Banken in het nauw

Een golf van schandalen en boetes. Hogere belastingen, extra kosten door nieuwe reglementering en dalende rentemarges. De banksector zit opnieuw in de hoek waar de klappen vallen.

Het Zwitserse filiaal van HSBC dat belastingontduiking organiseert. Banken die de edelmetaalmarkten manipuleren. De schandalen in de financiële sector stapelen zich op. Volgens de Boston Consulting Group hebben de grootste Amerikaanse en Europese banken van 2009 tot eind september 2014 voor 178 miljard dollar boetes verzameld, waarvan bijna 80 procent werd opgelegd door de Amerikaanse autoriteiten.

Het duurste dossier houdt verband met de subprimecrisis. Bank of America kreeg vorige zomer een boete van 16,65 miljard dollar, omdat ze hypothecaire rommelkredieten had verkocht aan beleggers. BNP Paribas moest 8,9 miljard dollar betalen voor schendingen van de Amerikaanse antiwitwaswetgeving, onder meer omdat het zaken had gedaan met Iran. In het schandaal van de manipulatie van de interbancaire rentetarieven (Libor en Euribor) werd voor ongeveer 6 miljard dollar aan boetes uitgedeeld. De Amerikaanse, Britse en Zwitserse toezichthouders legden 4,3 miljard dollar boetes op aan zes banken voor wisselkoersmanipulatie. In het dossier van de edelmetalen zijn er vrijwel nog geen straffen bepaald.

Ieder voor zich

Elke König, het hoofd van de Duitse toezichthouder BaFin, waarschuwde vorig jaar dat de manipulatie van valuta’s en de edelmetaalkoersen des te erger is, “omdat zulke referentiewaarden typisch gebaseerd zijn op transacties in liquide markten en niet op schattingen van banken”, zoals de interbancaire tarieven. Volgens schattingen van de analisten van Citigroup kunnen de boetes voor het dossier van de wisselkoersmanipulatie alleen al oplopen tot 41 miljard dollar, waarvan 5 miljard dollar voor Deutsche Bank, de grootste speler op de valutamarkt.

In het dossier van de manipulatie van de edelmetaalprijzen lijkt het risico kleiner. Bij gebrek aan bewijs hebben de Duitse en de Britse regelgevers het dossier gesloten, terwijl de Amerikaanse autoriteiten er nog maar pas aan zijn begonnen. Volgens The Wall Street Journal hebben ze een tiental banken in het vizier. HSBC heeft bevestigd dat het een vraag om informatie heeft ontvangen en heeft “volledige samenwerking” beloofd. Dat is in het verleden een lonende strategie gebleken. Zo heeft UBS een Europese boete van 2,5 miljard kunnen afwenden, terwijl HSBC de schade heeft beperkt tot 1,9 miljard dollar in de zaak van de verboden transacties in de Verenigde Staten. Het moest bijna vijf keer minder betalen dan BNP Paribas.

Burgerrechtelijk risico

Die boetes hebben alleen betrekking op de strafrechtelijke kant van de marktmanipulatie. Begin dit jaar kwam ook het burgerrechtelijke aspect opnieuw op de voorgrond. Het Amerikaanse Hooggerechtshof besliste dat de eisers die in maart 2013 nog wandelen werden gestuurd, hoger beroep mogen aantekenen, zodat ze kunnen doorgaan met een groepsvordering voor de manipulatie van interbancaire tarieven. Eind januari volgde een nieuwe klap voor de banksector. De New Yorkse rechter Lorna Schofield ging niet in op het verzoek van de banken om klachten die samenhangen met het wisselkoersfraudedossier te verwerpen.

De schadeclaims kunnen gigantische proporties aannemen, aangezien de interbancaire tarieven als referentie dienen voor ettelijke honderden miljarden dollars aan financiële producten. Op de valutamarkt worden elke dag voor 5300 miljard dollar transacties gedaan.

De manipulatie van de edelmetalenmarkt is minder indrukwekkend in cijfers. Een Amerikaanse juwelier diende in november vorig jaar een klacht in tegen Goldman Sachs, HSBC, de Zuid-Afrikaanse Standard Bank en een filiaal van BASF voor “het delen van persoonlijke en vertrouwelijke informatie over koop- en verkooporders van hun cliënten”, om te kunnen speculeren op de koersen van goud, platina en palladium. Die metalen worden vooral gebruikt in de juwelensector en de katalysatorenindustrie, waarvan Umicore wereldwijd een van de belangrijkste producenten ter wereld is.

Het blijft bijzonder moeilijk om de mogelijke kosten van zulke burgerrechtelijke procedures in te schatten. De analisten van Keefe, Bruyette en Woods hebben zich gewaagd aan een pronostiek van 96 miljard dollar. Maar toen het schandaal rond de interbancaire tarieven losbrak, liepen de schattingen alleen al in dat dossier uiteen van 7 tot 176 miljard dollar. De uitkomst is in grote mate afhankelijk van de interpretatie van de rechters.

Stijging van de kosten

Niet alleen dreigen de kosten van rechtszaken nog enkele jaren te wegen op de resultaten van de banken, ook de operationele context verslechtert. HSBC heeft zijn doelstelling voor het rendement op het eigen vermogen verlaagd van 12 à 15 procent tot minstens 10 procent voor de komende drie tot vijf jaar. De grootste Europese bank wijst op de noodzaak van een sterker eigen vermogen, en streeft nu naar een solvabiliteitsratio van 12 à 13 procent. Dat komt door de strengere eisen voor financiële instellingen die als belangrijk voor het systeem worden beschouwd.

De tweede oorzaak van de lage rentabiliteit zijn de hoog oplopende kosten. BNP Paribas verklaarde dat het “extra kosten moet integreren door de nieuwe reglementering voor banken”, zoals voor controleprocedures en de rapportering in de Verenigde Staten. Het verwacht ook dat het meer belastingen moet betalen. “De groep ziet een nieuwe stijging van de afhoudingen op de banken in Europa, die in 2016 zal leiden tot 370 miljoen euro extra kosten”, waardoor het totaal “specifieke afhoudingen voor de banksector die in 2016 worden verwacht, meer dan 900 miljoen euro bedraagt”.

Rentemarge sterk onder druk

Ook de inkomsten lijken meer en meer onder druk te staan. De belangrijkste inkomstenbron is de nettorentemarge (gemiddeld 60 % van de inkomsten van banken in de eurozone). Die marge is het verschil tussen de kosten van financieringen en de intresten uit leningen. Traditioneel wordt die sterk beïnvloed door de structuur van de rentemarkten, aangezien banken zich traditioneel op korte termijn financieren (via deposito’s en de Europese Centrale Bank) en geld uitlenen op lange termijn. Maar het verschil tussen de langetermijnrente en de kortetermijnrente is sterk afgenomen. De tienjaarsrente in België (0,58 %) is nog slechts 0,62 % hoger dan de Eonia-rente, het eendaagse interbancaire rentetarief voor de eurozone, tegenover een verschil van 2,13 procent eind februari 2014. De oorzaak van die daling ligt uiteraard in het agressievere monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De voorbereiding van haar plan voor kwantitatieve versoepeling heeft de rendementen op middellange en lange termijn verder verlaagd, terwijl de kortetermijnrente al een hele tijd rond nul stagneert. De intrestvoet voor bankleningen op lange termijn in de eurozone is volgens de ECB gedaald van 3,22 procent in januari 2014 tot 2,48 aan het einde van het jaar.

CÉDRIC BOITTE

Het blijft bijzonder moeilijk om de mogelijke kosten van burgerrechtelijke procedures in te schatten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content