Belg in top-50 invloedrijkste figuren in India

Er staat één westerling in de top-50 van de meest gewichtige figuren in India, en dat is een Belg. Eind februari publiceerde India Today, het belangrijkste Indiase nieuwsmagazine – zeg maar: de lokale Knack zijn jaarlijkse Power List – The High & Mighty, 2005. Op de 43ste plaats prijkt Jean Drèze, een econoom. Na de nummer één, global tycoon Ratan Tata, volgen topindustriëlen en -zakenlui, bankiers, politici, wetenschappers en kunstenaars die India vandaag mee vaart geven. Sommige van die prominenten staan ook op de Forbes Billionaires List, maar Drèze verkiest het gezelschap van de allerarmsten in de krottenwijken van New Delhi. Daar zocht Trends hem op.

De 46-jarige Belg van geboorte is sinds kort lid van de National Advisory Council van de federale, centrumlinkse coalitieregering (UPA) in Delhi. Dat is meteen ook de reden waarom hij op deze prestigieuze lijst voorkomt. Het is het soort denktank waarvan er honderden floreren in India’s intellectuele kringen. Aangespoord door teruggekeerde hooggeschoolde Indiërs uit westerse topuniversiteiten, ontwikkelen ze langetermijnvisies en vormen door hun levendige debatcultuur in de media een tegenwicht voor verborgen politieke agenda’s.

“Vanuit de Advisory Council zal de ‘ Belgian-by-birth, Indian-by-choice’ wegen op het overheidsbeleid,” schrijft het blad. Drèze is de stuwende kracht achter de Employment Guarantee Bill (waardoor armen gedurende honderd dagen per gezin tegen het minimumloon in openbare werken ingeschakeld kunnen worden). Ook die strijdvaardigheid heeft kennelijk meegewogen bij de selectie: “Hij praktiseert wat hij verkondigt, of het nu gaat om te leven in de slums of het bevechten van het systeem via legale middelen,” aldus India Today.

Jean Drèze is de zoon van Jacques Drèze, een internationale autoriteit aan het Centre for Operations Research and Econometrics van de UCL. In 1979 ging de jonge Drèze onderzoek doen aan het Indian Statistical Institute van New Delhi, nadat hij een doctoraatstitel Wiskundige Economie op zak had van de Universiteit van Essex. Hij doceerde een poos aan de London School of Economics, maar bleef hangen in zijn nieuwe vaderland en verwierf in 2002 de Indiase nationaliteit. Hij doceert nu ontwikkelingseconomie aan de Delhi School of Economics. Met Nobelprijswinnaar Economie Amartya Sen is hij coauteur van boeken zoals Hunger and Public Action (Oxford University Press) en India: Development and Participation (OUP). “Hier kan ik academisch onderzoek combineren met praktische resultaten op het terrein,” vertelt Drèze, terwijl we joelende kinderen van ons afschudden. De slum moet verdwijnen en in ruil krijgen de bewoners een lapje grond op 20 kilometer van Delhi. “Voor deze mensen die in de stad rondkomen als schoenpoetser, klusjesman of bajajdriver (driewieler) is dat een ramp, want zo gaat hun broodwinning bijna helemaal op aan transportkosten naar het stadscentrum.”

Hoewel sociaal bewogen (Jean Drèze is een drijvende kracht achter de Right to Food Campaign en actief in de National Campaign for the People’s Right to Information) verrast hij met pleidooien voor de vrije markt. In 2001 daagde de academicus de Indiase regering voor het hoogste gerechtshof, het Supreme Court: Drèze klaagde de overheid aan omdat ze de voedselprijzen opdreef door kunstmatig hoge graanvoorraden te stockeren. De regering wilde daarmee hoge prijzen garanderen aan de boeren. “Dat veroorzaakt chronische ondervoeding. Geen hongercrisis op z’n Afrikaans. Amartya Sen heeft inderdaad aangetoond dat hongersnood zelden of nooit in democratieën voorkomt, maar in een democratie als India wegen de stemmen van de landbouwlobby’s zwaarder dan de stemmen van de armen.” Drèze pleitte voor een liberalisering van de landbouwmarkt opdat ook de armen hun landbouwproducten tegen lagere marktprijzen kwijt zouden kunnen. Zover is het nog niet, maar de graanvoorraden worden sindsdien aangewend om kinderen maaltijden te garanderen.

Volgens Drèze hebben de liberaliseringsmaatregelen na 1991 economische groei gebracht voor de middenklasse. Die overtuiging onder brede lagen van de bevolking kaatste vorig jaar (onverwachts) de centrumrechtste BJP-regering omver. Het platteland, waar 60 % van de bevolking leeft, gaat erop achteruit: “De landbouwproductie groeide half zo snel als in de jaren tachtig. Eigenlijk stagneerde ze, want die 2 % werd tenietgedaan door de bevolkingsaangroei.” Waaruit Drèze concludeert dat lamme bureaucraten de weg moeten vrijmaken voor privé-initiatief, “maar tegelijk moet de overheid de armen actievere kansen geven om hun koopkracht te verhogen.” Hij pleit voor een afbouw van de subsidies en meer publieke investeringen om de landbouwproductiviteit te verbeteren. “Er is meer staatsinterventie in de zogenaamde westerse markteconomieën dan in een land als India. Eén op de vijftien Belgen werkt in overheidsdienst; in India is dat één op de vijftig. We hebben meer efficiënte staatsinterventie nodig.”

In dezelfde lijn schreef Drèze een Public Report on Basic Education. Een thema waarover hij met vurige pleitbezorgers van volledige privatisering, zoals Gurchuran Das, de flamboyante oud-CEO van Procter & Gamble India (auteur van lezenswaardige boeken als India Unbound en The Elephant Paradigm, India wrestles with change) in debat gaat. “De middenklasse beseft niet dat zo’n optie het hele gezinsbudget zou op-slorpen en bovendien kunnen arme ouders nauwelijks de kwaliteit van een privé-school beoordelen. Lokale gemeenschappen moeten nauwer bij het beheer van publieke scholen betrokken worden. Op die manier ontstaat er ook een competitie tussen scholen, waardoor kwaliteit gaat bovendrijven.”

De slumbewoners van Delhi en de armen op het platteland weten dat de professor in de National Advisory Council hun stem zal vertolken.

Erik Bruyland

De Belg Jean Drèze mag dan al invloedrijk zijn, hij verkiest wel het gezelschap van de allerarmsten in de krottenwijken van New Delhi.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content