Auschwitz of Dolly?

Was dit de eeuw van Picasso, Warhol en Nabokov? Of van Stalin, Hitler en Pol Pot? Of van Einstein, Ford en Bill Gates? Peter Conrad waagt zich aan een (onrechtstreeks) antwoord: ‘De metamorfose van de wereld’.

Terugblikken is vooruitzien. Met deze paradox zou de uitgever van De metamorfose van de wereld het boek kunnen promoten. Ernstige futurologen beseffen dat de contradictie slechts schijn is. Wie het verleden nauwgezet onder de loep schuift, hoeft geen glazen bol of geen koffiedik om wijze lessen te trekken en de contouren van de toekomst te tekenen. Maar hoe leg je het verleden onder het vergrootglas? Met turven propvol politieke, sociale en economische analyses en dito statistieken? Jazeker, maar dan wel aangevuld met die andere emanatie van het menselijke denken, streven en handelen: kunst, cultuur en maatschappelijke uitingen. Daarom betekent een beschouwend overzicht van de cultuurgeschiedenis van de eeuw dan ook veel meer dan een uiteenzetting over kunst, reclame en levenslessen.

De metamorfose van de wereld is zo’n monumentaal werk, met briljante analyses maar ook zwakke passages, met geniale visies maar ook krakkemikkige overgangen, met scherpzinnige observaties maar ook aanvechtbare besluiten. Voor zo’n veeleisend boek is een buitenissige pen nodig. Ze behoort toe aan Peter Conrad, een prille vijftiger die Engels doceert aan Christ Church in Oxford. Eerder schreef hij onder meer een geschiedenis van de Engelse literatuur, een kroniek van de opera en een cultuurgeschiedenis van Amerika. Nu sluit hij deze eeuw passend af. Als ze konden, zouden de boeken met overzichten van de voorbije eeuw en het millennium elkaar wegduwen uit de rekken in de boekhandels en de lijsten in de webwinkels. Met zijn nagenoeg 900 bladzijden én zijn stevige inhoud zal Conrads volumineuze werk zich niet gemakkelijk opzij laten drummen.

FRANKENSTEIN OMARMT DOLLY.

Wat was de ingrijpendste gebeurtenis van de voorbije eeuw? Als we de twee wereldoorlogen en een rist andere afschuwelijke politieke en ideologische uitschuivers even niet meerekenen, komen we allicht aan bij de technologie en op de eerste plaats bij de computer. Het gaat over meer dan de mac of de pc, die weliswaar nog steeds niet in elk huis staat, maar wel al het tastbare symbool vormt van de technologische revolutie. Straks wordt die revolutie verder aangewakkerd door de telematica en biogenetica. Wetenschap en technologie leken de mens zelfs goddelijke proporties te bezorgen. Nu het schaap Dolly er is, kan het klonen van een mens niet eens meer lang uitblijven. Stevenen we af op de gotische griezel van Frankenstein of de totalitaire bevroren glimlach van Huxley‘s Brave New World? Of is er een beter perspectief?

Op een eeuw die zich geconfronteerd ziet met zulke fundamentele vragen, blik je niet vrijblijvend terug. Al in 1938 legde Gertrude Stein uit waarom Picasso gelaatstrekken door elkaar husselde en ledematen verplaatste, waarom hij voorwerpen in de ruimte van hun plaats haalde en de temporele volgorde van waarneming door elkaar gooide. “De aarde,” zo verklaarde Stein, “is niet meer hetzelfde als in de negentiende eeuw.” Een schrijver als James Joyce laat zijn personages niet meer denken in alinea’s of volzinnen, zoals de protagonisten in negentiende-eeuwse romans. Merkt Conrad op: “De moderne geest was geen rustig, aangeveegd hokje om na te denken. Hij wemelde van de willekeurige voorvallen, net als een drukke straat; hij bevatte scherfjes en brokstukken, stippen en vegen, als de onsamenhangende sneeuwstorm van verf op een modern schilderij dat slechts is aan te duiden als een impressie, omdat het niets herkenbaars toont.”

Eén zaak werd vrij snel duidelijk: deze eeuw bracht zo al niet een einde aan de Grote Verhalen, ze plaatste er wel ernstige vraagtekens bij. Godsdiensten en ideologieën – hoe oud of hoe jong ook – waren niet meer evident. Toch is dit ook de eeuw waarin, bijvoorbeeld, een fenomeen als new age steeds weer terugkeert en het etiket new aan inflatie blootstelt. De mens blijft rusteloos op zoek naar een houvast.

HET VOLK VAN GOEBBELS.

Het oeuvre van schrijvers, schilders, architecten, maar ook van wetenschappers vormt de bevestiging van de metamorfose die de mannen en vrouwen én de wereld om hen heen in de twintigste eeuw hebben ondergaan. Conrad neemt ons op sleeptouw voor een tocht door de portrettengalerij van deze eeuw, naar de spraakmakende figuren, de beslissende gebeurtenissen en de plaatsen die een hoofdrol speelden.

Hij staat ook stil bij nieuwe fenomenen als de massareclame. Ook hier blijft zijn betoog kritisch. Wie massareclame zegt, maakt immers ook een allusie op massapropaganda en het akeligste misbruik ervan. Goebbels zette de toon in het jaar dat de nazi’s aan de macht kwamen. Hij oreerde dat het individualisme vernietigd zou worden. “Vanaf dat ogenblik mochten de mensen zichzelf niet meer als individu zien, maar uitsluitend als onderdeel van het Volk.” Conrad legt pijnlijke verbanden.

Peter Conrad, De metamorfose van de wereld. Anthos/Manteau, 895 blz., 1995 fr. ISBN 9076341117.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content