Atomium fotograferen kost geld

Wie een foto wil publiceren van het Atomium of de verlichte Eiffeltoren, mag een factuur in de bus verwachten. Architecten eisen steeds vaker hun auteursrechten op.

Eerst dacht de redactie dat het ging om één of andere flauwe grappenmaker. Een vordering van 431,46 euro omdat we een illustratie van het Atomium hadden gepubliceerd? Nader onderzoek leert dat het voor Sabam bittere ernst is. Iedereen die een illustratie van een gebouw publiceert, moet tot zeventig jaar na de dood van de architect betalen voor de auteursrechten.

Dat gebeurt op basis van de auteurswet van 1994. Maar al in 1883 stelde de rechtbank van Luik de architect van de Nationale Bank van Antwerpen in het gelijk om zijn auteursrechten te beschermen. Dat betekent de architect zich kan verzetten tegen elke reproductie of publicatie van ‘zijn’ gebouw, als het ‘oorspronkelijk’ is – dat betekent: als het zijn stempel draagt.

“De strikte toepassing leidt tot extreme vorderingen, omdat ook symbolische illustraties als het Atomium en het parlement onder de bescherming vallen,” zegt Peter Marx, advocaat van Marx, Van Ranst, Vermeersch & Partners, dat zich specialiseert in mediarecht en intellectuele eigendom. “Wie dus in een bedrijfs- of reclamebrochure zijn Belgische imago wil illustreren, weet dat hij een factuur in de bus kan krijgen.”

De publicatie van foto’s van het Atomium, de gebouwen van Horta en het Flagey-complex gaven al aanleiding tot heel wat discussies. De ontwerper van de verlichting van de Eiffeltoren treedt ook consequent op als zijn kunstwerk prijkt op foto’s van ‘Paris by night’. Het Europees Parlement verspreidt evenmin foto’s van zijn gebouwen wegens een conflict over de auteursrechten. De rechten zijn overigens niet absoluut. Een van de uitzonderingen is ‘actuele verslaggeving’. Als de reproductie past in de reportage over gebeurtenissen over het gebouw zelf, dan is geen toestemming van de architect nodig. Een andere uitzondering is ‘toevallige reproductie’. Komt een gebouw toevallig in beeld, dan geldt het auteursrecht evenmin. Als u een reportage over een wielerkoers maakt, hoeft u niet alle architecten rond het parcours om hun toestemming te vragen.

“De schadevergoedingen kunnen schandalig hoog zijn, terwijl de rechtsonzekere uitgever toch te goeder trouw handelde. Dat gaat tot 500 %,” zegt Wim Criel, verantwoordelijke uitgever van Roularta Media Group, die nauw betrokken is bij de problematiek. “Onhoudbaar, vooral voor de pers die toch haar taak moet kunnen vervullen en daarbovenop nog eens zeer kort op de bal moet spelen.”

België kent dus, in tegenstelling tot andere landen, geen uitzondering op het auteursrecht voor gebouwen op openbare plaatsen. Een Europese richtlijn (22 mei 2001) die in zo’n uitzondering voorziet, is facultatief en werd (nog) niet in een wet omgezet. “Uiteraard zal de beeldrechtlobby weerwerk bieden tegen het overnemen van die uitzondering,” zegt Marx. “Tot dan kan een attente overheid er goed aan doen om in haar contracten met architecten te bepalen dat de auteursrechten op het gebouw aan haar worden overgedragen. Dat gebeurt ook in andere sectoren, zoals de reclamewereld en de software-industrie, om onaangename verrassingen te voorkomen.”

H.B.

Wie in een bedrijfs- of reclamebrochure zijn Belgische imago wil illustreren, kan een factuur in de bus krijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content