eerste gezicht vrij eenvoudig. In eenvoudige rechts-linksterminologie vertegenwoordigen rechtse kiezers in België 47 procent (in Vlaanderen is dat zelfs meer dan 60 %), terwijl linkse partijen 32 procent van alle stemmen voor hun rekening nemen.

In Nederland liggen de verhoudingen tussen rechts en links precies andersom. De rechtse partijen vertegenwoordigen er slechts 36 procent van alle stemmen. De linkse partijen 45 procent.

Merkwaardig genoeg doet men bij ons al 108 dagen verwoede pogingen om een linkse premier te benoemen, ondanks de overduidelijke dominantie van rechtse kiezers. In Nederland doet men al 112 dagen verwoede pogingen om een rechtse premier te benoemen ondanks een overduidelijke rechtse minderheid van kiezers.

Moeilijk dus om de politieke logica te begrijpen, maar wel een perfecte voedingsbodem om records te kloppen. Even merkwaardig als de politieke ontwikkelingen, is de economische ontwikkeling in beide landen. Sinds de regeringscrisis in Nederland in februari groeit de Nederlandse economie als kool, daalt de werkloosheid zoals in de beste jaren van paars, is het vertrouwen in de economie bij zowel bedrijfsleven als consumenten gestegen en werden op Prinsjesdag al bezuinigingen op de overheidsbegroting voor volgend jaar voorgesteld ten belope van meer dan 3 miljard. Een betere economische trackrecord kun je je bijna niet voorstellen.

Maar er is meer. Dit economische huzarenstukje werd gerealiseerd met ongeveer de helft minder ministers en staatssecretarissen dan acht maanden geleden. Hij of zij die in deze barre tijden van economische crisis denkt dat het na 100 dagen vergaderen absoluut tijd is om zo snel mogelijk een regering te vormen, zit er volledig naast. Het Nederlandse economische beleid met zijn automatische stabilisatoren, zijn efficiënte publieke administratie en in het bijzonder belastingdienst haalt juist voordeel uit het ontbreken van nieuw beleid, van het niet steeds weer te willen scoren met nieuwe initiatieven.

België profiteert natuurlijk ook van de Duitse aanwakkerende groei, maar de structurele negatieve factoren stapelen zich op. Terwijl de Nederlandse loonkosten al sinds jaren constant lijken te blijven, stijgen de loonkosten in België juist snel, verdwijnt steeds meer industrie en vragen vakbonden zich vertwijfeld af of politici nog enig realiteitsgevoel hebben.

En het begrotingstekort bedraagt 25 miljard euro, in Nederland is het intussen gedaald tot 15 miljard. Het drama van de vorige regeringscrisis was dat het topjaar van economische groei van het vorige decennium, 2007, volledig verloren ging aan discussies over institutionele hervormingen. Ook al blijft Leterme dolgraag zitten tot het einde van het Belgisch EU-voorzitterschap en wil Balkenende zo snel mogelijk weg, Leterme mag die weddenschap echt niet winnen.

Het Nederlandse economische beleid met zijn automatische stabilisatoren, zijn efficiënte publieke administratie en in het bijzonder belastingdienst haalt voordeel uit het ontbreken van nieuw beleid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content