BEDRIJFSLEIDERS VERWERPEN DI RUPO II

Ondernemers en CEO’s geven de regering-Di Rupo een bijna beschamende 3,7 op 10. Bij de verkiezingen van 2014 richt ruim de helft van de bedrijfsleiders zich naar de N-VA. Dat leert een exclusieve Trends-enquête.

Jan De Nul, Luc Bertrand, Jos Vaessen, Nicolas Saverys… allemaal waren ze de voorbije maanden ongemeen hard voor de regering-Di Rupo. Ze voelen zich geviseerd door de belastingverhogingen en ergeren zich aan de stiefmoederlijke behandeling van de concurrentiekracht. De modale bedrijfsleider zit op dezelfde lijn als de captains of industry. Een exclusieve enquête die Trends afnam bij CEO’s en ondernemers (zie kader De respondenten in kaart) leert dat zij vinden dat de regering-Di Rupo er een is om snel te vergeten en dat ze geen herkansing mag krijgen. Gevraagd naar hoe ze de federale regering beoordelen op een schaal van 1 tot 10 geeft 64 procent van de bedrijfsleiders een score lager dan vijf. De gemiddelde waarde is een weinig fraaie 3,7 op 10. De Vlaamse regering scoort een stuk beter: 5,7 gemiddeld. Slechts 23 procent van de respondenten geeft die regering een onvoldoende.

Al is het wel zo dat minister-president Kris Peeters populairder is dan zijn regering. Voor 48,6 procent van de ondernemers mag het CD&V-kopstuk volgend jaar opnieuw minister-president worden, terwijl maar een goede 30 procent een voortzetting van deze Vlaamse regeringsploeg ziet zitten.

De federale regering van PS, CD&V, MR, sp.a en Open Vld is daarentegen niet voor herhaling vatbaar. 74 procent ziet een voortzetting van die regering niet zitten, tegenover 38,1 voor de Vlaamse regering. 75 procent wil niet meer weten van Elio Di Rupo als premier.

Bart De Wever eerste minister

Die kritische houding ten opzichte van de federale regering vertaalt zich ook in de kiesintenties. Als er nu federale verkiezingen waren, zou 51,4 procent van de respondenten voor de N-VA stemmen. Voor Vlaamse verkiezingen zou het aantal N-VA-stemmen in dezelfde ordegrootte uitkomen. Open Vld komt met 22,7 procent op een tweede plaats. CD&V (8,2 %), Groen (2,4 %) en de sp.a (1,5 %) staan niet op de foto. Het stemgedrag voor de Europese verkiezingen sluit wel dichter aan bij wat de recente peilingen uitwezen: 32,1 procent voor N-VA.

In het verlengde van het kiesgedrag wenst 39,5 procent van de ondervraagde bedrijfsleiders dat N-VA-voorzitter Bart De Wever de volgende federale regering leidt. Op respectabele afstand volgt Kris Peeters (21,2 %). Naast de lijst van kandidaten die Trends voorlegde — met onder anderen Alexander De Croo (8,2 %) en Johan Vande Lanotte (4,9 %) — konden de respondenten eventueel ook een andere naam invullen. Daar dook de naam van staatssecretaris Maggie De Block (Open Vld) het meest op. Voor de volgende Vlaamse regering geven de bedrijfsleiders de voorkeur aan Kris Peeters (33,8 %) als minister-president, gevolgd door Bart De Wever (28,2 %).

Loonkosten en nog eens loonkosten

Trends vroeg de ondernemers ook wat dé sociaaleconomische thema’s voor de volgende legislatuur zijn. De verlaging van de loonkosten en het herstel van het concurrentievermogen steken er met kop en schouders bovenuit. Respectievelijk 81 en 78 procent vindt dat prioritair. De twee thema’s zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een betere concurrentiekracht komt er via lagere loonkosten. Een verlaging van de energiekosten (prioritair voor 3,5 % van de ondernemers) of meer ondersteuning voor innovatie en vorming (4,2 %) is veel minder belangrijk. Volgens Unizo-topman Karel Van Eetvelt zijn veel ondernemers in hun wiek geschoten omdat de regering-Di Rupo het loonkostenprobleem steevast blijft minimaliseren. Het gebrek aan een concurrentiebeleid is er volgens hem dé oorzaak van dat de premier slecht scoort bij ondernemers (zie kader ‘Eigenlijk is 100 procent voor lagere lasten op arbeid’)

De enquête werd eind november afgenomen, op het moment dat de onderhandelingen over een nieuw concurrentiepact bezig waren. Toen al ging bijna een meerderheid (48 %) van de ondernemers ervan uit dat zo’n pact niet tot tastbare resultaten zou leiden. Andere belangrijke thema’s voor de volgende legislatuur zijn een efficiëntere overheid en lagere belastingen. Een staatshervorming is van secundair belang.

Liever geen hogere btw

Lastenverlagingen dus. Maar dan heeft de overheid minder inkomsten. Hoe moeten die gecompenseerd worden? 89,6 procent van de respondenten ziet dat gebeuren via een daling van de overheidsuitgaven. Voka-topman Jo Libeer vindt hier steun voor het pleidooi van de Vlaamse werkgeversorganisatie om het overheidsbeslag te doen dalen van 54 procent van het bbp naar 48 procent (zie kader ‘Ons groeiplan geeft de juiste weg aan’). De financiering door nieuwe fiscale maatregelen is voor de bedrijfsleiders geen optie, want dan blijft de fiscale druk even hoog. Bedrijven vrezen dat ze dan opnieuw het gelag betalen.

Als er dan toch fiscale maatregelen nodig zijn, dan kiezen de respondenten voor een vermogensbelasting (44,9 %) of een beperking van de notionele-intrestaftrek (43,5 %). Slechts 13 procent vindt een hogere btw aanvaardbaar. Dat laatste heeft wellicht te maken met de samenstelling van de respondenten. Zij komen voor 54 procent uit de sectoren van binnenlandse vraag: de bouw, de horeca, de kleinhandel en vrije beroepen. Dat verklaart de vrees voor aantasting van koopkracht door btw-verhogingen.

ALAIN MOUTON, ILLUSTRATIE JENS CLAESSENS

“Veel ondernemers zijn in hun wiek geschoten omdat de regering het loonkostenprobleem blijft minimaliseren”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content