Apple is met handen en voeten aan China gebonden

OPSTAND BIJ FOXCONN De arbeidsomstandigheden in China brengen Apple in verlegenheid. © Future Publishing via Getty Imag

Apple staat onder toenemende druk om zijn afhankelijkheid van China te verminderen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

De relatie tussen Apple en China is bijna even onhoudbaar als onverbrekelijk. De activiteiten van het Amerikaanse technologiebedrijf in China zijn zo complex en omvangrijk – zijn fabriekhubs in het land hebben de omvang van westerse steden – dat er wellicht geen haalbare opties zijn om de 316 miljard dollar aan iGadgets per jaar op een andere manier te maken.

Maar Apples afhankelijkheid van het land is nu waarschijnlijk zijn grootste kwetsbaarheid. De arbeidsomstandigheden komen het bedrijf op almaar meer kritiek te staan. Bovendien zijn er sinds Donald Trump aan de macht kwam politieke en economische spanningen tussen de Verenigde Staten en China. Die zijn onder Joe Biden nauwelijks verminderd.

China ligt aan de basis van het succes van het grootste bedrijf ter wereld. CEO Tim Cook is was de architect van de op China gerichte toeleveringsstrategie van Apple. De techreus laat bijna al zijn hardware in China maken. Apple heeft slechts 14.000 mensen in dienst, maar controleert de wekelijkse uren van 1,5 miljoen arbeiders in zijn wereldwijde toeleveringsketen, voor het overgrote deel in China. Die enorme activiteiten ondersteunen de opmars van Apple tot ‘s werelds grootste bedrijf.

“Apple kan niet diversifiëren”, zegt een voormalige Apple-ingenieur, die stelt dat het bedrijf al sinds 2014 zijn activiteiten naar buiten China probeert te verplaatsen. Er is weinig vooruitgang geboekt. “En het zal nog twintig jaar duren.”

Geen enkel ander groot technologiebedrijf heeft dezelfde blootstelling aan China als Apple. Zelfs de Koreaanse reus Samsung is er veel minder afhankelijk van. Samsung sloot zijn Chinese fabrieken in 2019 en bouwt nu ruim drie kwart van zijn toestellen in zes landen, van Argentinië tot Vietnam. Minder dan een kwart wordt uitbesteed aan contractfabrikanten in China, aldus Counterpoint Research.

Alternatief India

India heeft de beste kaarten om China naar de kroon te steken als productiecentrum voor smartphones. Het democratische land, met Engels als officiële tweede taal, biedt minder geopolitieke risico’s dan China en zou met zijn opkomende middenklasse een enorme markt kunnen worden. Volgens Counterpoint bedraagt het marktaandeel van de iPhone in het land slechts 5 procent. India stond in 2022 al in voor 16 procent van de wereldwijde smartphoneproductie, goed voor ongeveer 200 miljoen stuks, tegenover 2 procent in 2014.

Apple produceert sinds 2017 al goedkopere iPhones in India en sinds het afgelopen najaar ook zijn dure modellen. JPMorgan schat dat India in 2025 goed kan zijn voor een kwart van de assemblage van iPhones, tegenover minder dan 5 procent nu.

Maar volgens sommige deskundigen zijn die groeicijfers voor de iPhone in India meer een hype dan werkelijkheid. De meeste activiteiten die leveranciers voor Apple in India hebben opgezet, staan bekend als FATP (final assembly, test and pack), een arbeidsintensief proces waarbij de onderdelen grotendeels uit China worden ingevlogen en vervolgens door Taiwanese bedrijven worden geassembleerd. Pegatron en Foxconn mogen dan wel naar India verhuizen, hun toeleveranciers doen dat niet, zegt Steven Tseng, technisch analist bij Bloomberg Intelligence. “Er is geen toeleveringsketen in India”, zegt hij. “Ze moeten vrijwel alles uit China importeren.”

Sommigen geloven dat de expertise van China zo moeilijk te vervangen is dat Apple geen andere keuze heeft dan het grootste deel van zijn productie daar te houden.

Bovendien zijn de telefoons die in India worden gemaakt, niet van dezelfde kwaliteit als de producten van Apple. “Het is als een Kia vergelijken met een Ferrari”, zegt een voormalig Microsoft-directielid. Deskundigen vrezen dat het land niet over dezelfde vaardigheden, arbeidsmigranten, infrastructuur en ondersteunende overheid beschikt die China zo aantrekkelijk maken voor Apple.

Vietnam lijkt een aantrekkelijk alternatief, vooral omdat de gemiddelde lonen er minder dan de helft bedragen van die in China. JP Morgan schat dat Vietnam tegen 2025 goed zal zijn voor een meerderheid van de productie van de AirPods, 20 procent van de iPads en de Apple Watches en 5 procent van de MacBooks.

Andere bedrijven die naar Vietnam trokken, struikelden evenwel over problemen met georganiseerde misdaad, ontoereikend vervoer en onvoorspelbaar weer, waardoor handelshavens werden gesloten. Nadat het Finse telecombedrijf Nokia in 2013 was overgenomen door Microsoft, werden zijn fabrieken in China gesloten en de productie naar Vietnam gebracht, om de kosten te drukken en de efficiëntie te verhogen. “Het was een ongelooflijke uitdaging om het bedrijf op te starten, in te richten en te laten werken zoals in China”, zegt de voormalige Microsoft-directeur. “De infrastructuur was ofwel heel nieuw of onbestaand.” Hij zegt dat het nog “jaren en jaren” kan duren eer Vietnam de technische productie en de logistiek heeft om een concurrent van China te worden.

Apple is met handen en voeten aan China gebonden

Jenny Chan, co-auteur van Dying for an iPhone, dat het leven van de arbeiders van Foxconn beschrijft, wijst erop dat de staat de Chinese arbeidsinfrastructuur op een unieke wijze ondersteunt. Soms is het bijna verplicht, zegt ze, en worden dorpelingen en studenten met bussen aangevoerd. “Dat is belangrijk, want er is niet veel belangstelling om een iPad of iPhone in elkaar te zetten”, zegt ze. “Het is repetitief werk en je bent een klein radertje in een enorme machine.”

De rode aanvoerketen

Terwijl Apple zijn toeleveringsketen internationaal probeert te diversifiëren, worden zijn banden met China tegelijkertijd sterker. De techgigant smeedt al jaren nauwere banden met Chinese bedrijven in ruil voor concessies om vrijer te kunnen opereren. Apple heeft lucratieve orders gegeven aan de Chinese contractfabrikanten Luxshare, Goertek en Wingtech, en zo bijgedragen aan het ontstaan van een zogenoemde ‘rode toeleveringsketen’, ten koste van de Taiwanese leveranciers Foxconn, Wistron en Pegatron. JP Morgan voorspelt nu dat het aandeel van Chinese bedrijven in de iPhone-productie zal stijgen van 7 procent vorig jaar naar 24 procent in 2025.

Met die rode toeleveringsketen dreigt Apple de controle te verliezen over zijn innovaties in het productieproces. Een van de oorzaken is dat het niet langer zoveel productiemachines in de fabrieken van zijn leveranciers bezit – een strategie die het bedrijf een nooit geziene controle gaf over hoe zijn producten werden gemaakt.

Door de covidpandemie moest Apple de teugels in China nog meer uit handen geven. Apple liet zijn toptalenten uit Californië vaak naar China reizen en maandenlang in de fabrieken van de toeleveranciers verblijven. Vóór de pandemie boekte het bedrijf dagelijks vijftig businessclassstoelen van San Francisco naar Sjanghai, volgens een lek van United Airlines. Maar sinds 2020 kan Apple geen ingenieurs meer naar China sturen.

Twee voormalige productietechnici van Apple zeggen dat de Chinese ingenieurs van het bedrijf in het gat gesprongen zijn en zich hebben bewezen. “Apple zorgde voor een ongeëvenaarde opleiding van Chinese productietechnici”, aldus de een. Apple heeft hun salaris verhoogd en het grootste deel van het team weten te behouden, ondanks frequente wervingspogingen van rivalen. Dat houdt ook een risico in: “De jongens uit Californië hebben zich teruggetrokken en de Chinezen de leiding laten nemen. Zij controleren het product nu volledig”, zegt iemand die bekend is met het productieproces.

Terug naar de status quo

Sommige deskundigen geloven nu dat de expertise die China heeft ontwikkeld, zo moeilijk te vervangen is dat Apple geen andere keuze heeft dan het grootste deel van zijn productie daar te houden. Zelfs als de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en China gespannen blijven, zal het wellicht niet zover komen dat de twee economieën volledig ontkoppelen. Volgens Bindiya Vakil, een directeur van Resilinc, een in Californië gevestigde groep die de toeleveringsketen in kaart brengt, is zoiets misschien niet eens mogelijk. Het zou “vele jaren duren, zelfs decennia. Als we er al in slagen om te ontkoppelen.”

Hoewel veel bedrijven, zoals Apple, proberen te vertrekken uit China, zegt ze, zijn het typisch geen volledige exits, omdat geen enkele andere plaats dezelfde combinatie van kwaliteit en schaal biedt. “Tegenwoordig is elk onderdeel afhankelijk van de toeleveringsketen in China”, zegt ze. “Ofwel wordt het rechtstreeks in China vervaardigd, ofwel zijn er minstens verschillende onderdelen in verwerkt die in China worden gemaakt. Kijk een paar lagen terug in de keten en we komen uit bij smelterijen, die meestal in China gevestigd zijn. Die gereinigde en verwerkte metalen, mineralen en derivaten vinden hun weg naar producten wereldwijd – en er zijn geen andere bronnen.”

Terwijl Apple zijn toeleveringsketen internationaal probeert te diversifiëren, worden zijn banden met China tegelijkertijd sterker.

Zodra de media-aandacht rond de opstanden van Chinese arbeiders gaat liggen, zal Apple stilletjes zijn investeringen in het land vergroten, voorspelt Chan. “China biedt zoveel voordelen. Het zou voor Apple te moeilijk zijn om elders een gelijkaardig niveau van arbeid en infrastructuur te vinden, als de schaal waarop China die kan bieden.”

24 procent

van de iPhone-productie zal in 2025 in Chinese bedrijven gebeuren, tegenover 7 procent in 2022

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content