AUTO-INDUSTRIE

Op 8 maart beslissen de aandeelhouders van Volvo of het Zweedse bedrijf zijn autoafdeling aan Ford verkoopt. Robert Hendry kan de gevolgen inschatten. Hendry, sinds 1996 chief executive officer (CEO) van Saabs autoafdeling, takelde het Zweedse nummer twee in de tweede helft van 1998 uit de rode cijfers. “Maar daar ligt al een hemelsbreed verschil,” zegt hij. “Saab was in 1989 verlieslatend, Volvo maakt mooie winsten. Dat vergt een andere aanpak, andere diagnoses en dus ook verschillende remedies.”

TRENDS. Toen General Motors ( GM) in 1989 de helft van Investor‘s aandelen in Saab overkocht, had Saab GM nodig om te overleven. Volvo sluit zich bij Ford aan om in de toekomst succesvol te blijven.

ROBERT HENDRY (SAAB). Eigenlijk wel. Nieuwe modellen ontwikkelen die ook nog eens beantwoorden aan de strenge milieunormen die nu worden geïntroduceerd, zullen investeringen vergen die kleine autoconstructeurs niet langer kunnen dragen. Dat is hun voornaamste drijfveer tot consolidatie. Voor de megagroepen is het eerder een strategische keuze.

Kleine automakers geven wel een hoop autonomie uit handen.

De autonomie van een kleine autoconstructeur wordt vaak overschat. Als je de zelfstandigheid hebt om te beslissen wat je wil doen, maar niet het geld om de beslissingen uit te voeren, dan helpt die autonomie je niet vooruit. Juist daarom hebben grote organisaties kleine automakers veel te bieden.

Maar dan alleen als ze ook hun eigen gamma willen aanpassen. Misschien kan Opel beter geen Omega’s meer bouwen als GM ook een Saab 95 heeft, of moet Ford straks kiezen tussen de Mondeo en de Volvo S40.

Dat is een misvatting. Zelfs toen ik alleen Saab leidde ( nvdr – eind vorig jaar volgde Hendry Mike Cowger op als CEO van GM’s Duitse dochter Adam Opel AG en sindsdien leidt hij twee bedrijven) – zag ik altijd een duidelijke rol voor de Omega. Een rol die Saab nooit kan vervullen. Productsegmentatie in de auto-industrie heeft al lang niets meer te maken met grootte. Wel met merken en wat die merken doen om aan bepaalde, heel specifieke noden te beantwoorden.

GM heeft niet op Volvo geboden. Nochtans lag ook daar een uitstekende opportuniteit.

Een jaar geleden heb ik de mogelijkheid onderzocht. Volvo is een prachtig automerk met een uitstekend distributieapparaat, maar heeft een onduidelijke platformstrategie en een dubbelzinnige merknaam omdat het zowel personen- als vrachtwagens maakt. Bovendien heeft GM al Saab en Cadillac in de markt van de topmerken. Daarom vond ik het een slechte acquisitie voor GM, maar een goede voor Ford, dat met Volvo het toegangsticket kocht voor een marktsegment waarin het vandaag nog niet aanwezig is.

Hun verschillende productievolume daargelaten, staan Volvo en Saab vandaag op een vergelijkbaar niveau. Ze zijn allebei winstgevend en zullen vanaf nu volop kunnen profiteren van de schaalvoordelen en de invloed van een grote groep.

Saab zal in 1999 voor het eerst in zwarte cijfers schrijven. Met de 93

Wat was GM’s bijdrage in de reconversie van Saab?

We zagen vooral de mogelijkheden van een merk dat met BMW en Audi kan concurreren. Vijf jaar lang werkten we aan de productiecapaciteit, hakten in de kosten, stelden de productgamma op punt en bepaalden heel precies op welk marktsegment we met Saab wilden mikken en welk imago we moesten aanhouden. Saab genereert zijn huidige groei dankzij die ingrepen.

Mogen we gelijkaardige acties verwachten bij Volvo?

Ik kan onmogelijk bepalen welke kant Ford uit wil met Volvo. Maar Volvo heeft een uitstekende gamma en doet het ook heel goed: het merk staat met 397.000 auto’s per jaar op het niveau van Mercedes, BMW en Audi, qua volume de toppers van het segment. Maar omdat ik de interne organisatie niet ken, kan ik slecht inschatten welke problemen Volvo zal hebben om in Ford te integreren.

Hoe ver gaat de invloed van een megagroep bij een kleine autoconstructeur ?

De auto-industrie zit simpel in elkaar. In productontwikkeling, aankoop en productie zijn er schaalvoordelen mogelijk. In verkoop en marketing zijn die er niet, want daar blijft het elk merk voor zich en elke markt voor zichzelf.

Dreigen de zelfstandige fabrieken te verdwijnen als Saab en Volvo op de wereldwijde platformen van respectievelijk GM en Ford worden ontwikkeld?

Door de hoge transportkosten zal plaatselijke productie altijd noodzakelijk blijven. Een Saab-fabriek als die in Trolhattan overleeft ook in de 21ste eeuw, daar ben ik zeker van.

Terug naar Saab en GM. De calloptie van GM voor de resterende 50% van de aandelen loopt tot 31 januari 2000. Daarna heeft Investor een putoptie, waardoor de holding GM kan verplichten om binnen de negentig dagen nog eens 25% van Saab op te kopen. De vraag lijkt dus “wanneer”, niet “of” GM Investor zal uitkopen.

Ook de mogelijkheid dat de verhouding 50-50 blijft, is nog open. Ik heb dat altijd een moeilijke situatie gevonden om in te werken.

GM hield zijn investeringen in Saab relatief laag. Het investeerde 1,2 miljard dollar in een nieuwe productgamma, terwijl bijvoorbeeld Ford Jaguar 7 miljard dollar toestopte. Nochtans bouwt Saab makkelijk drie keer het aantal auto’s dat Jaguar verkoopt. Is dat een gevolg van de onduidelijke toekomst van de aandeelhoudersstructuur ?

Als je iets voor je investeringen terugkrijgt, hoeft dat geen drempel te zijn. Maar dankzij onze basiskennis konden we tegen een veel lagere kostprijs verbeteringen doorvoeren en een pak Amerikaanse knowhow in het bedrijf injecteren. We drukten niet alleen de prijs van materiaalaankopen, maar verhoogden ook de kwaliteitseisen. Want als GM op tafel klopt, luisteren de toeleveranciers aandachtiger dan wanneer een kleine klant als Saab zijn klachten uit.

FRANK DEMETS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content