Alternatief voor grote monovolume

De Highlander is geen nieuw model. Hij rijdt al rond sinds midden 2019, weliswaar in andere contreien. Met deze grote SUV, die net geen 5 meter lang is, mikte Toyota in de eerste plaats op de Amerikaanse markt. Pas in het najaar van 2021 dook hij ook op in het Europese gamma van het merk. Met de strenge Europese emissienormen serveert Toyota deze reus niet met de V6 van 3,5 liter die in Amerika rondrijdt. Hier is hij uitsluitend te verkrijgen met een hybride aandrijving: de viercilinder (benzine) van 2,5 liter laat zich combineren met twee elektromotoren, goed voor een gecombineerd vermogen van 248 paarden. Omdat er zowel een motor zit op de voor- als de achteras, kan Toyota ook deze SUV het predicaat 4×4 meegeven, maar verwacht geen machine waarmee u echt terreinwerk aankan.

Het eerste wat opvalt, is de aanzienlijke binnenruimte. Vooraan is het comfortabel zitten, en op de achterbank vinden volwassenen weelderig veel plaats voor hun benen. Maar een van de unieke verkoopargumenten van deze Highlander is de derde stoelenrij in de kofferruimte: twee zitjes die weggeklapt zitten in de vloer en kunnen worden gebruikt om er met z’n zevenen op uit te trekken. En nee, dit is geen optie, maar standaard. Daarmee is de Highlander een alternatief voor grote monovolumes als de Renault Espace of de VW Sharan, die met de strengere emissienormen een uitstervend ras zijn.

Onderweg proeven we van een auto die zijn Amerikaanse bestemming niet kan wegstoppen. Het rijgedrag is toegespitst op comfort ¬ geholpen door de vering, die best oké is ¬ maar vooral door de uitstekende geluiddemping. De afwerking is heel behoorlijk, met de obligate harde plastic die goed zit weggestopt op plaatsen die je weinig aanraakt en die dus geen afbreuk doet aan de algehele kwaliteitsindruk.

Maar de grootste indruk maakt de Highlander met zijn zuinige aard. Zonder ook maar enig moment wakker te liggen van het verbruik en met bovendien heel wat autoweg tegen 120 kilometer per uur op ons parcours, tekenden we 7,5 liter op: weinig kolossen, zoals de Highlander er toch wel een is, kunnen dat met een benzinemotor evenaren, en ook nog eens met een aerodynamisch ongunstige SUV-bouw. Het onderstreept hoe performant de vierde generatie van Toyota’s hybride aandrijfsysteem is.

Motor: 4-cilinder benzine – hybride ; 2.487 cc ; 248 pk

Prestaties:

Top: 185 km/u

0-100 km/u in 9,2 sec.

Norm: 6,6 liter/100 km

Test: 7,5 liter

CO2: 161 gr/km

Instapprijs: 56.960 euro

+ Binnenruimte, zuinig

– Heel Amerikaans

2 X Highlander

1 De grote concurrenten van de Toyota Highlander komen ook uit het Verre Oosten: de Santa Fe van Hyundai en de Sorento van het zustermerk Kia. Beide zijn een zucht kleiner dan de Toyota, maar kunnen ook worden uitgerust met een derde stoelenrij en dus zeven plaatsen – een optie in dit geval. Het gaat in beide gevallen om dezelfde hybride aandrijving: een benzinemotor van 1.598 cc, gecombineerd met een elektromotor. De prijs zit in de buurt van de Toyota.

2 De Highlander is een gewone hybride: de kleine batterij van 6,5 kilowattuur laat zich opladen door de benzinemotor en de regeneratie van energie die vrijkomt bij het vertragen en het remmen. De elektromotor helpt de benzinemotor of neemt helemaal over in heel traag stadsverkeer. Het gaat dus niet om een plug-in- of stekkerhybride, waarvan je de batterij in een stopcontact of aan een laadpaal moet vullen, om daarna 40 of meer kilometers volledig elektrisch te rijden. Dat bracht de marketingjongens van Toyota een paar jaar geleden op het idee om hun gewone hybride systeem ‘zelfopladend’ te noemen. Wat op zijn minst misleidend is, want het wekt de indruk dat er geen energie nodig is om de batterij op te laden. In Noorwegen leidde dat zelfs tot een conflict met de consumentenorganisatie, maar hier haalde Toyota zijn slag thuis. Zelfs in de media raakt de term ‘zelfopladende hybride’ al wat ingeburgerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content