ATLAS (1)

Van het heelal

Niet alleen de boeken over Harry Potter worden gedeeld door volwassenen en jongeren, ook introducties in de sterrenkunde en het heelal vinden vaak hun weg naar zowel jong als oud. Voor geïnteresseerde tieners vanaf pakweg twaalf jaar zijn ook de nieuwe uitgaven van de Nederlandse wetenschapsjournalist Govert Schilling toegankelijk, al kan her en der nog wat hulp nodig zijn. Alweer drie nieuwe boeken heeft de noeste schrijver tegelijk op de markt gebracht. Ongetwijfeld gaat Evoluerend heelal (Davidsfonds/ Fontaine, 144 blz., 27,50 euro) met de trofee van de mooiste en meest imposante uitgave aan de haal. Schilling vertelt de biografie van de kosmos. Gesteund door veelal poëtische foto’s, geeft hij de kroniek van het heelal, van de oerknal tot een wetenschappelijk gestutte speculatie over de komende miljarden jaren. Schilling vertelt breeduit en gaat de grote vragen over het ontstaan en de evolutie van het heelal niet uit de weg, zonder zich te laten strikken door religieuze kwesties.

In Handboek sterrenkunde (Fontaine, 256 blz., 24,50 euro) ontmoeten we een wat andere, puur didactische Schilling. Hier heeft hij een doeltreffende stijl ontwikkeld die onderwijst zonder pedant te worden, die zakelijk blijft zonder te vervallen in droogstoppeligheid, die enthousiasmeert zonder de correcte wetenschappelijke fundamenten uit het oog te verliezen. In een serie korte hoofdstukken maakt hij zelfs de beginner vlot wegwijs in de sterrenhemel. Hij wijst niet alleen sterrenbeelden en planeten aan, hij weidt ook uit over het heelal en geeft praktische tips om zelf met een kleine telescoop aan de slag te gaan. Als aanvulling hierbij publiceert hij het Sterrenkunde Jaarboek 2004 (Fontaine, 96 blz., 14,90 euro), zodat u de sterrenhemel van maand tot maand kunt volgen. Uiteraard worden de twee totale maansverduisteringen van 2004 niet vergeten.

Wie een liefhebber van astronomie een echt indrukwekkend boek cadeau wil doen, grijpt nu beslist naar Atlas van het heelal (Tirion Natuur, 49,98 euro), een kolos met grote uitvouwbare bladzijden (tot een meter breed) en foto’s die genomen werden vanuit de Hubble-telescoop en de ruimte. De tekst stamt van de Italiaanse astronoom Leopoldo Benacchio, die zijn onderzoek in de astrofysica ook aanwendt voor industriële berekeningen. Het boek wordt afgerond met een lijst van websites (waar we graag wat meer Vlaamse adressen gevonden hadden) en een wat te beknopte serie leestips (waar we onder meer terechtkomen bij de vorige werken van Govert Schilling, die daar zeer terecht vermeld wordt tussen barnumnamen als Stephen Hawking en Michael Hoskin).