“Antiglobalisering leidt tot miserie”

Het World Economic Forum ruilt tussen 31 januari en 4 februari de klassieke pleisterplaats Davos voor New York. En dus verkassen de antiglobalisten mee. De historici Herman Van der Wee (KU Leuven) en Harold James (Princeton University) waarschuwen de anti’s: de reactie tegen de globalisering aan het begin van deze eeuw leidde tot een wereldoorlog. De parallellen tussen toen en nu zijn beklemmend.

Het hoeft deze keer niet zo dramatisch af te lopen. Toch geven de vele parallellen tussen toen en nu een beklemmend gevoel. Zeker na 11 september 2001 (zie kader: Keren we terug naar 1900?). En Harold James staat niet alleen met zijn observaties.

Ook Herman Van der Wee, professor emeritus van de KU Leuven, geeft aan dat meestal politieke schokken tot zware economische verstoringen leiden. Hij toont zich echter genuanceerder in zijn analyse. De nu 74-jarige Van der Wee behoort tot de zeer dunbevolkte gilde van Belgische economen die internationaal aanzien genieten. Hij studeerde rechten, politieke en sociale wetenschappen en geschiedenis. Talloos zijn de boeken die hij over diverse onderwerpen van economische geschiedenis heeft gepubliceerd. De Gebroken Welvaartscirkel, over de naoorlogse geschiedenis van de wereldeconomie, behoort tot de categorie standaardwerken.

De lange 20ste eeuw

De vergelijking tussen de huidige globalisering van de wereldeconomie – en de protesten daartegen – en de ontwikkelingen aan het begin van deze eeuw is ondertussen gemeengoed geworden. Herman Van der Wee gaat echter nog veel verder in de geschiedenis op zoek naar parallellen.

“Het ontstaan van de grote steden in de elfde, twaalfde eeuw vormde een eerste schuchtere poging tot globalisering. Na de feodalisering en verbrokkeling in de periode voordien volgde een sterk verlangen naar vernieuwing en openheid. Een groot deel van Europa werd vrijhandelsgebied en vooral de Nederlanden en Italië profiteerden daarvan. Toen al trad er een zekere polarisering op: diverse andere gebieden bleven steken in armoede en miserie. De pest en vooral de Honderdjarige Oorlog, van ongeveer 1350 tot 1450, braken deze globalisering af.”

In het zog van de ontdekkingsreizen kwam er een nieuw elan. Maar er volgde een nieuw breekpunt als gevolg van politieke onrust: de Dertigjarige Oorlog en de Ottomaanse opmars in de zeventiende eeuw. De tendens tot globalisering van de economie viel weer stil. In de loop van de achttiende eeuw trok die beweging zich heel langzaam weer op gang. Het hoogtepunt was de periode 1880-1914, een lange seculiere beweging waarin Verlichting, liberalisme, deconfessionalisering en parlementaire democratie een centrale plaats innamen.

Met de moord op aartshertog Frans Ferdinand en zijn gemalin in juni 1914 in Sarajevo brak een periode van crisis aan die pas eindigde in 1945. Vervolgens kwam een nieuwe expansie op gang. Van der Wee: “Het essentiële kenmerk van die tweede expansiefase in de twintigste eeuw bestond erin dat het extremere liberalisme van voor 1914 werd vervangen door de gemengde economie.”

Binnen het monetaire kader geschapen door de akkoorden van Bretton Woods – vaste wisselkoersen en de oprichting van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank – kwam er een ordening tot stand waarin vrije markt en overheid vrij harmonieus samengingen. Maar de gemengde economie liep vast. “In het begin van de jaren zeventig verzandde het naoorlogse model in de uitwassen van de overheidsinmenging en in monetaire chaos omdat het Bretton Woods-systeem op de klippen was gelopen.”

In de loop van de jaren tachtig kwam een derde expansiefase op gang die in het daaropvolgende decennium op kruissnelheid kwam. Van der Wee: “Ditmaal fungeerde het elektronische verkeer als trekpaard. Er ontwikkelde zich een nieuwe tendens tot globalisering, op een nog intensievere schaal dan in de negentiende eeuw. Ondanks de moeilijkheden van dit moment zit er in deze nieuwe expansiefase nog veel potentieel. Deze periode kan doorgaan tot een flink eind in de 21ste eeuw.”

Onweerstaanbaar rationalisme

Nu steekt er echter fel protest tegen de globalisering op, die op groeiende bijval van politici mag rekenen. Vormt dat, samen met 11 september en de naweeën ervan, geen grote bedreiging voor de voltooiing van de derde expansiefase?

Herman Van der Wee: “Ik ben ervan overtuigd dat we, net zoals de Tweede Wereldoorlog ons bij het model van de gemengde economie bracht, de bestaande orde geleidelijk moeten hertekenen. We moeten de globalisering meer leefbaar maken. Op dit vlak hebben de antiglobalisten wel een punt.”

De excessen zijn bekend: het miserabele lot van Afrika, de impact van ongecontroleerde kapitaalstromen, afbraak van natuur en milieu enzovoort. Van der Wee pleit voor een nieuw institutioneel kader op supranationaal niveau. Daarbij zouden de ontwikkelingslanden minstens de indruk moeten krijgen dat ook zij echt meedoen. Maar, voegt de historicus eraan toe, we moeten opletten dat volledige inspraak van deze landen de efficiëntie van het systeem en het rationaliteitsprincipe in het algemeen niet wegvaagt. “We mogen niet blind naïef worden.”

In 11 september ziet Van der Wee echter een politieke schok die tot diepe economische problemen kan leiden. “Als het terrorisme zich kan organiseren in een heuse oorlog, kan het hele systeem in elkaar klappen. Zeker na de oorlog in Afghanistan ziet het ernaar uit dat het niet zo’n vaart zal lopen. Niettemin moeten we voorzichtig blijven. Het islamitische fundamentalisme blijft een aanzienlijke kracht.” Behalve de islam vreest Van der Wee dat ook de overbevolking in de Derde Wereld in de loop van de 21ste eeuw tot zeer grote politieke spanningen zal kunnen leiden.

De vraag rijst in hoeverre een dialoog tussen het Westen en islamitische fundamentalisten mogelijk is. Van der Wee: “Dat zal inderdaad zeer moeilijk zijn. De leiders van het islamitisch fundamentalisme verwerpen immers het rationalisme. Ik denk dat deze beweging zich muurvast zal rijden. Het rationalisme straalt een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit, vooral op de jongeren en de intelligentsia. Ik ben ervan overtuigd dat uiteindelijk ook binnen de islam het rationalisme zal zegevieren. Maar vóór het zover is, kunnen er nog zware schokgolven door het politiek-economische bestel gaan.”

Liberalisering van het platteland

Herman Van der Wee bestudeerde ooit het naoorlogse Marshallplan. Door de aanslagen in New York en de impact van de antiglobalisten klinkt de roep om een nieuw Marshallplan almaar luider. Van der Wee reageert daar genuanceerd op: “Het Marshallplan na de Tweede Wereldoorlog kende succes, maar de Amerikaanse hulp werd door de ontvangende landen zelf georganiseerd. Bovendien beschikten die landen over een minimum aan economische infrastructuur en menselijk kapitaal om het binnenkomende kapitaal met voldoende efficiëntie te kunnen aanwenden.” De armste ontwikkelingslanden voldoen inderdaad niet aan die noodzakelijke voorwaarden. Het heeft volgens Van der Wee dan ook geen zin om te pleiten voor zoiets als het naoorlogse Marshallplan.

Moeten we dan bij de pakken blijven neerzitten? Herman Van der Wee: “Helemaal niet. Meer dan in het verleden het geval was, moet hulp lopen onder internationaal toezicht. Zo kunnen we tot institutionele hervormingen komen die op hun beurt tot een efficiënter gebruik van het binnenkomende kapitaal moeten leiden. Daarbij moeten we voorzichtig en doordacht te werk gaan. Ik denk dat China hier getoond heeft hoe het moet.”

De Chinezen hebben eerst het platteland geliberaliseerd. Dat verhoogt niet alleen de productiviteit in de landbouw, maar voorkomt ook de vlucht naar de grote steden. Enige bescherming van de landbouwprijzen is wellicht onontkoombaar om dit proces vlot te laten verlopen. Als de liberalisering van het platteland een eind is gevorderd, kan je een begin maken met de verdere ontwikkeling van het onderwijs en de liberalisering van de industrie en diensten.

Volgens Herman Van der Wee heeft Europa in die hele ontwikkeling naar institutionele hervormingen een soort voorbeeldfunctie te spelen. Met de creatie van de euro en de monetaire unie hebben de deelnemende landen het principe opgegeven dat onevenwichten kunnen worden opgelost door devaluaties, subsidiëring, protectionisme en dies meer.

Van der Wee: “Er rest ons maar één ding: institutionele flexibiliteit. Ik bedoel daarmee het vermogen om bijvoorbeeld de overheidsadministratie, het onderwijs, de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt aan te passen. Dat vereist een vrije markt maar ook een ordenende rol van de overheid. Als de antiglobalisten zich tegen deze noodzaak aan flexibiliteit verzetten, spelen ze met vuur. In een snel bewegende wereld kunnen we alleen op die manier onze economie vooruitstrevend houden. Geven we dit op, dan evolueren we bijna onvermijdelijk naar een crisissituatie die je kunt vergelijken met de omstandigheden in 1914. De landen zullen een sterke tendens vertonen om op zichzelf terug te plooien, waardoor politieke en wellicht ook militaire conflicten onvermijdelijk worden. Die conflicten zullen zich dan niet op Europees maar wel op mondiaal niveau afspelen.”

Johan Van Overtveldt

“De antiglobalisten verzetten zich tegen de institutionele flexibiliteit. Krijgen ze hun zin, dan gaan we naar een crisissituatie zoals in 1914.”

[Herman Van der Wee, KU Leuven]

“Ik ben ervan overtuigd dat uiteindelijk ook binnen de islam het rationalisme zal zegevieren.”

[Herman Van der Wee, KU Leuven]

“We moeten de globalisering meer leefbaar maken. Op dat vlak hebben de antiglobalisten wel een punt.”

[Herman Van der Wee, KU Leuven]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content