Artisanale hightech

In de buurt van Bologna slaagt Lamborghini erin om zijn identiteit en ziel te bewaren. Sinds de Volkswagengroep het vurige merk overnam, vloeien artisanaat, speerpunttechnologie en hedendaagse commerciële aanpak er harmonieus in elkaar. Neerslag van een dagje sfeer snuiven in Sant’Agata Bolognese.

Sant’Agata Bolognese (Italië)

Modena, Maranello of Sant’Agata Bolognese. Het zijn niet zomaar stippen op de Italiaanse landkaart, op een boogscheut van Bologna. Voor de echte autoliefhebber zijn het stadjes die tot de verbeelding spreken. Bedevaartsoorden.

“We krijgen veel toeristen over de vloer,” zegt pr-verantwoordelijke Claudia Schneider, terwijl een twintiger met fototoestel in de inkomsthal driftig rond een Lamborghini Murciélago holt, als een opgejaagd roofdier, en zijn blonde vriendin verderop onbegrijpend toekijkt. De jongeman is trouwens niet voor niets naar Sant’Agata Bolognese gereisd, want zo’n halfuurtje verderop kan hij zich ook aan de nieuwste Ferrari of Maserati vergapen.

Waarom al die Italiaanse topmerken, namen doordrenkt met passie en liefde voor de automobiel, hier in de buurt zijn gevestigd? Claudia heeft haar les geleerd: “Lichtjaren geleden was dit een agrarische streek,” zegt ze. “Alleen landbouw. Dus hadden ze op een bepaald moment tractoren nodig. Lamborghini ging die bouwen. Als een familiebedrijf.” Het was boerenzoon Ferruccio Lamborghini die de eerste steen legde. En toen hij met zijn tractoren voldoende fortuin had gemaakt, zette hij zich ergens in de jaren zestig van de vorige eeuw aan zijn grote passie: sportwagens bouwen.

Met een rode draad die vandaag, na overnames door een Zwitserse groep in de jaren zeventig en tegen het einde van de jaren negentig door de VW-groep, nog altijd door het bedrijf loopt: de rivaliteit met Ferrari. Het leeft bij iedereen, hier. Claudia bloost even als ze ons ziet kijken naar een computertekening tegen een kast, in de motorenafdeling: een stier die een paard pakt. Letterlijk.

Italiaan onder Duits bestuur

Lamborghini dat Ferrari te grazen neemt. Een oude kwestie, is dat. Enzo Ferrari snauwde de oude Lamborghini ooit toe dat hij zich maar met zijn tractoren moest gaan bezighouden, toen die voorstelde om iets aan een motor te veranderen. Ferruccio zwoer dat hij mooiere en betere sportwagens zou bouwen. En als Ferrari de motor van zijn Fiorano opschroeft tot 620 pk, dan pakt Lamborghini de volgende maand uit met een upgrade naar 640 pk, voor zijn Murciélago.

En toch spreken ze niet echt hetzelfde publiek aan. Om het ongenuanceerd te stellen: iemand die de lotto wint en een droomwagen koopt, gaat automatisch voor Ferrari; puristen met liefde voor mechaniek, gaan voor Lamborghini.

Op de economische kaart begint Lamborghini trouwens stevig mee te spelen, in dit segment. In 1998, toen de VW-groep er neerstreek, verkocht het Italiaanse huis drie- à vierhonderd auto’s. Vandaag zijn het er om en bij de 1600, waarvan 40 procent naar de Verenigde Staten gaat. En of het bedrijf nu helemaal veranderd is, onder het Duitse bestuur? Ja en neen, want je treft hier twee werelden aan. Veel Audi’s met Duitse nummerplaten op de parking en nogal wat Duits personeel ook. En natuurlijk is er nu de Gallardo, die nieuwe Lamborghini die de moderniteit in deze Italiaanse tempel binnenbracht en tegelijk voor de forse groei van het bedrijf zorgde. Maar het gebeurt allemaal met respect voor de traditie, en met mensen die daarvoor perfect zijn gecast. Claudia is Duitse, maar snoezig en geraffineerd, tegelijk bescheiden en gewoon. Italiaanse, zou je denken, als je haar met het Italiaanse personeel hoort en ziet omgaan. In de productiehal stap je nog altijd over de kleine, originele rode vloersteentjes, vier centimeter op tien. En de vrouwen die de grote stukken leder versnijden om ze daarna op de stoelen te naaien, zijn de dochters van de moeders die hier destijds werkten.

En werken, dat betekent hier: van 8.00 tot 12.00 en van 13.00 tot 17.00. Voor iedereen, want nachtploegen zijn er niet en de middagpauze is heilig. Dan schuift het personeel, sinds de komst van de VW-groep gegroeid van 280 tot 700, aan in de grote kantine, alwaar het moeilijk kiezen is uit al die heerlijke pasta’s.

Van vader op zoon, met passie

In Sant’Agata Bolognese blijft het artisanaat van weleer perfect leven naast de moderne technologie en commerciële aanpak van de Duitse eigenaars. Een dualiteit die misschien nog best af te lezen is uit het gamma: de Murciélago is de echte, onversneden koersmachine. Een auto die tot grote opluchting van de puristen nog niet is bezoedeld met allerlei elektronische snufjes. Het echte spul, ja. De Gallardo ademt moderniteit, is een parel van wat eigentijdse autobouw kan neerzetten. De Murciélago wordt nog helemaal, bijna met de hand, in Sant’Agata Bolgonese vervaardigd, de Gallardo komt kant en klaar, netjes in modules uit Duitsland naar hier. Om door de arbeiders, ook al van vader op zoon, in elkaar te worden gezet. Met passie. De passie die je hier in ieder kamertje of werkplaatsje opsnuift, en die Italiaanse sportwagens zo onweerstaanbaar maakt. Alsof je Ferruccio Lamborghini zo tegen het lijf kan lopen, achter iedere deur die je openduwt…

Jo Bossuyt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content