BELGIE IS EEN FISCALE FAR WEST

De fiscus en het gerecht gaan ver over de schreef in de aanpak van belastingplichtigen, zeggen Belgische topfiscalisten. Hoewel, wie voldoende connecties heeft, kan de boetes blijkbaar naar beneden krijgen. Bakkers en slagers betalen het gelag. De uitbreiding van de minnelijke schikking kan soelaas brengen.

HANS BROCKMANS EN ERIC POMPEN

orige maand veroordeelde het Antwerpse gerecht een gewezen adviseur van Ernst & Young wegens zijn advies in een fiscale aandelenzwendel. Steeds meer viseert het gerecht niet alleen de belastingfraudeurs, maar ook hun consultants. Ook in de parlementaire fraudecommissie kregen de fiscalisten de volle laag als bedenkers van louche constructies. Karel Anthonissen, de topman van de Bijzondere Belastinginspectie, signaleerde onlangs in Knack zelfs Zwitserse structuren waarmee fiscalisten hun eigen belastingen ontlopen.

Fiscalisten liggen onder vuur, zoveel is duidelijk. Trends zet met Axel Haelterman (Freshfields), Michel Maus (Eve-rest) Bernard Peeters (Tiberghien) en Frank Dierckx (PwC Tax Consultants) de top van fiscaal België aan tafel. Dierckx repliceert dat zijn beroepsgroep een ethische functie heeft omdat ze ervoor zorgt dat de burgers en ondernemingen correct belastingen betalen. De grondslag van zijn werk is niet zozeer het wetboek der inkomstenbelastingen. “Wel de grondwet die expliciet bepaalt dat een belasting maar verschuldigd is als de wet daarin voorziet.”

MICHEL MAUS (EVEREST). “Sommige media schreeuwden moord en brand over de KB Lux-zaak omdat dure fiscalisten zogenaamd de procedures misbruikten. Mensen toch. De zaak startte met een huiszoeking die door de onderzoekers in scène was gezet. Dat gebeurde om toch maar door diefstal verkregen documenten in het proces te kunnen gebruiken. De fiscus misbruikt steeds meer met succes het gerecht om toch maar zijn financieel gelijk te halen. Recente rechtspraak laat zelfs al toe dat de fiscus onrechtmatig verkregen bewijs mag gebruiken zonder zich veel aan te trekken van de grondrechten van de burger. Dat is toch de fiscale Far West. Natuurlijk vechten wij dat aan.”

BERNARD PEETERS (TIBERGHIEN). “Je moet verschrikkelijk oppassen met de aantasting van de proceduremiddelen. Het is een van de fundamenten van onze rechtsstaat.”

AXEL HAELTERMAN (FRESHFIELDS). “De slinger is naar de verkeerde kant doorgeslagen. In de praktijk wordt de verjaring in fiscale zaken opzijgeschoven. Het blijven gebruiken van ontdoken geld wordt beschouwd als een voortdurende vorm van witwassen. Een fiscale administratie dreigt geld te confisqueren omdat meer dan twintig jaar geleden geen belasting op een erfenis werd betaald. Bij cliënten was er in het kader van de witwaswetgeving een inbeslagname die hun bedrijf compleet verlamde. Het duurt zes maanden om zo’n beslag op te heffen.”

FRANK DIERCKX (PWC). “Ook de administratie misbruikt gerechtelijke procedures. Zo gebeurt het dat de fiscus bij een dreigende verjaring later gewoon een nieuwe aanslag vestigt. Dan herbegint heel de zaak van vooraf aan.”

De gelijkheid lijkt ook zoek door de grote individuele en regionale verschillen in de fiscale aanpak.

MAUS. “Inderdaad. Sommige belastingplichtigen komen er relatief gemakkelijk vanaf. Neem de zaak Massive, waar de fraude 60 miljoen euro bedroeg. Er werd een administratieve boete van welgeteld 30 procent betaald. In het dossier KB Lux was dat 20 procent. Vergelijk dat met de bakker en de slager om de hoek die na een echtscheiding door de gewezen partner in de zak werd gezet. Voor hen lopen de boetes op tot 200 procent. Dat is klassejustitie. Die mensen zijn gemakkelijk aan te pakken. Weer de Far West dus. Hoe groter een fiscaal dossier, hoe gemakkelijker om via allerlei invloeden – lobbygroepen, media – de boete naar omlaag te krijgen. Ook bij de parketten is er ongelijkheid. In Antwerpen is het mogelijk een dading af te sluiten in fiscale strafdossiers, terwijl de parketten van pakweg Hasselt en Veurne een heel andere houding aannemen.”

PEETERS. “Een dading zorgt er nochtans voor dat het gerechtelijk apparaat niet onnodig wordt belast. Het kan dat sommige dossiers vijftien jaar blijven aanslepen voor alle rechtsmiddelen zijn uitgeput. Ook de rechtsonderhorige wil er vanaf. Een dading is dan een win-winoplossing.”

Is Justitie voldoende uitgerust om financieel complexe zaken aan te pakken?

MAUS. “Het is een kwestie van prioriteiten. Wil de politiek een degelijke aanpak van financiële criminaliteit? Dan moet ze middelen vrijmaken. Een Gentse magistraat (procureur-generaal Frank Schins, nvdr. ) pleit voor de afschaffing van de raadkamer om te vermijden dat zaken verjaren, verwijzend naar advocaten die inspelen op de procedurewetgeving. Moment. Wij passen gewoon de wet toe. Als hij fraude wil aanpakken, moet hij meer mensen inzetten. Zo werkt dat in een rechtsstaat.”

HAELTERMAN. “Ik pleit voor meer gezond verstand bij de administratie, maar ook bij de advocatuur. Het gaat niet op dat een ambtenaar zijn louter individuele interpretaties op fiscaal België mag loslaten. Een superieur moet hem, zoals vroeger, kunnen terugfluiten. Maar ook de advocaten moeten cliënten tegenhouden als ze, louter om een zaak te rekken, naar de rechtbank stappen. Een goede fiscale advocaat verliest weinig pleitzaken omdat hij dikwijls weigert naar de rechtbank te stappen. Een advocaat is de eerste rechter in een procedure.”

PEETERS. “In de zuivere fiscale procedure heb ik niet het gevoel dat rechtbanken slecht werk leveren. Wel duurt de procedure soms te lang, waardoor er rechtsonzekerheid ontstaat. Dat stoort de economische ontwikkeling van onze bedrijven. Er moet nationaal eenduidigheid bestaan over het beleid in strafzaken en voor dadingen. Pas nadat Justitie prioriteiten heeft gesteld, weet het welke middelen nodig zijn.”

Kan een wetswijziging voor dadingen zo’n eenduidigheid creëren?

HAELTERMAN. “We hebben hard gewerkt aan enkele voorstellen, zoals deze minnelijke schikking in strafzaken. Dit verplicht de onderzoeksrechter de dading te aanvaarden als het parket oordeelt dat er na het schadeherstel geen maatschappelijk belang is bij lange procedures. Een goede zaak, want er zijn al fiscale ambtenaren en parketten die ver meedenken in een dading. Ze moeten dan ook zeker weten dat het gerecht meewerkt aan de uitvoering.”

Hier aan tafel zitten nog adviseurs van privéklanten die wetten schreven. Is er geen gevaar van belangentegenstelling?

DIERCKX. “Gelijk welke fiscale ingreep wordt best getoetst bij de betrokken partijen om de wet technisch te verbeteren. Ook experts uit het bedrijfsleven moeten kunnen meedenken over de totstandkoming van wetten.”

HAELTERMAN. “Externen, meestal hoogleraren, worden ingehuurd in zeer technische dossiers waar praktijkervaring nuttig is, zoals grensoverschrijdende fusies of finan-ciële wetten. Uiteindelijk beslist de politiek aan het einde van de rit zelf welke richting het uitgaat. Ze zijn zo verstandig de besluitvorming niet aan de advocaten over te dragen.”

Meester Maus, uw technische bijdrage was verregaand, toen Johan Vande Lanotte u vroeg hele passages van een voorstel van financieringswet te leveren.

MAUS. “Ik schreef alleen de juridische vertaling van de beslissingen die de politici hadden genomen of zouden kunnen nemen. Na mijn onderzoek van hun voorstellen op hun werkbaarheid en haalbaarheid kon ik aantonen dat de standpunten van de partijen voor 80 procent overeenkwamen. Hun kind had soms gewoon een andere naam, zoals een split rate, dan wel een belastingkrediet.”

In opdracht van de christelijke vakbond heeft professor Jozef Pacolet (HIVA) in zijn jongste studie berekend dat alle fiscale aftrekposten samen goed zijn voor 58 miljard euro minder-ontvangsten per jaar. Noemt hij België terecht een fiscaal luilekkerland?

HAELTERMAN. “De studie gaat er blijkbaar van uit dat elke belastingvermindering een gemiste kans voor de overheid is. Als je de redenering doortrekt, is een tarief van 100 procent ideaal.”

DIERCKX. “Fiscaliteit is een beleidsinstrument waarmee je bepaalde activiteiten kan aan- of ontmoedigen. Schaf die aftrekposten af, dan leidt het tot een vlaktaks. Is dat de conclusie van het HIVA? Het heeft ook kritiek op de notionele-interestaftrek. Volgens Dirk Van der Maelen (sp. a) kost deze maatregel de schatkist 5,8 miljard euro. Welnu, de vennootschapsbelasting heeft in 2009 slechts 9 miljard euro opgeleverd. Dus zou de reële aanslagvoet met meer dan de helft moeten dalen. Dat is niet zo. Integendeel, er vond in 2010 een lichte stijging naar 10 miljard euro plaats. Hoe kan de notionele-intrestaftrek zoveel kosten als de inkomsten uit de vennootschapsbelasting toenemen?”

HAELTERMAN. “Ik ken multinationals die sinds 2005 een miljard euro naar België hebben overgebracht om hier een financieringsvennootschap op te richten. Zij mogen hiervoor 280 miljoen euro aftrekken. Omgerekend haalt ons land zo ook 320 miljoen euro belastbare basis binnen. Het gaat niet op om de theoretische belasting op dat bedrag te beschouwen als een gemiste kans.

“Recente rechtspraak geeft de fiscus voldoende munitie om onregelmatigheden aan te pakken. Uiteindelijk hoeft het ook niet te verwonderen dat er een paar betwistingen lopen omdat de maatregel nu eenmaal geldt voor alle vennootschappen in ons land. Dat is geen reden om het kind met het badwater weg te gooien.”

Ondertussen circuleren er in de Wetstraat voorstellen om via een vermogensbelasting de put in de begroting te delgen.

HAELTERMAN. “Anderhalf jaar geleden somde ik in Trends enkele belastingalternatieven op. Na grondig onderzoek verliet ik het scenario van een vermogensrendementsheffing, wegens onwerkbaar in een Belgische context.”

DIERCKX. “Zuivere vermogensbelastingen zijn inefficiënt. Daarom hebben de meeste landen deze maatregelen ook afgeschaft. Hetzelfde geldt voor de Nederlandse vermogensrendementsheffing.”

MAUS. “Bovendien moet de overheid dan ook het vermogen kunnen waarderen. Dat zie ik nog niet zo vlug gebeuren. Kijk maar naar het kadastraal inkomen dat elk decennium aangepast moet worden. Dat is sinds 1975 niet meer gebeurd. Hoe zou de Belgische fiscus dan praktisch een vermogensbelasting kunnen invoeren?”

PEETERS. “De Nationale Bank ziet in België al veel vermogensbelastingen via een amalgaam van heffingen op de overdracht of opbrengst van spaargeld, termijnrekeningen, kasbons, obligaties, aandelen of vastgoed. Samen zijn ze goed voor een opbrengst van 14 miljard euro per jaar, 4 procent van het bbp. Alleen het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Cyprus scoren hoger. Er is echt geen ruimte meer voor belastingverhogingen.”

“Er is echt geen ruimte meer voor belastingverhogingen” Bernard Peeters

“Het gaat niet op dat een ambtenaar zijn louter individuele interpretaties op fiscaal België mag loslaten” Axel Haelterman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content