Begrotingsbeleid zaait generatieconflict

De strategie om via schuldafbouw de vergrijzing betaalbaar te houden voor de volgende generaties ligt in duigen. “De regering moet daarom inzetten op de betalingscapaciteit van die generaties”, zegt Etienne De Callataÿ.

Tijdens het begrotingsconclaaf van afgelopen weekend zijn in België ongeveer 200 baby’s geboren. Dat is relevant, omdat deze 200 nieuwe belastingbetalers samen ongeveer 12 miljoen euro (of ongeveer 60.000 euro per baby) meer bijdragen aan de Belgische overheid dan ze er ooit van terugkrijgen, terwijl je mag verwachten dat het gemiddelde saldo rond nul euro schommelt. Het eerste gehuil van die baby’s kan dus best vertaald worden als ‘dat is niet eerlijk’.

Het is ook niet eerlijk. Deze cijfers komen van de Europese Centrale Bank (ECB) en illustreren dat in de Belgische staatsfinanciën een grove onbillijkheid tussen de generaties geslopen is. De reden is genoegzaam bekend: de vergrijzing, die stijgende lasten op steeds minder schouders laadt. Ook de risico’s of de economische schokken moeten door een steeds kleiner werkend deel van de bevolking worden gedragen. En hoe jonger je bent, hoe hoger de factuur oploopt. De ECB maakte een berekening per geboortejaar (zie grafiek). Wie in 1970 het levenslicht zag, draagt in zijn leven per saldo 10.000 euro bij aan de staatskas. Voor wie vandaag geboren wordt, loopt die rekening op tot 60.000 euro. Dat bedrag loopt nog langzaam verder op voor de volgende generaties.

De Nationale Bank maakte enkele jaren geleden ook al een soortgelijke berekening en kwam tot de conclusie dat onze kinderen tot 20 procent meer belasting moeten betalen om te vermijden dat de overheidsfinanciën helemaal uit de bocht gaan. “De jongste generaties hebben er eigenlijk baat bij om uit de maatschappij te stappen. De solidariteit tussen de generaties wordt wel degelijk zwaar op de proef gesteld. Er is geen intergenerationeel evenwicht”, zegt Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van Itinera Institute.

Het generatieconflict kan verzacht worden als een groot deel van die vergrijzingskosten op voorhand gefinancierd wordt. Budgettaire overschotten, echte zilverfondsen, lagere overheidsschulden, enzovoort. Het geeft de volgende generaties wat respijt. “Een voorfinanciering van een groot gedeelte van de vergrijzingskosten is in onze ogen billijker”, concludeerde de ECB.

Aanvankelijk was dat ook de strategie van de regering. In de stabiliteitsplannen van begin dit decennium werden voor de volgende jaren budgettaire overschotten ingeschreven. En de vergrijzingskosten zouden volgens de eerste rapporten best nog meevallen. Enfin, het leek voldoende om de rentebonus opzij te zetten om de vergrijzing grotendeels op voorhand te financieren. Van die strategie is geen spaander heel gebleven. De vergrijzing valt intussen al veel duurder uit (tot 9,5 procent van het bbp schat de ECB) en van overschotten is nooit iets in huis gekomen.

Een begrotingsevenwicht is intussen door de zware recessie verder af dan ooit. Bovendien zal een aantrekkende economie het tekort niet verminderen, omdat oplopende vergrijzingskosten naadloos de conjuncturele tegenvallers zullen aflossen. De regering maakt ook geen haast om te besparen. Dat zou officieel het herstel de nek kunnen omwringen, maar officieus is er te weinig politiek kapitaal over om de overheidsfinanciën grondig te saneren.

“De strategie van de voorbije jaren om begrotingsevenwichten na te streven, was compleet verkeerd”, zegt Etienne De Callataÿ, hoofdeconoom van Bank Degroof. “Die evenwichten waren te genereus in een omgeving van een sterke economie en dalende intrestlasten. Het evenwicht fungeerde als alibi om niet structureel in te grijpen.”

De Callatay pleit daarom voor een nieuwe strategie. “We kunnen onze kinderen niet langer een lagere overheidsschuld nalaten. Onze erfenis moet daarom bestaan uit een structureel sterkere economie, zodat ze over meer middelen beschikken om de vergrijzing te betalen. De hoofdopdracht wordt om de potentiële groei te verhogen in plaats van blind te mikken op een begrotingsevenwicht. Liever wat later een begroting in evenwicht, als dat geflankeerd wordt door structurele maatregelen die de groei opkrikken. De druk om te hervormen, moet groot blijven. Ik denk bijvoorbeeld aan de invoering van een pensioenmalus om mensen langer aan de slag te houden. Maar een pensioenstelsel hervorm je niet tijdens een begrotingsweekend. Maar doen we dat niet, dan zullen onze kinderen het gebrek aan hervormingen betalen.”

Opinie

Zeg niet ‘besparing’, zeg ‘efficiëntiewinst’, blz. 20

D.K.

“De jongste generaties hebben er eigenlijk baat bij om uit de maatschappij te stappen” (Ivan Van de Cloot)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content