Amerikaanse beurs. Het magische jaar vijf

Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Trends Beleggen

Wall Street wacht een uitstekend beursjaar ’95… àls de geschiedenis zich herhaalt.

Haussiers (beursoptimisten) en de jaren eindigend op een vijf hebben een biezondere band. U bent gewaarschuwd. In de afgelopen honderd jaar stond in elk decennium het jaar dat eindigt op een “5” voor een goed tot uitstekend beursjaar.

Ban de twijfel.

Over de spectaculaire ommekeer in de rentetrend is het afgelopen jaar zóveel inkt gevloeid, dat je er makkelijk een 24-delige encyclopedie en/of cd-kollektie mee vult. Gelukkig evolueerden de bedrijfsresultaten uitermate voorspoedig, en kon een koersafstraffing verhinderd worden.

Zowat iedereen heeft een mening over beursjaar ’95. Het pessimisme overheerst. Waarom laten we de geschiedenis geen woordje plaatsen en een oordeel vellen ? Het weze gezegd : een extreem positief oordeel des tijds.

Altijd prijs, altijd gewonnen.

Het jaar 1995 bij voorbaat uitroepen tot een goed beursjaar is geen dronkemanskreet, noch een voorspelling van een helderziende. Het gaat om een uitspraak op basis van één eeuw beursgeschiedenis. De traditie ook beurstradities zijn er om in ere te houden leert ons dat het jaar eindigend op een vijf altijd een stijgend beursjaar is. In elk decennium van de voorbije eeuw ! Terwijl normaal in één op drie beursjaren de markt het jaar lager eindigt dan het begonnen werd.

Explosief.

Het verhaal is zelfs nog véél straffer. Niet alleen stijgen de koersen, ze stijgen fors. Gemiddeld met 31,5 % (zie tabel). Fabuleus veel in vergelijking met het algemeen gemiddelde van 6,3 %. Herinnert u zich bijvoorbeeld 1985 nog ? Toen steeg de Dow Jones-index (de belangrijkste graadmeter van de Amerikaanse beurs) met 27,7 %, meteen de beste prestatie tijdens de toch al roemrijke beursjaren tachtig.

Absoluut geen unicum, want ook 1915, 1945 en 1975 werden gekroond tot “beste beursjaar van het decennium”. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan 1915 nu reeds tot “beste beursjaar van de 20ste eeuw” uitgeroepen worden : een stijging van 81,7 %. Zo’n “koersexplosie” valt immers niet meer te verwachten voor het jaar 2000.

Opmerkelijke cyclus.

Het “sublieme beursjaar vijf” mag overigens niet los gezien worden van een koerspatroon dat min of meer in gelijkaardige vorm elk decennium terugkeert (zie kaderstuk “anatomie van een decennium”). Een “cyclische beweging” die minder bekend is dan bijvoorbeeld de Elliot Wave-teorie, maar daarom niet minder waarde heeft.

In het eerste jaar van het decennium zijn de koersen overwegend dalend georiënteerd. In het tweede jaar volgt een bescheiden herstel. Vervolgens brokkelen de koersen in het derde jaar weer af om in het vierde jaar aan een hausse te beginnen.

Deze boom wint in het vijfde jaar nog aan kracht en piekt meestal in het zesde jaar. De reaktie volgt in het zevende jaar, met vaak een forse daling om dan in het achtste jaar te herstellen en in het negende jaar verder door te stijgen tot een hogere piek dan die uit het zesde jaar. Het decennium wordt doorgaans in mineur beëindigd met dalende koersen. En dan… begint het verhaal weer helemaal opnieuw.

Danny Reweghs

1915 : toen was (beurs)geluk heel gewoon.

7, geen heilig getal op de financiële markten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content