‘Bankiers zijn met geen vinger aangeraakt’

De Amerikaanse politiek is in de greep van grote bedrijven. Die worden op hun beurt gecontroleerd door dominante, verwaande en overbetaalde managers. “Het bedrijfsleven in Amerika vergelijken met een dictatuur is niet zo vreemd. We betalen daar als maatschappij een hoge prijs voor.”

Aan het woord is niet de linkse senator Bernie Sanders, maar de aristocratische aandeelhoudersactivist Robert Monks (82). “Corporate America legt geen verantwoording af en doet waar het zin in heeft”, zegt Monks in een gesprek op zijn landgoed in de staat Maine. “Het is aan eigenaren van ondernemingen om veranderingen af te dwingen bij hun bedrijven. Het eigendom is in de jaren zeventig uit handen gegeven aan partijen die elke verantwoordelijkheid ontlopen.”

Het stokpaardje van Monks zijn aandeelhoudersrechten. Hij strijdt er al jaren voor. Monks meent dat managers vrij spel hebben gekregen ten koste van aandeelhouders. In de Verenigde Staten staan aandeelhoudersrechten in de kinderschoenen. Maar grote beleggers als Blackrock en publieke pensioenfondsen lijken te ontwaken. Europa voert bovendien de druk op om de toplonen te matigen en de wereld van beursgenoteerde bedrijven in de VS te ‘democratiseren’. Onlangs besloot Apple net als Bank of America, Citigroup, General Electric, Coca-Cola en Microsoft grote aandeelhouders te laten meepraten over de samenstelling van de top.

“Ik ben blij met die nieuwe activiteit van aandeelhouders”, zegt Monks. “Maar slechts een handvol partijen staat op. De meeste veranderingen die worden toegezegd, zijn een fictie. Ze zijn vooral bedoeld om mensen zich goed te laten voelen.” De vermogende Republikein wordt gezien als de belangrijkste voorvechter van transparantie en goed ondernemingsbestuur in Amerika. De ‘godfather van corporate governance’ en de ‘messias van de activistische beweging’ is hij genoemd. Monks blijft liever met beide voeten op de grond.

Geen concreet resultaat

“Ik strijd daar al meer dan dertig jaar voor. Maar ik moet eerlijk zijn. Ik kan geen enkel concreet resultaat laten zien. Ik ben tevreden over mijn leven, maar ik waarschuw studenten wel altijd dat dit geen goede carrièrestap is als je houdt van positieve feedback.” Na enig aandringen zegt Monks: “Er is wel wat veranderd. De woorden ‘corporate governance’ zijn ingeburgerd. Ze maken deel uit van de gemeenschappelijke taal en van ons onderwijs. Intussen wordt wel geaccepteerd dat machthebbers verantwoording verschuldigd zijn.”

In zijn jongste boek, Citizens DisUnited, betoogt Monks dat bedrijven met passieve aandeelhouders gemiddeld een significant lager rendement boeken dan bedrijven waar de eigenaren gezag uitoefenen over het management. Toch laten indexbeleggers als Vanguard, bedrijfspensioenfondsen, institutionele beleggers en Amerikaanse universiteitsfondsen hun stem nauwelijks horen, zegt Monks.

“Er zijn overal belangenconflicten. Vanguard wil kosten besparen en blijft afzijdig. Ik spreek Harvard al jaren tevergeefs aan op zijn zelfverklaarde ethiek. Een klassiek voorbeeld: bij HP zag de toenmalige topvrouw Carly Fiorina dat Deutsche Bank in 2002 tegen de overname van Compaq wilde stemmen. Ze belde meteen en dreigde geen zaken meer te doen met de zakenbank. Ze waren meteen overtuigd.”

Met zijn aandeelhoudersactivisme was Monks zijn tijd vooruit. Het oldboysnetwerk in de VS is sterk gebleken. Topmannen blijven vaak in het pluche zitten, ook al hebben ze niet de steun van een meerderheid van de aandeelhouders. Bestuursleden rekruteren meestal zelf hun nieuwe collega’s. Monks hekelt de arrogantie van de macht. “Ik was bestuurslid van Tyco. Ik waarschuwde dat het bedrijf de verkeerde kant op ging. Ze hebben me gevraagd te vertrekken. Ik kan je vertellen dat het goed voelde toen mensen de gevangenis in gingen. Je hebt mensen nodig die de confrontatie aan durven te gaan. Dat begint bij een onafhankelijke bestuursvoorzitter.” Die hebben heel veel Amerikaanse ondernemingen niet. De CEO is vaak ook de voorzitter. “Dan kun je in mijn ogen wel die hele raad van bestuur afschaffen.”

Bonus

Aandeelhouders kunnen niet kritisch genoeg zijn, want volgens Monks komt misbruik – aangejaagd door bonussen – veel voor. “Er is een neiging mensen met dezelfde etnische kenmerken en opleiding blind te vertrouwen. In het bedrijfsleven komen mensen weg met moord. Er is een zeer verontrustende Amerikaanse statistiek. Uit onderzoek bleek dat 70 procent van de financieel directeurs instemt met gerommel in de boekhouding als ze daardoor een bonus kunnen ontvangen.”

In een boek over zijn leven wordt de domineeszoon omschreven als een traitor to his class, een verrader. Monks komt uit een familie met wortels die reiken tot de Pilgrim Fathers, een 17de-eeuwse groep Engelse kolonisten. Zijn familie was ooit de grootste houder van aandelen van General Electric. Zijn vrouw Millicent stamt af van de vermogende familie Carnegie. Dat Monks zijn afkomst zou verloochenen door te schoppen tegen de schenen van machthebbers in het bedrijfsleven, doet hij af als onzin. Theodore Roosevelt, de president die dapper monopolies brak, en zijn neef Franklin Delano Roosevelt, de president die gewone Amerikanen vooruithielp met de New Deal, deden dat ook. De echte verraders zijn de kapitalisten, zegt Monks, de eigenaren die de verantwoordelijkheid over ondernemingen hebben overgedragen aan managers die zichzelf verwennen met hoge salarissen en bonussen.

Vrijbrief

Gevraagd naar redenen voor ‘het verraad’ wijst Monks onder meer op de dominantie van de efficiëntemarkthypothese, die ervan uitgaat dat het bedrijfsleven zichzelf corrigeert. Die school heeft ten grondslag gelegen aan de deregulering van de financiële markten. “Amerikanen zijn van nature achterdochtig. Ze wantrouwen macht. Maar het gedachtegoed van economen heeft van de zelfregulering van markten een deugd en een verdienmodel gemaakt.” Monks zegt dat dat denken sterk heeft bijgedragen tot de verwoestende crisis van 2008, een brand die de overheid heeft geblust met geld van belastingbetalers.

In de afwikkeling van de crisis heeft de overheid Monks zwaar teleurgesteld. “Je zou verwachten dat een Democraat het lef zou hebben malverserende bankiers te vervolgen. Bankiers zijn met geen vinger aangeraakt. Ik heb het aan Barack Obama gevraagd. Hij draaide om de hete brij heen. En dat terwijl we een onderzoek van de Senaat hebben gehad, geleid door Carl Levin, waaruit aanbevelingen tot vervolging zijn gekomen.”

Dat die niet zijn opgevolgd, kan Monks niet begrijpen. “Obama had op zijn minst een aantal mensen kunnen laten oppakken, om een voorbeeld te stellen. Dat dat niet gebeurd is, heeft serieuze consequenties voor ons land. Het is een vrijbrief. Banken zijn zo machtig geworden, we hebben geen tegenkrachten meer. We hebben arrogante CEO’s die aan niemand serieus verantwoording afleggen. We hebben een Hooggerechtshof dat het prima vindt dat geld naar de politiek vloeit.”

Elitecorps

Bij het afscheid zegt Monks niet uit te sluiten dat grote beleggers ooit een vuist zullen maken. “Er wordt veel slims geschreven over ondernemingsbestuur en er loopt veel talent rond. Iemand zou op wereldniveau een elitekorps van grote aandeelhouders moeten leiden. Pensioenfondsen uit Nederland, Noorwegen, Singapore. De eerste persoon die dat voor elkaar krijgt, kan geschiedenis schrijven.”

Misschien kan een initiatief van het Noorse staatsoliefonds een begin vormen. Dat Noorse penioenspaarfonds, met liefst 775 miljard euro in portefeuille, heeft belangen in ruim 9000 grote bedrijven, wereldwijd. Dat maakt het tot een van ‘s werelds meest invloedrijke beleggers. Topman Yngve Slynstad kondigde onlangs in Financial Times aan dat het fonds zich wil mengen in de discussie over de hoge verloning van toplui in grote bedrijven. Het fonds gaat in zijn portefeuille op zoek naar flagrant overbetaalde CEO’s om een voorbeeld te stellen. Vorige maand kondigde hetzelfde fonds al aan dat het bedrijven afstoot die te veel steenkool gebruiken.

Gerben van der Marel in Maine

“De meeste veranderingen die worden toegezegd, zijn een fictie. Ze zijn vooral bedoeld om mensen zich goed te laten voelen”

“Er is wel wat veranderd. De woorden ‘corporate governance’ zijn ingeburgerd. Ze maken deel uit van de gemeenschappelijke taal”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content