Bekende kenners

De beursvloer-avonturen van 5 bekende Vlamingen.

Wat hebben de voetballers Marc Degryse en Dirk Medved, BRTN-journalist Paul D’Hoore, ex-wielrenner Rudy Dhaenens en Knack-redakteur (en VTM-gezicht) Koen Meulenaere gemeen ? Buiten hun Vlaming-zijn en hun bekendheid bij (een deel van) het Vlaamse publiek uiteraard. Hun interesse voor de beurs en beleggen. Al is het voor sommigen onder hen niet meer een alternatief voor de paarderennen of de lotto. Anderen volgen dan weer heel gepassioneerd de aandelenkoersen.

TRENDS. In welke kategorie mogen we Koen Meulenaere rangschikken ?

KOEN MEULENAERE : Katalogeer mij maar bij de “pure gokkers”. Voor mij is de beurs een soort casino. Ik leerde het beleggerswereldje via kollega’s kennen. Het was het einde van de jaren ’80. In een periode dat nagenoeg iedereen in aandelen belegde en er de mond van vol had.

Ik beleg zeer spekulatief. Als een onvervaard gokker met geld dat ik een poosje kan missen. Maar eigenlijk moet ik in de verleden tijd spreken. Sinds de bouw van mijn huis enkele jaren geleden is er van geldoverschot geen sprake meer. Ik volg nu de beurs enkel nog passief.

RUDY DHAENENS : Zoals veel partikuliere beleggers. Eind jaren ’80 was de modale burger nog bereid wat centen op de beurs te beleggen. Vandaag de dag is onzekerheid troef. De vrees voor wat komen gaat, zet de burger aan zijn spaargeld vastrentend te beleggen. Ook al is de rentevergoeding pover.

MEULENAERE : Het wegblijven van de partikuliere belegger haalt de grilligheid en de onvoorspelbaarheid deels uit het beursgedrag. Ik vind dat een spijtige evolutie.

PAUL D’HOORE : Niets zegt echter dat de partikuliere belegger niet weldra massaal zal terugkeren naar de beurs. Vergelijk het met de jaren zestig en tachtig. Toen lokten verhalen over enorme beurswinsten de burger uiteindelijk ook naar de beurs. Al is de komst van de grote massa vaak een voorteken van het einde van de hausse.

DHAENENS : Een andere reden waarom niet veel meer partikulieren om de beurs aktief zijn, is hun ontgoochelende ervaring met aandelen. Wie op de beurs belegt en plots geld nodig heeft, zal regelmatig aandelen met verlies moeten verkopen. Hetgeen hen met een vastrentende belegging niet overkomt.

Maar hoe dan het sukses van de beleggingsfondsen verklaren ?

DHAENENS : De meeste mensen beschouwen beleggingsfondsen als een vastrentende belegging. Ze weten vaak niet precies in wat ze beleggen. Via beleggingsfondsen, gemengde levensverzekeringen en pensioenspaarfondsen komt zo toch nog veel geld van de partikulier op de beurs terecht.

Naar welke aandelen vloeit uw geld ?

MEULENAERE : Momenteel naar geen enkel. Geen geld, want niet lang geleden gebouwd. Een domme beslissing die ik nu betreur. Het geld dat ik in mijn huis investeerde, is immers dood kapitaal.

Het beneemt jarenlang de financiële vrijheid. Het pint iemand voor eeuwig vast op één plaats. Een meerwaarde eruit halen, zit er ook al niet in. Je verkoopt je huis toch niet (vanwege een emotionele band). En zelfs indien je het wel zou doen, verdien je er niets mee. Rekening gehouden met de rente op de hypoteeklening, met de registratierechten, met de kosten die je door de jaren heen aan het huis hebt…

Anders geformuleerd, naar welke aandelen zou uw geld momenteel vloeien ?

MEULENAERE : Naar aandelen van ondernemingen die financieel in slechte papieren zitten. Ik hou van de “erop-of-eronder”-situaties. Eurotunnel bijvoorbeeld. Euro Disney ook. Clabecq indien de koers verder zou wegzakken.

D’HOORE : Die manier van beleggen noem ik eerder spekuleren of gokken. Ik bedoel dat helemaal niet pejoratief. Maar daarvoor zijn toch maar enkele tienduizenden franken nodig ? Voor amper 42.000 frank kan je al 1000 Eurotunnel-aandelen kopen.

MEULENAERE : Dat is me de moeite niet waard. Als ik op de beurs beleg of beter “spekuleer” dan moet de mogelijke opbrengst in verhouding staan tot het risico dat ik neem. Kan ik niet twee- of driehonderdduizend frank in één keer investeren, dan hoeft het niet voor mij.

Slaap je nog rustig met bijvoorbeeld 5000 Eurotunnel-aandelen in portefeuille ?

MEULENAERE : Waarom niet ? Ik beperk wel mijn mogelijk verlies door te verkopen zodra de koers onder een vooraf bepaalde bodem daalt. Ik maak voor mezelf ook van tevoren uit hoeveel winst ik wil.

Ik bekijk de vergoeding op een spaarboekje en beslis dan “ik wil 12 % winst”. Het aandeel gaat dan ook zonder pardon, spijt of omkijken deur uit van zodra de koers 12 % gestegen is.

Ik beleg niet zoals de meeste andere mensen. Ik lees wel financiële informatie. Maar hou er nauwelijks rekening mee. Ik ben een onvervalste cijfermaniak. Ik kan uren naar een mooi getal kijken. Voor mij is dat kunst. Ook zo met de beurs. Ik hou van de beursbladzijden op teletekst.

En in ga gewoon op cijfertjes af om een aandeel te kopen. Deze zomer zapte ik doorheen deze teletekstbladzijden en maakte een lijstje met interessante aandelen. Het waren Eurotunnel, Euro Disney, Harmony, Eastman Kodak en Boeing. Spijtig genoeg kocht ik ze niet. Vooral de laatste twee bleken voltreffers. Ook al weet ik niet waarom ik Kodak en Boeing op mijn lijstje heb gezet. Alvast niet op basis van fundamentele gegevens.

DHAENENS : Die cijfers zeggen trouwens niets. Een belegger kan nooit veel te weten komen over de onderneming waar hij aandelen van koopt. Het jaarverslag maakt je nauwelijks iets wijzer. Men dekt de cijfers toe en draait beleggers een rad voor de ogen.

Hoe zit het met de “Grote Paul D’Hoore Beleggingsstrategie” ?

D’HOORE : Mijn strategie is aandelen kopen met geld dat ik kan missen. Die aandelen hou ik dan langere tijd in portefeuille. Het betekent echter niet dat ik vies ben van “spekuleren”. Maar ik versta daar niet onder wat Koen Meulenaere doet.

Ik kocht bijvoorbeeld ooit Solvay-aandelen de dag nadat de chemiereus de slechtste jaarresultaten uit de geschiedenis bekendmaakte. En ik verkocht ze enkele dagen later met winst. Ik spekuleerde met sukses op een inzinking na de publikatie van de cijfers en op een snel herstel achteraf.

DHAENENS : Ik zou momenteel in twee zaken beleggen. In deelbewijzen van het Turkish Investment Fund en in put-opties op de Amerikaanse Standard & Poor’s 500-index.

D’HOORE : Turkije ? Wat met het politieke risico ?

En het muntrisico ?

DHAENENS : Het muntrisico is verwaarloosbaar. De Turkse munt blijft niet dalen. Vooral niet nu Europa toenadering zoekt tot Turkije. De Turkse ekonomie groeit en steeds meer toeristen vinden hun weg naar de Turkse bezienswaardigheden en stranden. Turkije is het “nieuwe Spanje” voor zonnekloppers.

Het politieke risico is niet groter of kleiner dan in België. Kijk maar hoe men hier om de haverklap fiskale wetten herroept en aanpast en steeds nieuwe lasten oplegt. Van veel zekerheid is hier ook geen sprake.

Waarom put-opties op de Amerikaanse S&P-500-index ?

DHAENENS : Met die put-opties wil ik inspelen op een korrektie die ik verwacht voor de Amerikaanse beurs. Al kan de terugval nog even uitblijven. Daarom verkies ik put-opties op deze index met afloopmaand augustus of september. Uitoefenprijs 600 punten.

Hoe ziet jullie portefeuille er momenteel uit ?

D’HOORE : Ik bezit nog steeds de aandelen die ik 12 maanden geleden in portefeuille had. Berginvest en Barco bijvoorbeeld. CMB verkocht ik in 1995 om ze enige tijd later tegen een lagere koers terug te kopen. Begin 1995 kocht ik Euro Disney-aandelen tegen 61 frank.

Ik wachtte na de kapitaalverhoging tot de koers opnieuw boven de weerstand op 10 Franse frank of 60 Belgische frank steeg. Een goede beslissing. Enkele weken later kostte het aandeel al 76 frank. Ik verkocht. Dat bleek achteraf dan weer een minder goede beslissing. De koers steeg verder tot boven 100 frank.

MEULENAERE : Ik bezit zoals gezegd geen aandelen meer. Ik wil dan ook langs deze weg een oproep lanceren tot de Cash !-Trends-lezers. Wie enkele miljoentjes te veel heeft, mag ze op mijn rekening zetten. Dan kan ik weer naar hartelust spekuleren.

Mijn spaarcenten die ik overhield na de bouw van mijn huis stopte ik immers in een beleggingsfonds dat de middelen spreidt over een aantal internationale obligaties.

DHAENENS : Kopen na een kapitaalverhoging zoals Paul D’Hoore deed is een strategie die ik al langer toepas. Bijna steeds met sukses. Teken niet in op de nieuwe aandelen wanneer een onderneming het kapitaal verhoogt. Wacht tot de nieuwe aandelen op de beurs genoteerd staan (en meestal lichtjes dalen) om te kopen. Je zal het je niet beklagen. Ik verwacht bijvoorbeeld weldra een kapitaalverhoging bij Clabecq. Koop zodra de operatie achter de rug is. Ik ben ervan overtuigd dat het Waalse Gewest Clabecq niet failliet zal laten gaan.

Bedankt voor de tip. Maar wat zit er in de portefeuille van Rudy Dhaenens ?

DHAENENS : Die is bijna leeg. Ik bezit nog een aantal Alcatel Alsthom-aandelen van vroeger. Maar nu koop ik alleen nog dingen die minstens kunnen verdrievoudigen in waarde op relatief korte termijn.

Onlangs kocht ik 5000 aandelen van een kleine Amerikaanse onderneming, waarvan ik niet weet wat ze doet. Ik weet alleen dat mijn tipgever vermoedt dat dit aandeel van slechts 2 dollar momenteel enkele bij de pinks sheets (kleine, niet op de officiële beurs genoteerde aandelen) terug te vinden weldra op de Nasdaq-beurs zal komen. Met een forse koersstijging tot gevolg. Ik heb al een verkooplimiet gezet op 12 dollar.

Tenslotte bezit ik nog een pakket konverteerbare obligaties van Lernout & Hauspie. Het Belgisch bedrijf voor spraaktechnologie dat recent een plaats veroverde op de Nasdaq-beurs in New York.

Proficiat. De koers is sinds de introduktie al flink gestegen. Een uitstekende zaak voor uw portefeuille.

DHAENENS : Vind je ? Ik voel me “bij de bok gezet” (gefopt, belazerd). Eén maand vóór L&H op de beurs kwam, besliste men dat de konverteerbare obligaties pas mochten worden omgezet in aandelen ten vroegste 180 dagen na de eerste beursnotering. Ik kan niet konverteren, dus ik kan niet verkopen en mijn winst veilig stellen. Toen ik de obligaties twee jaar geleden kocht, was er van een wachttijd geen sprake. Wie garandeert me dat de aandelen binnen enkele maanden nog boven hun konversieprijs zullen staan ?

Wat zijn jullie voorspellingen voor 1996 ?

D’HOORE : Hoe sneller de beurzen verder stijgen, hoe sneller ze weer naar beneden zullen komen. Ik zeg niet dat er een crash komt in 1996. Ik beweer alleen dat een versnelde, verdere opmars het gevaar vergroot. Maar krijgen we een geleidelijke stijging van de aandelenmarkten (bijvoorbeeld met 1 à 2 % per maand), dan is het risico beperkt.

De beurzen zijn mijns inziens niet te duur, vooral niet indien de rente stabiel blijft of nog verder daalt. Ik zie nog geen buitensporig optimisme. Nog geen excessen wat het verhandelde volume aandelen in de VS betreft. Op Wall Street veranderen per dag gemiddeld 400 miljoen aandelen van eigenaar. Dat is niet overdreven veel.

DHAENENS : Ik heb al aangegeven dat ik put-opties zou kopen. Niet onlogisch dus dat ik een terugval verwacht in 1996. Daarnaast reken ik op een forse stijging van de goudprijs. De goudmijnaandelen zijn ondergewaardeerd.

MEULENAERE : Dat gepraat over onder- en overwaarderingen is toch pure “zever”. Sommige aandelen zijn al decennia lang ondergewaardeerd. Wie deze deelbewijzen om die reden kocht, kwam dus bedrogen uit. Ik hoor al jaren vertellen dat Solvay in feite 19.000 frank waard is. Maar ondertussen heeft het aandeel die koers nooit gehaald.

Maar we hadden het over 1996. Ik hoop op een geweldige crash. De Dow Jones-index staat veel te hoog. Amerikaanse aandelen zijn toch al te duur.

Slechts enkele jaren geleden spekuleerde men erover of de Dow door de grens van 3000 punten kon breken. Nu zijn we al aan 5200 punten. Laat de boel maar lekker crashen. Ik hou van spectaculaire bewegingen en onverwachte wendingen. Er moet leven zijn in de brouwerij !

Geert Wellens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content