Bedrijven als grondstof

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

De Nederlandse Halder Groep, sinds ’89 actief op de Vlaamse markt, is bij ons nog vrij onbekend. In de loop der jaren kocht en verkocht deze maatschappij hier nochtans al participaties in diverse bedrijven. Deze week nog werd de verkoop van Lapperre afgerond. Welk doel heeft Halder ? Welke strategie ? En welke financiële kracht ?

Sinds 1 juli wordt Lapperre, de Belgische marktleider in hoorapparaten, gecontroleerd door de Zwitserse Phonak Holding (zie kader), die het bedrijf overkocht van gedelegeerd bestuurder Johan Lapperre (75 %) en de participatiemaatschappij Halder Invest (25 %), Belgische dochter van de Nederlandse Halder Groep. Twee jaar geleden had Johan Lapperre, Halder Invest binnengehaald als minderheidsaandeelhouder (25 %) van zijn onderneming.

Sam Alleman, gedelegeerd bestuurder van Halder Invest, noemt de zopas afgeronde verkoop van Lapperre aan Phonak Holding het resultaat van een “moeilijk, soms pijnlijk proces”. Immers : “Wij, als investeringsmaatschappij, kunnen heel koeltjes over zo’n operatie praten en achteraf rustig onze centen tellen. Wij verkopen aandelen. Maar Johan Lapperre verkoopt het bedrijf dat zijn vader heeft gestart.”

Halder Invest is de Antwerpse poot van de Halder Groep, die ruim 300 miljoen Nederlandse gulden beheert voor institutionele beleggers. Halder is sinds 1989 actief op de Vlaamse markt. Het kocht en verkocht in de loop der jaren minder- of meerderheidsparticipaties van E.R.E.A. (transformatoren, nu van Niko, Sint-Niklaas), Delphy Consultants (detachering automatiseringspersoneel, nu van het Britse Admiral), tandwielconstructeur M.C. Watteeuw (nu Baume Marpent & Thirion, Boechout) en SunParcs International (10 % werd verkocht aan Caisse de Depôts et Consignations).

Met de verkoop van Lapperre werd het Vlaamse deel van de portefeuille herleid van 18 tot 11 %. Sinds 1993 controleert Halder met Parnib (de Belgische poot van de Nederlandse Nationale Investeringsbank) elk voor 50 % chocopastaproducent All Crump uit Malle. Einde april jl. sloot Halder een overeenkomst af met Marc Coucke, gedelegeerd bestuurder van Omega Pharma (producent van zonnecrème Uvesol en afslanker Instaslim, beide verdeeld via apothekers) en Alpha Pharma (farmaceutische distributie). Coucke had het bedrijf zwaar in de schulden gestoken om de Nederlandse farmagigant OPG uit het kapitaal te weren. Vandaag controleert Halder een kwart van Couckes bedrijven.

Sam Alleman (Halder Invest) : “Het Belgische aandeel in onze portefeuille is lichtjes gedaald. In principe investeert Halder de helft in Duitsland, een kwart in Nederland en de rest in België.”

Halder Groep streeft dus naar een Belgische portefeuille van 1,5 miljard frank. Dit bedrag zou kunnen stijgen naar 3 miljard frank, als de fondsen van Halder dit jaar verdubbelen zoals verhoopt. Ter vergelijking : de Vlaamse Investeringsvennootschap (Generale Bank), die vooral actief is in de markt van de kleinere ondernemingen, heeft een portefeuille van 2,3 miljard frank.

ORANJE NASSAU.

Halder Holdings BV, moederholding van Halder Invest NV, werd in 1988 afgestoten door de Oranje Nassau Groep, de gewezen mijnexploitant die zich in de jaren zestig ontpopte tot een (met overheidsgeld gespijsde) reconversieholding.

De toenmalige directie van Halder besliste het bedrijf via een management buy out over te nemen. De contracten van de fondsen toen goed voor 130 miljoen gulden gingen mee over naar Halder. Sinds 1989 opereert Halder in Vlaanderen eerst in Gent, vandaag vanuit Antwerpen. Halder Beteiligungsberatung (Frankfurt) opende in 1991.

Halder Holdings bv is een managementvennootschap die 300 miljoen gulden beheert voor derden. Onder zijn funders vinden we de pensioenfondsen van Akzo, Unilever en Rabobank, naast verzekeraars ( Axa, Generali) en andere institutionele beleggers, zoals de Virginia Surety Company (VS) en het het Merseyside Superannuation Fund (VK).

Halder Groep laat zich op zijn zoektocht naar nieuwe projecten leiden door enkele duidelijke principes. Zo participeert het bedrijf níet in beursgenoteerde ondernemingen, noch in vastgoed. In die zin is het bedrijf complementair met zijn funders, die immers zelf beurs- en immobiliënactiviteiten ontwikkelen in Duitsland en de Benelux.

Ondernemingen in de Halder-portfolio hebben een omzet tussen de 400 miljoen en 4 miljard frank. De cashflow en de winst mogen niet rood kleuren. Dat zijn twee redenen waarom starters zoals de Vlaamse hightech-onderneming Cryptech, waarin Halder participeerde en dat in 1992 failliet ging niet (meer) in aanmerking komen voor een participatie.

De deelneming van Halder Groep schommelt per bedrijf tussen 50 en 300 miljoen frank. De Groep streeft naar een participatie van een kwart tot de volledige meerderheid van een bedrijf. Sam Alleman : “Het management moet mee de financiële verantwoordelijkheid dragen. Dat kan via een rechtstreekse participatie of call-opties op aandelen. Een gemeenschappelijk engagement vermijdt dat de onderneming wordt geleid door als ik dat rotwoord even mag gebruiken goedbetaalde loonslaven, die het bedrijf verlaten als ze elders meer kunnen verdienen.”

Alleman en de Antwerpse algemeen directeur Antoine van den Abeele speuren naar kmo’s waarvan de aandeelhouders niet bereid of niet in staat zijn de groei te financieren met nieuwe risicodragende middelen. Dit kunnen onafhankelijke ondernemingen zijn, maar sinds enkele jaren waaide uit de VS een nieuwe trend over. Alleman : ” CEO‘s van grote concerns voelen de hete adem van hun aandeelhouders in de rug en beperken zich tot kernactiviteiten. Hele bedrijfstakken worden verkocht aan het management. De aanwezigheid van financiële partners geeft deze formule meer perspectieven.”

Naast deze MBO’s (waarbij dus een verandering van management gebeurt), richt Halder Invest zich ook tot ondernemers die met een externe partner willen doorgroeien. Van den Abeele noemt de participatie in Alpha Pharma en Omega Pharma als typisch voorbeeld. “Marc Coucke verbreedde de financiële basis van zijn onderneming met extern kapitaal,” vertelt hij. “Hij kan groeien zonder dat hij elk moment achterom moet kijken. Hij kan zich 7 à 10 jaar bezinnen over de toekomst van zijn onderneming.”

Halder Holdings is geen evergreens fund. Langetermijninvesteringen zijn taboe. De samenwerking met Vlaamse ondernemingen duurt gemiddeld 6 jaar. In het geval van Lapperre werd de onderneming 2 jaar na de Halder-participatie van de hand gedaan. Alleman : “We konden gerust nog vijf jaar blijven. De trein liep lekker door, terwijl Johan Lapperre een overnemer zocht voor zijn bedrijf. Lapperre was, omdat we er relatief snel ons geld konden uithalen, een mooie investering. Maar wij stuwen een onderneming niet naar een overname. Zelfs niet als we in de meerderheid zijn. Stel dat wij vandaag aan honderd kopen en overmorgen tegen de zin van het management aan 300 verkopen. Dit verhaal verspreidt zich dan als een lopend vuurtje en onze rol is uitgespeeld. Wij zijn geen traders, maar partners.”

WINSTGEVEND VLAANDEREN.

Precieze cijfers wil Alleman niet kwijt, maar goed geïnformeerde waarnemers schatten het rendement van de Vlaamse investeringen op (jaarlijks) gemiddeld 25 %. Halder Groep streeft voor zijn aandeelhouders een nettorendement van 15 tot 18 % na. Alleman : “Een onderneming als de onze mag zich niet blindstaren op die Belgische cijfers. Het continue rendement is belangrijker dan enkele toevalstreffers.”

Volgens van den Abeele is ons land een groeimarkt. Want : “Door de internationalisering van de kapitaalmarkten krijgt België een geweldige impuls. Enerzijds zullen KMO’s willen doorgroeien met het oog op een buitenlandse overname. Aimé Desimpel is op dat vlak een schoolvoorbeeld. Anderen opteren dan weer voor een zelfstandige strategie in het buitenland. In beide gevallen kunnen participatiemaatschappijen in een overgangsfase een doorslaggevende rol spelen.”

Risicofinanciering blijft in België momenteel een marginale activiteit. Volgens een recente studie van de European Venture Capital Association nam de Belgische durfkapitaalmarkt vorig jaar met 4,3 miljard frank investeringen de achtste plaats in op de Europese ranglijst. Nederland stond met 20 miljard op nummer vier.

De privé-sector speelt in België een tweederangsrol als durfkapitalist. De Vlaamse overheidsholding Gimv neemt bijna de helft van de investeringen voor zich. Haar rol als financier van starters (67 miljoen in 1995) is volgens Sam Alleman zelfs “onontbeerlijk”.

Alleman, die in een vorig leven een topfunctie bekleedde bij de Nationale Investeringsbank, een publieke holding bij onze noorderburen : “De overheid kan, zeker in de aanvangsfaze van een nieuwe evolutie, een rol spelen op de markt van het durfkapitaal. Uiteraard is de Gimv een concurrent. Maar de holding heeft ook een voorbeeldfunctie. Eénmaal Vlaamse ondernemers het nut van een participatiemaatschappij beseffen, zal de acceptatie toenemen. In Nederland deed zich met NIB hetzelfde voor.”

Van den Abeele wijst trouwens op het belang van familiale holdings : “Zij zijn hier erg sterk in vergelijking met Nederland en vervullen de rol van participatiemaatschappijen. Toch zullen ze op een bepaald moment worden geconfronteerd met opvolgingsproblemen. In Nederland werd de rol van de familiale investeerder overgenomen door de institutionelen. Dat fenomeen zal zich in Vlaanderen ook voordoen.”

Toch betreurt van den Abeele een zeker conservatisme. “Vlaamse ondernemers werken nog te veel met de idee dat ze hun zaak moeten doorgeven aan hun kinderen,” stelt hij. “Die emotionele motivatie is geen goede zaak voor het bedrijf, noch voor het patrimonium. In zo’n geval kan de patron beter het bedrijf en het patrimonium afsplitsen, zodat ze beide professioneel kunnen worden beheerd. Dit is een internationale trend. Bedrijven zijn commodities. Grondstoffen worden best behandeld door de degenen die er in een bepaalde fase de meeste toegevoegde waarde aan geven. Voor een beginnende onderneming is dit de familiale patron, later eventueel gevolgd door een institutionele belegger, een grotere groep of de beurs.”

De Vlaamse Halder-man kijkt ietwat meewarig aan tegen de Vlaamse en de federale overheid, die de kmo-financiering willen steunen. “De beste stimulans voor onze bedrijven is een globale verlaging van de fiscale en parafiscale lasten,” zegt hij. “Allerlei kleine maatregelen zetten weinig zoden aan de dijk. Met homeopathische geneesmiddelen roei je geen kankergezwel uit.”

HANS BROCKMANS

SAM ALLEMAN EN ANTOINE VAN DEN ABEELE (HALDER INVEST) Bedrijven zijn grondstoffen. Ze worden best behandeld door degenen die er de meeste toegevoegde waarde aan geven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content