Bankimero’s MAKEN ZICH GROOT

“De toestand is nu zo ernstig dat de kleinere banken absoluut hun belangen moeten verdedigen.” Landbouwkrediet en Argenta dreigen uit Febelfin te stappen. Ze klagen dat de vier Belgische grootbanken de kleinere spelers verpletteren in de beroepsorganisatie. Zo willen de kleintjes niet opdraaien voor de crisisbelasting.

Het machtsevenwicht binnen Febelfin, de koepelorganisatie van de Belgische banken, staat onder druk. Kleinere financiële instellingen klagen dat de vier grootbanken – KBC, Dexia, BNP Paribas Fortis en ING – het volledige zeggenschap hebben. Ergens is dat logisch, ze vertegenwoordigen samen 80 procent van de Belgische markt.

De crisis veroorzaakte ernstige spanningen in het gebeitelde Febelfin-huishouden. De 100 kleinere banken in ons land pikken het niet langer dat hun standpunt onvoldoende gehoord wordt tijdens de discussies over de crisisbestrijding. “De maatregelen zijn steevast op maat van de grootbanken. De specifieke kenmerken van de kleinere banken worden niet in rekening genomen”, verduidelijkt Luc Versele, de topman van het Landbouwkrediet.

“Pas op, ik benijd de grootbanken niet hoor. Maar het wordt dringend tijd dat de kleinere financiële instellingen hun eigen belangen beginnen te verdedigen, zowel bij de politiek als bij de publieke opinie. Anders dreigen we de dupe te worden van de crisis die de grootbanken veroorzaakt hebben.”

Samen met Leon Heymans, directievoorzitter van Argenta Bank, bindt Versele de kat de bel aan. “Ik heb er een gloeiende hekel aan om telkens vanuit een minderheidspositie te moeten discussiëren”, vat Heymans de situatie bij Febelfin samen. “Ik zal er dan ook alles aan doen om daaruit te raken.”

LUC VERSELE (LANDBOUWKREDIET). “Het populistische adagium dat de banken de crisis hebben veroorzaakt en dat ze dus ook de crisis moeten betalen. Alle banken worden over dezelfde kam geschoren. Ook de kleinere instellingen die de crisis niet hebben bewerkstelligd, worden nu geconfronteerd met een crisisbelasting. De nieuwe bankentaks van de regering heeft niet te onderschatten gevolgen. In een eerste fase besliste het kernkabinet om de bescherming van de spaarder op te trekken van 20.000 naar 100.000 euro. De bijdrage die de banken moeten betalen om het depositogarantiefonds te spijzen, steeg in 2009. En nog geen klein beetje.”

LEON HEYMANS (ARGENTA). “In 2009 is de bijdrage van Argenta gestegen van 3 naar 10 miljoen euro. En als gevolg van de nieuwe programmawet stijgt onze bijdrage de volgende jaren naar 30 miljoen euro. De regering heeft niet alleen beslist om de spaarders beter te beschermen dan vroeger, maar ook om de banken zelf te behoeden voor crisissen. Voor dat laatste wordt ook een financiële bijdrage gevraagd die we vanaf nu elk jaar moeten betalen. Alles bij elkaar gaat het om een taks van vijftien basispunten, berekend op de totale hoeveelheid spaargeld van de klanten die elke bank bijhoudt.”

Klinkt logisch.

HEYMANS. “Voor Argenta gaat het jaarlijks om 30 miljoen euro, op een nettowinst van 68 miljoen euro. Stelt u zich dat eens voor.”

En wat hebben de grootbanken precies verkeerd gedaan?

VERSELE. “De overheid zit sinds de crisis met een enorm gat in de begroting en heeft gezegd dat ze aanvankelijk een beroep wou doen op twee sectoren om met geld over de brug te komen. De banken en de elektriciteitsproducenten. Met die laatste duurt de discussie voort, maar tussen de bankenkoepel Febelfin en het kernkabinet heeft er nooit een ernstig debat plaatsgevonden. Het was zwijgen en goedkeuren, want de grootbanken hingen compleet in de touwen en hadden net staatssteun gekregen. Het ergste is dat de kleinere banken nooit hun standpunt konden kenbaar maken bij de minister. De jaarlijkse taks van 15 basispunten op de spaardeposito’s is ons door de strot geduwd.”

HEYMANS. “Waanzinnig, noem ik het. Het zijn dan nog de politici zelf die ons hebben verwittigd dat die taks op komst was. Van Febelfin, onze eigen beroepsorganisatie, hadden we daar nog niks over vernomen. Dat is een serieus punt van wrijving geweest, maar ondertussen zitten we er wel mee. De politici hebben de maatregel goedgekeurd en de kleinere banken kunnen nu alleen maar proberen om daaraan iets te doen.”

Hoe?

VERSELE. “We hebben in eerste instantie geprobeerd om de bevoegde politici te ontmoeten om onze bezorgdheden aan te kaarten. Maar het kernkabinet liet weten dat het alleen oor had naar het eensluidende standpunt van Febelfin. Later heeft de minister van Financiën, Didier Reynders, laten weten dat hij bereid is om de nieuwe bankentaks te herzien, op voorwaarde dat de sector zelf met een bruikbaar voorstel op de proppen komt. Het gaat om een zeer complexe kwestie. Zomaar alle banken de leeuwenkuil in gooien om het onder elkaar uit te vechten, vind ik te gemakkelijk.”

Maar u gaat in op de oproep van minister Reynders?

HEYMANS. “Absoluut. De kleinere banken hebben al enkele voorstellen gelanceerd om de nieuwe bankentaks op een andere leest te schoeien. Nu is het wachten op de ideeën van de grootbanken. Afwachten wat de discussie de komende weken oplevert. Veel tijd is er niet, want het is niet de bedoeling dat we hier eindeloos over blijven doorbomen. Nog vóór de zomer zou er duidelijkheid moeten zijn.”

Kunt u al iets concreter zijn over de ideeën van de kleinere banken over de bankentaks?

VERSELE. “Het is een feit dat de financiële crisis tot een begrotingsdeficit leidde. Deoverheidssteun aan de financiële sector alleen al liep in België op tot bijna 27 procent van het bruto binnenlands product. Daarmee torent ons land uit boven het Europese gemiddelde van 12,6 procent van het bbp. De Belgische overheid moet dus een gigantische hoeveelheid geld zien te recupereren. Als ze daarvoor enkel en alleen in de richting van de banken kijkt, lukt het niet. Elke sector moet meehelpen om het gat in de begroting te helpen dichten. De inspanningen die gevraagd worden van de financiële sector zijn veel te hoog. Zeker voor de kleinere banken. Wij liggen niet aan de oorzaak van de crisis, maar we riskeren om er op termijn de dupe van te worden.”

U pleit dus voor een bankentaks op maat. Dat impliceert dat de kleinere banken minder bijdragen en dat de grootbanken dieper in de buidel moeten tasten. Een compromis vinden, lijkt hopeloos.

VERSELE. “De overheid verlangt dat de banken 390 miljoen euro per jaar betalen. Dat is niet realistisch. Dat bedrag moet herzien worden. De modaliteiten van de bankentaks ook. Het kan toch niet dat die taks alleen berekend wordt op het spaargeld dat de Belgen bijeengespaard hebben? Om het gat in de begroting te dichten dan nog. Hetrisicoprofiel van elke individuele bank moet de basis vormen voor de berekening van de bijdrage die hij moet leveren. Een systeembank die de hele economie dreigt mee te sleuren als ze in de problemen komt, moet een grotere bijdrage leveren dan een kleinere spaarbank. Die vormt nu eenmaal geen levensbedreigend risico voor de nationale economie.”

Hoe wilt u het risicoprofiel van elke individuele bank bepalen?

HEYMANS. “Dat is het hoofdpunt van de discussie. We merken dat er een brede gedachtekloof is tussen de kleinere banken en onze collega’s bij de grootbanken.”

VERSELE. “Het risicoprofiel van een bank is een complex gegeven. Er zijn heel veel elementen die bij de berekening komen kijken: solvabiliteit, liquiditeit, kredietrisico’s, noem maar op. De kleinere banken beschikken over een aantal zeer goede denktanks. Ik ga er dus prat op dat we een economisch verantwoorde formule kunnen uitdokteren. Het is niet de bedoeling dat we op de proppen komen met zomaar iets dat goed in ons kraam past.”

In politieke kringen circuleerde er een scenario om de nieuwe bankentaks te berekenen volgens twee criteria. De spaardeposito’s en de hoeveelheid middelen die elke bank ophaalt op de interbancaire markt.

HEYMANS. “Dat is de enige goede en gezonde economische logica. Je ziet dat ook in Duitsland, Amerika of Frankrijk. Zij spelen met de gedachte om de externe, interbancaire funding van elke bank als basis voor een taks te nemen. In het buitenland wordt zelfs gedacht aan takssystemen om sparen te belonen, in tegenstelling tot de Belgische bankentaks, want dat geeft stabiliteit.”

Professor Paul De Grauwe suggereert dat de Belgische bankentaks een manoeuvre van de grootbanken was. Een belasting op de spaardeposito’s kunnen ze doorrekenen aan de consument, zeker als marktleiders, in tegenstelling tot een taks op de interbancaire funding.

HEYMANS. “Ik denk dat er veel wijze woorden zitten in wat professor De Grauwe zegt. Ik was er niet bij toen Febelfin en de politici onderhandelden over de nieuwe bankentaks. Maar ik denk er het mijne van. Zelfs de politici hebben vragen bij de uitkomst van het debat over de bankentaks. Ze vragen ons waarom het standpunt van de kleinere banken niet gehoord werd. Ik vind dat zeer vreemd. (stilte) Zeer vreemd.”

Wat gebeurt er als de grootbanken en hun kleinere tegenhangers niet tot een akkoord komen over de bankentaks?

VERSELE. “Het is niet de bedoeling om een alibi te creëren dat ons toelaat om uit Febelfin te stappen. Integendeel. We proberen om binnen onze koepelorganisatie een oplossing te zoeken. Maar als het niet lukt, dan moet het erbuiten gebeuren. De toestand is nu zo ernstig dat de kleinere banken absoluut hun belangen moeten verdedigen.”

HEYMANS. “Wij zijn zeker bereid om wat water bij de wijn te doen, maar we moeten er wel beducht voor zijn dat er uiteindelijk alleen nog maar water overblijft. Met slechts een klein beetje wijn. Mocht dat het geval worden, dan volgen we desnoods onze eigen weg. Liefst met een groep van gelijkgezinden.

“Er zijn wel degelijk alternatieven voor Febelfin. Er bestaat zoiets als een Europese spaarbankenvereniging. Wat daar gebeurt, de manier waarop daar gewerkt wordt, dat is veel meer compatibel met de waarden van de Belgische spaarbanken. Ik vind dat we dat scenario absoluut moeten bestuderen, waarmee ik niet wil zeggen dat de kleinere banken Febelfin absoluut moeten verlaten. We kunnen toch gerust samenwerken met twee koepelorganisaties, waaronder een Europese?”

Argenta was tot voor kort geen lid van Febelfin en nu wil de bank aan frontvorming doen met andere kleinere spelers?

HEYMANS. “Argenta heeft inderdaad altijd een zekere onafhankelijke opstelling gehandhaafd en dat willen we ook zo houden. Maar we hebben ingezien dat we ons niet afzijdig mogen houden van de sectordebatten. Argenta is de vijfde grootste bank in België. Bij de kleinere spelers ondervinden wij dus de zwaarste impact van de nieuwe bankentaks. Het is dan ook logisch dat we zoeken naar een collegiale samenwerking.”

Wat is nu de stand van zaken binnen Febelfin?

VERSELE. “Er is duidelijk al meer aandacht voor de specifieke kenmerken van elke ledengroep. We hebben met de spaar- en netwerkbanken een eerste voorzichtige stap in de goede richting kunnen doen. Binnen de structuur van Febelfin hebben de kleinere banken nu twee vertegenwoordigers in het hoogste beslissingsorgaan: Piet Verbrugge, de topman van Delta Lloyd Bank, en ikzelf. Piet wordt bovendien afgevaardigd naar de politici en naar de andere decision makers, als de specifieke belangen van de spaar- en netwerkbanken op het spel staan. Voor ons is dat heel belangrijk. Het gaat hier niet alleen over de nieuwe bankentaks, maar ook over de hoge bonussen, de gigantische ontslagvergoedingen, enzovoort. Allemaal zaken die heel erg onder vuur liggen tegenwoordig, maar waar wij als kleine banken weinig of geen uitstaans mee hebben.

“Bankiers worden steevast over één kam geschoren. Bij de publieke opinie worden we stilaan vereenzelvigd met mensen die zich jaren verrijkt hebben door onverantwoorde risico’s te nemen om vervolgens te verdwijnen met een gouden parachute. Het gevolg is dat alle nieuwe wetten en reglementen voor de financiële sector geënt zijn op zulke prototypes. Er is echter een duidelijk verschil tussen de werking van sommige grootbanken en die van de kleinere spaarbanken. We spelen niet altijd in dezelfde divisie. Dat willen we duidelijk onder de aandacht brengen.”

Met of zonder Febelfin?

VERSELE. “We proberen de kerk in het midden te houden. Febelfin heeft heel wat bekwame medewerkers en levert zeer goed logistiek werk. Dat is voor de kleinere leden van de koepelorganisatie natuurlijk heel belangrijk. Wij beschikken niet over grote equipes om alles wat er op de financiële sector afkomt, grondig te bestuderen. De komende jaren zullen we heel veel moeten slikken: nieuwe regelgeving, strengere kapitaalvereisten, scherpere controle, enzovoort. Daarin speelt Febelfin een goede rol.”

HEYMANS. “Inderdaad. In heel wat nieuwe wetteksten die op ons afkomen, is het woord spaarbank slechts een voetnoot. Wij hebben geen kanonnen van lobbymachines, maar het is belangrijk dat er rekening met ons wordt gehouden.”

U klaagt dat de politiek en de publieke opinie alle bankiers als één pot nat beschouwen. Wat vindt u ervan dat nogal wat voormalige toplui van ei zo na gekapseisde grootbanken druk bezig zijn met het verzamelen van bestuursmandaten?

VERSELE. “Ik moet zeggen dat ik me daar soms wel vragen bij stel. Het is eigenlijk de taak van de ondernemingen die zulke mensen in hun rangen opnemen om uit te maken of dat bij hun waarden past. Voor ons als buitenstaander is het moeilijk om ons daarover uit te spreken of om een oordeel te vellen over wat er precies gebeurd is bij de grootbanken. Voor mij gaat het nu vooral om de toekomst van de banken en om het bankbestel in België te verzekeren. Ik denk dat we daarop moeten focussen. Natrappen is niet de aangewezen strategie.”

U blijft er rustig onder.

VERSELE. “Wat ik wel veel erger vind, is het feit dat grootbanken – in België en elders ter wereld – jaren aan een stuk producten hebben verkocht die eigenlijk niet zo koosjer waren, maar waar ze grote winsten mee gemaakt hebben. Daardoor konden ze dan weer andere producten aanbieden aan de consument tegen heel voordelige voorwaarden. Kleinere banken, die altijd heel voorzichtig gehandeld hebben, zijn daar de dupe van geworden. Door de agressieve handelswijze van de grootbanken haalden wij minder goede resultaten en een minder groot marktaandeel.

“Ten tweede, toen de crisis uitbrak, hebben veel grootbanken staatssteun gekregen. Op een bepaald moment hebben ze die overheidssteun zelfs uitgespeeld. Grootbanken met steun waren veiliger voor de consument dan banken zonder steun, heette het. Ik hoop maar dat de kleinere banken niet voor een derde keer de dupe van het verhaal worden, als gevolg van de nieuwe bankentaks. Dat moeten we tot elke prijs vermijden.”

Is het intellectueel eerlijk om de grootbanken met alle zonden van Israël te beladen? Er zijn kleine instellingen genoeg die ook in de problemen kwamen als gevolg van de crisis.

HEYMANS. “Niks is het monopolie van de één of de ander natuurlijk. Maar spaarbanken hebben wel de eigenheid om te werken met cliënten die ze kennen, met wie ze een langetermijnrelatie nastreven. Ook ons distributiemodel is afgestemd op de lange termijn. Kortom, bij ons heerst vertrouwen. Mensen begrijpen waarmee wij bezig zijn. Wij halen spaargeld op en we zetten dat om in hypothecaire leningen.”

Winnen de kleinere banken dan aan belang ten nadele van de grootbanken?

VERSELE. “Ik ben niet zo optimistisch over de toekomst van de kleinste spelers. Veel grootbanken worden nu door Europa verplicht om zich meer dan vroeger toe te spitsen op hun thuismarkt. Ik verwacht dan ook zeer agressieve concurrentie vanuit die hoek in de komende maanden en jaren. Grootbanken hebben veel meer wapens in huis dan hun kleinere tegenhangers om de strijd heel lang te kunnen volhouden. Dat gegeven, naast de nieuwe regelgeving voor de banken, kan wel eens een consolidatiegolf bij de kleinste banken veroorzaken.”

Het valt op dat ook het Landbouwkrediet en Argenta toenadering zoeken. Argenta stelt binnenkort zijn kapitaal open voor particulieren en ook het Landbouwkrediet heeft coöperatieve aandelen. Een oorlogskas om samen een overname te kunnen doen? Enkele KBC-onderdelen liggen voor het grijpen.

HEYMANS. “Als wij een coöperatieve oprichten, is dat niet met de bedoeling om een overname te doen. De coöperatieve filosofie past gewoon bij de waarden en de strategie van Argenta. We willen ook niet na-apen of iets dergelijks. Onze kantoorhouders zeggen al langer dat ze meer betrokken willen zijn bij het bedrijf waarvoor ze werken.”

Speelt u met het idee om de krachten te bundelen, los van een overname?

HEYMANS. “Absoluut. Er is een aantal punten waar we elkaar kunnen vinden. Er is zeker meer synergie mogelijk. Voor informatica bijvoorbeeld of voor andere onder-steunende activiteiten.”

VERSELE.(onderbreekt) “We behouden natuurlijk onze eigen strategie, onze eigen benadering van de markt, onze eigen waarden en onze eigen cultuur. Het Landbouwkrediet en Argenta liggen niet zo ver uit elkaar. Maar trouwen? Dat is iets anders.”

HEYMANS. (valt uit de lucht) “Was dat de achterliggende vraag, of wat?” (gelach)

En wanneer wordt sparen weer aantrekkelijk voor de particulier?

VERSELE. “Dat zie ik niet meteen gebeuren. Er is eenvoudigweg geen ruimte om de rente op spaarboekjes te verhogen. Bovendien staan de rentevoeten erg laag en ik denk dat dat nog een tijdje duurt.”

Door celine de coster, fotografie pat verbruggen

“Het risicoprofiel van elke individuele bank moet de basis vormen voor de berekening van de bijdrage die hij moet leveren”

Luc Versele (Landbouwkrediet)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content